Chemsex, seks onder invloed van harddrugs, is geen nieuw fenomeen, maar de laatste tijd maken steeds gevaarlijkere middelen een opmars in Nederland. Sinds twee jaar staan ervaringsdeskundigen bezorgde vrienden en mannen die de controle zijn kwijtgeraakt te woord tijdens een speciaal chemsex-spreekuur bij de GGD Amsterdam. “Ik hoop dat mannen in de gayscene meer verantwoordelijkheid gaan nemen voor elkaar.”
"Vroeger moest je voor drugs echt de deur uit, nu bestel je pilletjes en crystal meth met één druk op de knop, gewoon vanaf je bank." Amsterdammer Paul (42) combineerde lange tijd drugs en seks, zonder daar bewust problemen aan te ondervinden. "Chemsex ís ook niet per definitie een probleem, sommigen hebben hun gebruik prima onder controle. Bij mij was dat anders. Ik had op een gegeven moment door: hier kom ik niet alleen uit. Ook mijn vrienden zagen dat het steeds slechter met me ging, zowel fysiek als mentaal."
Paul besloot aan de bel te trekken en hulp te zoeken, maar dat bleek niet zo gemakkelijk. "Ik had het idee dat veel hulpinstanties niet goed op de hoogte waren over de soorten drugs die momenteel circuleren en de gevolgen ervan. Het gebruik van xtc verschilt bijvoorbeeld wel degelijk van bijvoorbeeld crystal meth. Datzelfde geldt voor de behandeling van degenen die eraan verslaafd zijn. De chemsex-scene is een aparte scene, met een eigen jargon. Veel zorgverleners – en dan met name de hetero's met een traditioneel gezinnetje – kenden voor mijn gevoel die slang niet. Dat leverde een hoop miscommunicatie en irritatie op; ik voelde me er al gauw niet op mijn plek en moest heel veel uitleggen. Inmiddels is dat, zeker onder Amsterdamse professionals, in rap tempo verbeterd. Ik vermoed wel dat het beeld dat we hebben van de omvang van het probleem nog niet heel nauwkeurig is. Wordt tijdens een intake of consult gevraagd of iemand drugs spuit, dan antwoorden de meesten van niet. Vraag je of ze Tina slammen, dan weten ze ineens precies waar je het over hebt. Naalden zijn voor junks, en veel mensen die verslaafd zijn identificeren zich daar niet mee."
Een ander probleem is volgens Paul dat er vaak heel laconiek over chemsex wordt gedacht. "Tijdens het uitgaan, en ook tijdens de seks, wordt een pilletje gebruiken als de normaalste zaak van de wereld gezien, al helemaal binnen de gayscene. Het is in grotere steden volledig sociaal geaccepteerd dat je op vrijdag een pilletje neemt en de zaterdag – en misschien zelfs de zondag – neemt om uit te brakken. Sterker nog: het werd een paar jaar terug zelfs als stoer gezien. Ontwikkel je vervolgens een problematische verhouding met drugs, dan sta je er echter vrijwel alleen voor. Ik merk gelukkig dat ook de negatieve kanten van chemsex inmiddels vaker worden besproken. Ik weet niet of ik verslaafd ben geweest, maar ik heb wel een probleem gehad. Ik heb mezelf nu ten doel gesteld om de herkenning en erkenning van die grensoverschrijding te vergroten."
In de lente van 2016 bezocht Bart-Jan Mulder, preventiemedewerker bij GGD Amsterdam, een Europees congres in Londen over chemsex. "Je ziet chemsex terug in veel grote steden met een hoge homopopulatie. Londen is al langer bekend met het fenomeen en weet er ook steeds beter op in te spelen. Ook in Nederland komt de scene steeds vaker aan het licht in steden als Rotterdam, Nijmegen en Amsterdam. In Londen werd al gewerkt met een spreekuur met openhartige ervaringsdeskundigen. Na terugkomst ben ik direct aan de slag gegaan met een pilot om een dergelijk spreekuur ook in Amsterdam op te zetten. Dat verliep succesvol en inmiddels zijn we een jaar verder."
In eerste instantie richt het spreekuur zich alleen op mannen die seks hebben met mannen (MSM). "Het is niet exclusief een probleem onder die groep, maar op het gebied van chemsex blijven ‘niet-MSM’ mijlenver achter. Het gaat dan om veel kleinere aantallen", legt Bart-Jan uit. "We zijn een jaar terug begonnen met mannen die tijdens hun bezoek aan de soa-poli aangaven dat ze ook drugs tijdens de seks hadden gebruikt. Wanneer we hen wezen op het spreekuur, was dat voor sommigen een reden om direct door te lopen naar de spreekkamer."
“In kroegen hingen geen folders of posters over de gevaren van chemsex. Dat was te 'ongezellig'’
Paul is een van de mannen waar mensen met hun verhaal terechtkunnen tijdens het wekelijkse spreekuur op de donderdagavond. Hij is ongeveer sinds het begin betrokken bij het project. "Twee jaar terug stond ik zelf onder behandeling voor mijn verslaving. Via een onderzoek kwam ik in contact met Bart-Jan, daarna heb ik een opleiding Verslavingskunde gevolgd en zo ben ik hier beland."
