Bohemian Rhapsody is een ode aan Queen, hun muziek en hun uitzonderlijke zanger Freddie Mercury. Toch lijkt deze emotionele rollercoaster nergens echt hard te gaan.
Als Bohemian rhapsody opent is het 1985 en de wereld maakt zich op voor Live aid, het legendarische benefietconcert ter bestrijding van de armoede in Afrika. De eerste klanken van ‘Somebody to love’ klinken op de achtergrond en verhogen de sfeer. De toon is meteen gezet, met als enige dissonant een akelige hoest van Freddie Mercury. Verder is de stemming uitzinnig: bij het publiek dat het Wembley stadion binnenstroomt, bij Prince Charles en Princess Diana die plaatsnemen op de tribune, én bij de performer zelf, die inmiddels voor de spiegel staat om de puntjes van zijn iconische snor bij te knippen.
Ineens neemt regisseur Bryan Singer zijn publiek verder terug in de tijd. We belanden in 1970, het moment waarop Mercury nog Farrokh Bulsara is. Een jongen met Parsi voorouders, geboren in Zanzibar (nu Tanzania) maar nu woonachtig in Londen, waar hij bagage in vliegtuigen laadt. In het eerste gedeelte van de film wordt de kijker in sneltreinvaart langs beslissende momenten in Freddies leven geleid. Momenten die de opmaat voerden tot de oprichting van Queen in 1971, en hun wereldwijde succes daarna.
Monsterhit
Ondanks het hoge tempo waarmee gebeurtenissen de revue passeren is er voldoende tijd voor diepgang. Mercury wordt neergezet als het bandlid dat in het begin de meeste risico’s durft te nemen. Zo verkoopt de geboren entertainer zonder blikken of blozen het tourbusje van de band om met de opbrengst daarvan hun eerste plaat te kunnen financieren. Ook het opnemen van het nummer 'Bohemian Rhapsody' komt uitgebreid aan bod: de platenmaatschappij en pers zijn aanvankelijk niet enthousiast, desondanks wordt het een monsterhit, die Queen helpt om definitief door te breken.
De film duikt soms de diepte in en gaat de confrontatie aan met de moeilijke hoofdstukken uit het leven van de zanger. Mercury is het grootste deel van zijn leven een clown die er alles aan doet om zijn afkomst en ware ik te verbergen. Acteur Rami Malek is een natuurtalent: Malek speelt Mercury niet, hij ís hem. De acteur laat zien dat Mercury met zijn drang naar een extravagant leven vooral probeert te verbloemen dat hij op zoek is naar warmte en genegenheid.
Liefdesleven
Een van de meest controversiële hoofdstukken in de film gaat over Mercurys liefdesleven. In de jaren 70 trouwt hij met Mary Austen, waarvoor hij het nummer ‘Love of my life’ schrijft. Freddie beschouwt haar als zijn ware liefde, maar deelt ook het bed met mannen. Het is Austen die tegen hem zegt dat hij niet biseksueel, maar homoseksueel is. Het is een beladen onderwerp, dat niet wordt gemeden maar nogal onhandig uit de verf komt. Er zijn geen wilde of gepassioneerde seksscènes te zien en verder dan een zoen of het voorzichtig aanraken van de hand van zijn mannelijke minnaar gaat het niet. Het beeld dat wordt geschetst lijkt niet te stroken met de werkelijkheid. Ook hoofdrolspeler Rami Malek heeft tijdens een interview gezegd te begrijpen dat het publiek de indruk kan krijgen dat er aan ‘straightwashing’ is gedaan: “Freddie Mercury is een gay icoon. Hij is een icoon voor ieder van ons, maar als het aan mij had gelegen had er meer ingezeten.” Toch hoopt Malek niet dat de film de gemeenschap tekortdoet.
Wilde de regisseur van Mercury een allemansvriend maken waar niemand aanstoot aan kan nemen, of wilde hij laten zien dat Freddies seksuele geaardheid onderdeel was van een grotere strijd en de zoektocht naar zijn ware ik? Dat is de boodschap die de zanger krijgt van zijn laatste liefde, Jim Hutton, als hij die voor het eerst ontmoet op een van zijn wilde feestjes. “Kom maar terug als je jezelf hebt gevonden”, zegt hij tegen Mercury. Freddie vindt zichzelf en komt terug bij Hutton. Hij heeft dan al te horen gekregen dat hij hiv heeft. Wanneer hij dat nieuws deelt met zijn Queen-bandleden vraagt hij hen om hem niet als slachtoffer te zien. Liever gebruikt hij zijn resterende energie om te performen, zodat hij het publiek nog een stukje van de hemel kan geven.
Mercury was zijn leven lang op zoek naar warmte, liefde en zijn ware ik
De film lijkt net zo gebalanceerd gecomponeerd te zijn als de gelijknamige hitsong. Toch ging het productieproces ervan niet zonder slag of stoot. Queen-bandlid Bryan May kondigde in 2010 al aan dat er een biopic gemaakt zou worden over de band. Sacha Baron Cohen (o.a. Ali G) zou aanvankelijk de rol van Freddie op zich nemen, maar de acteur trok zich terug vanwege een meningsverschil over de artistieke inhoud van de film. Hetzelfde geldt voor de regisseur, Bryan Singer, wiens naam nog wel op de aftiteling prijkt. Hij werd tijdens het draaien aan de kant gezet vanwege onenigheid met de cast en crew. Degene die de klus mocht afronden was Dexter Fletcher, die in eerste instantie gevraagd was, maar óók opstapte vanwege meningsverschillen over de creatieve invulling van Bohemian Rhapsody. Snapt u het nog? Het lijkt een wonder dat de film er überhaupt nog is gekomen.
Het resultaat is een emotionele rollercoaster, die nergens echt hard durft te gaan. Ook al vindt er geen persoonsverheerlijking plaats en wordt Queen niet op een onrealistisch hoog voetstuk gezet: het beeld dat het publiek krijgt lijkt een oprechte geschiedenis van een band die een onuitwisbare erfenis heeft nagelaten in ons culturele landschap. Misschien is het plaatje te perfect en gladgestreken en komt dat doordat de nog in leven zijnde Queen bandleden Bryan May en Roger Taylor te veel aan de knoppen hebben gedraaid achter de schermen. De focus van de film ligt echter op de leadzanger, die met zijn uitzonderlijke stem en extravagante verschijning hét gezicht was van Queen en die is gewoon betoverend mooi.
Regie: Bryan Singer
Cast: Rami Malek, Mike Myers, Aiden Gillen e.a.
Te zien vanaf 1 november