Pride is weer voorbij. Altijd weer afkicken, want met alles wat er van de Pride te zeggen valt (en wat zijn we daar goed in) is het voor mij een week van bezinning, trots, feest en verbinding tegelijk.
Van de Pride Walk tot ontmoetingen met LHBTQ-activisten van over de hele wereld, van de Majoor Bosshardt Lezing ‘Onder de regenboog’ op de Wallen tot en met de Canal Parade. Van een radio-uitzending bij de EO tot een Pride-receptie in de ambtswoning van de burgemeester. En nog veel meer.
Het nagenieten duurde dit keer helaas niet lang. Twee dagen na het eind van de Pride roept mede-columnist Peter van der Wal opnieuw alle ouders op hun LHBTQ-kinderen te omarmen, omdat hij dit zelf zo heeft moeten missen. Sterker nog, hij is het contact met zijn strenggelovige ouders helemaal kwijtgeraakt.
Na wat Justine in het verleden is overkomen, heeft ze er nog een traumatische ervaring bij.
Op het moment van schrijven, is er een Kiss In gaande tegen de uitzetting van de lesbische Oegandese Justine uit het klooster van de Missionaries of Charity waar zij onderdak had gekregen. De reden? Omdat ze lesbisch is, is ze een gevaar voor anderen. Na wat Justine in het verleden is overkomen, heeft ze er nog een traumatische ervaring bij. Zo ziet de orde van de dag er uit.
Ik vraag me weleens af waar ik het allemaal voor doe. Afgelopen vrijdag zat ik in het EO-programma Dit is de Dag op Radio 1 met Peter van der Wal en Rianne Vermeulen, twee jonge mensen. Peter is niet alleen zijn ouders, maar ook zijn kerk en zijn oude sociale leven kwijtgeraakt. Rianne overkwam ongeveer hetzelfde, maar vond gelukkig toch een gemeenschap terug.
Hun ervaringen zijn nog vers. Het gebeurde hen allemaal nog maar kort geleden. Vertwijfeld stelde ik de vraag hoe lang het allemaal nog moest gaan duren in de kerken. Inmiddels 31 jaar na mijn eigen coming-out. Hoe lang is dit nog de orde van de dag? Zelfs als je het niet helemaal met elkaar eens bent, betekent dat toch niet dat je iemand moet laten vallen?”
“Ik vraag me weleens af waar ik het allemaal voor doe”
En toen ik afgelopen zondag bovenin de Keizersgrachtkerk achter het orgel stond, in voorbereiding op de Pride Kerkdienst, moest ik ineens heel hard huilen. Ja, ik had slecht geslapen en Gert-Jan Mostert kan er wat van op het orgel (hij was zich ook aan het voorbereiden op de dienst), maar wat mij het meest raakte was zowel het vrolijke als het verdrietige van de dienst.
Het zou een dienst worden met de feestelijke zegening van de relatie van twee Russische vrouwen, die daarvoor helemaal uit Moskou waren gekomen. In die hele stad, zelfs heel dat land, was er geen kerk te vinden waar zij hun liefde voor elkaar voor God en te midden van hun medegelovigen konden bezegelen. De orde van de dag in nog altijd het grootste gedeelte van Europa.
Het werd een geweldige dienst, waarin de bruiden konden rekenen op een hele enthousiaste LHBTQ- en hetero-familie om hen heen.
Om deze orde van de dag is en blijft Pride hard nodig. Met alles wat er nog aan verbeterd kan worden (ook onze gemeenschap is nooit uitgeleerd), ben ik heel dankbaar voor deze mogelijkheid mijn passie, emoties en homoleven een plek te geven. Voor mij is het een doorkijkje naar een andere werkelijkheid, een andere wereld, die ik hard nodig heb om de orde van de dag aan te kunnen. Dat ik die andere wereld om mij heen zie gebeuren, in de samenleving en in de kerk, maakt de ‘after Pride’ dragelijk.
Foto: Peter van der Wal