Geweldig, de queens van Superball. Voor de echte RuPaul fan is dé dragrace van Europa het hoogtepunt van het jaar. Met huizen uit Frankrijk tot Griekenland is het evenement niet alleen de Hollandse polder maar zo langzamerhand ook het stampvolle Paradiso ontgroeid.
Superball laat Amsterdam even de vrijhaven zijn die de stad zo graag is. Cis-mannen balanceren als sierlijke vrouwen op huizenhoge hakken over het podium of rennen à la House of Hopelezz hysterisch rond. Maar Superball poogt meer te zijn dan een dragrace.
Met 'politiek' als multi-inzetbaar thema wil het meest genderdisconforme feestje van het jaar een stevig statement maken. En dus werd een selectie prominente en veelkleurige transvrouwen het podium opgehesen om eens te laten zien hoe je dat doet: een catwalk lopen.
Het was alsof mijn hart – dat tot dat moment vrolijk op de muziek meedanste – acuut stilstond. Want al waren de respectievelijke transvrouwen hun gorgeous zelf; trans zijn is geen act. Drag is entertainment. Wanneer goed beoefend zelfs een kunst. Maar transgender persoon zijn is een keiharde dagelijkse realiteit waarbij je daadwerkelijke gender voortdurend wordt getoetst, bekritiseerd en 'ontmaskerd'. De gemiddelde transpersoon gaat voortdurend gebukt onder the eye of the beholder. Daarbij ben je pas vrouw (of man) als je volgens de omgeving als zodanig 'past'. Hoewel, in beide gevallen blijft de eeuwige vraag wat er nu in dat slipje of die boxer zit.
Menig toeschouwer floot de vingers nat. Maar waarom eigenlijk? Omdat deze transvrouwen 'goed' gelukt zijn?
Dat passen ging deze dames goed af. Het publiek kon niet luider joelen en applaudisseren. Menig toeschouwer floot de vingers nat. Maar waarom eigenlijk? Omdat deze transvrouwen 'goed' gelukt zijn? Ze als sexy diva's op het podium pareren? Ze de volgende sappige act vormen? Nog net wat geloofwaardiger zijn dan de queens die daarna met dik gestifte lippen de catwalk oplopen? Of is het vooral een heerlijke verheerlijking van de eigen tolerantie?
Ik kijk om me heen. Naast mij klapt een vrouw die vorig jaar nog stelde dat het zo jammer voor me is dat ze niet lesbisch is. Ze joelt voor de transvrouwen als zijn ze ware helden. En dat zijn ze ook. Maar mag ik het ook zijn? En al die andere transpersonen? Of zijn we de volgende act die niet voor vol wordt gezien? Ik kijk verder. Door de zaal heen zie ik verschillende bekenden die tegen mij de meest transfobe uitspraken hebben gedaan. Er zit blijkbaar nogal een verschil tussen klappen voor een podium en het daadwerkelijk oog in oog staan met iemand die meer is dan een fenomeen in glitterjurk.
Ik weet voor één keer even niet hoe ik klappen moet.
Ik ben de tel kwijt hoe vaak mij gevraagd is of mijn transitie geen (PR-)stunt is. Ben herhaaldelijk dragking genoemd. En kreeg zelfs van mijn beste vrienden de vraag waarom een beetje mannelijke kleding niet genoeg is. Voor de gemiddelde Nederlander is het verschil tussen drag en trans even diffuus als de daadwerkelijke genderoriëntatie van een transpersoon.
Door transrechten expliciet te verbinden aan Superball wordt impliciet gesuggereerd dat trans-zijn en in drag lipsyncen in elkaars verlengde liggen. Dat is niet zo. Een dragqueen kiest haar moment. Wanneer de pruik afgaat, stapt hij als geboren cisgender man weer in het comfort van zijn dagelijks privilege. Dragqueens werken met alter ego’s. Collega’s, familieleden en/of echtgenoten hoeven niet eens te weten van zijn nachtelijke verkleedpartijen.
Een transvrouw is vrouw en ervaart de gevolgen van haar trans- én vrouw-zijn iedere dag. Zij kan haar transitie voor familie en collega’s niet verbergen. Wordt op straat nagestaard. Door de voorbijganger als 'travestiet' bestempeld.
Maar daar gaat het bij Superball niet over. Want dit is een feestje, waar wel met grote thema’s gelift wordt, maar alles toch vooral heel veilig en gezellig moet blijven. Maar ik weet voor één keer even niet hoe ik klappen moet.