Op sommige dagen komt er maar één bezoeker op het spreekuur af, op andere zitten er ineens drie achter elkaar. "Je moet bedenken dat er jarenlang niet echt over gesproken is", vertelt Paul. "Er hingen geen postertjes of folders in de kroegen, want dat was 'ongezellig'. De bezoekers die het spreekuur weten te vinden zijn inmiddels ook niet alleen meer mannen die zelf worstelen met hun drugsgebruik. Vaak komen er ook mensen die zich druk maken om een partner of een vriend die ze zien afglijden. Zij willen weten welke stappen ze kunnen zetten om hen te helpen. Er komen ook weleens jongens die niet per se problemen hebben met hun drugsgebruik, maar willen weten hoe ver ze kunnen gaan. Dat vind ik ook niet verkeerd, zij zijn heel bewust bezig met hun gebruik en delen die kennis hopelijk ook met anderen."
Volgens Paul slaat het spreekuur een mooie brug voor mensen die de stap naar een verslavingsinstantie of huisarts te groot vinden. "Mensen voelen zich hier niet gelijk een patiënt. Het feit dat de mannen die het spreekuur doen persoonlijk ervaring hebben met chemsex, schept een vertrouwensband. Bij ons kun je, voordat er eventueel een diagnose wordt gesteld, open in gesprek wanneer je denkt problemen te ontwikkelen op het gebied van drugs en seks. Veel mensen hebben sowieso geen flauw idee van alle gespreksgroepen waar je naartoe kunt en welke huisartsen goed bekend zijn met de chemsex-problematiek. Wij vormen een goed beginpunt om hen op weg te helpen, zonder dat je om de 5 seconden iets hoeft uit te leggen."
Wanneer Bart-Jan en Paul het hebben over chemsex, praten ze met name over crystal meth, GHB en mefadron. "Die laatste drug is met name in Londen heel populair", vertelt Paul. "Maar uiteindelijk kan een drug als xtc ook een probleem gaan vormen. Als je iedere week seks hebt op xtc, dan valt dat wat mij betreft ook onder chemsex."
"Chemsex is geen nieuw fenomeen," vult Bart-Jan aan, "maar de gebruikte middelen veranderen wel".
Het meest urgente probleem is volgens de mannen momenteel de toenemende populariteit van crystal meth. Paul: "Dat heeft een hoop met de prijs te maken. Een paar jaar terug kostte een grammetje nog 200 euro, nu heb je het al voor 80 euro. Koop je bijvoorbeeld 5 gram, dan zakt de prijs nog lager."
“Ik spreek twintigers die nog nooit seks hebben gehad zonder drugs”
Het opkomende individualisme speelt volgens Paul ook een rol. "De jonge generatie weet niet beter dan die datingapps. We zien dan ook zeer verschillende mannen op het spreekuur verschijnen. We zien een grote groep 30-minners en een grote groep 40-plussers. Na je veertigste wordt seks echt anders, maar je wilt wel blijven presteren en die lekkere mannetjes blijven krijgen. Met drugs op zijn die een stuk makkelijker te krijgen. Als je wapperdewap bent, is het niet zo moeilijk om te scoren. De drang om te blijven gebruiken hangt samen met individualisering, verveling en vereenzaming. De verleiding is enorm. Maar, zoals ik zei, er komen ook veel jongeren langs. Ik spreek hier twintigers die nog nooit seks hebben gehad zonder drugs. Vaak is er sprake van onderliggende problematiek, maar sommigen hebben een goede baan en een prima sociaal leven en belanden via het experimenteren van de regen in de drup. Toen ik die leeftijd had, was drugs echt veel verder weg. Datingapps hebben harddrugs een stuk dichterbij gebracht."
In een spreekuur gaan Paul en zijn collega-ervaringsdeskundigen openhartig het gesprek aan met bezoekers. "Ik bespreek met hen waar ze precies mee worstelen en waarom ze zelf denken dat ze chems tijdens de seks zijn gaan gebruiken en put daarbij ook uit mijn eigen ervaring. Ik ben een luisterend oor, maar geen therapeut. Dat is ook de grootste valkuil, die fijne lijn tussen tips geven en vervallen in de rol van de therapeut. Ik werk al lange tijd in de zorg, dus het is voor mij heel makkelijk om die grens te overschrijden. Is er meer hulp nodig, dan verwijs ik iemand door naar de juiste plek waar een vervolgtherapie kan worden gestart. Overigens mogen mensen hier best een tweede of derde keer langskomen tijdens het spreekuur, maar dat is tot op heden nog niet gebeurd."
Paul vreest dat het probleem de komende tijd alleen maar verder toeneemt. "Het duurt immers ook lang voordat mensen erkennen dat ze een problematische verhouding met drugs hebben ontwikkeld. Ik hoop ook dat de sociale verantwoordelijkheid binnen de gaycommunity zich sneller gaat verspreiden. We vieren graag samen een feestje, maar mogen best wat meer zorg voor elkaar dragen. Zie je dat een vriend zich begint terug te trekken, ontkent dat hij gebruikt en steeds onbereikbaar wordt, kom dan eens met ons praten. Bij crystal meth geldt vaak: één keer gebruiken is verslaafd. Met een beetje van dat spul ben je zo twee dagen van de wereld. Experimenteren met Tina is eigenlijk niet mogelijk, daar is de craving veel te groot voor. Seks is leuk, drugs kan leuk zijn, maar het kan enorm uit de hand lopen."
Het Chemsex-spreekuur vindt iedere dinsdag- en donderdagavond plaats van 18:00-21:00 uur bij de GGD Amsterdam op het Weesperplein.
Coverbeeld: Edwin Hanssen