Ooit liepen relaties stuk omdat het geluk was verdwenen, tegenwoordig vaker omdat er elders misschien meer te vinden is. Therapeuten Marcel Holtslag en Martijn Kemna richten zich binnen hun duopraktijk specifiek op gay mannen. We spraken hen over intimiteit, verslaving en de voordelen en valkuilen van een open relatie.
Wanneer een stel plaatsneemt op de bank bij Martijn Kemna (45) of collega-therapeut Marcel Holtslag (60), weten ze redelijk rap of er iets te redden valt. Martijn: “Soms zie je aan de manier waarop ze gaan zitten al dat de relatie zo goed als dood is. Dan nemen ze zo ver mogelijk uit elkaar plaats en kussen ze elkaar enkel op elkaars verjaardag. Wanneer ze volledig verbitterd zijn, heb ik er meestal weinig vertrouwen in.”
Martijn en Marcel richtten zich afzonderlijk al jarenlang op gay mannen, maar kwamen pas twee jaar terug met elkaar in contact. Kort na hun kennismaking openden ze een duopraktijk in de oude kosterswoning van de Oosterkerk in Amsterdam.
Waarom focussen jullie je specifiek op homomannen?
Martijn: “We zijn zelf gay en merken dat veel homo’s dat van toegevoegde waarde vinden. Ze voelen zich vrijer in het spreken over onderwerpen als seksualiteit en drugsgebruik en hoeven minder uit te leggen. Ik ontvang regelmatig mensen die zich bij een andere therapeut niet begrepen voelden.”
Marcel: “Herkenbaar. Precies de reden dat ik me inmiddels uitsluitend richt op mannen die op mannen vallen. Martijn behandelt ook vrouwen, transgender personen en hetero’s.”
Wat zijn typerende problemen voor de mannen die jullie spreken?
Martijn: “Bij man-vrouwrelaties is het direct duidelijk hoe het seksueel contact dient te verlopen, bij man-manrelaties niet altijd. Wie is bijvoorbeeld de bottom en wie de top, en staat dat vast? Zo’n rolverdeling kan in de loop van een relatie veranderen, waardoor partners elkaars behoeftes niet meer kunnen bevredigen. Als mensen zich niet meer gezien voelen binnen een relatie, zoeken ze het vaak buiten de deur. Gebeurt ook bij heterokoppels, uiteraard, maar het is bij homo’s een terugkerend thema.”
Marcel: “Ik zie vooral veel schaamte in het praten over seks en seksualiteit. Homorelaties hebben een eigen dynamiek, door de kwetsuren die je oploopt als ‘beginnende homo’. De schaamte voor en rondom een coming-out werkt vaak door in latere relaties. Schaamte voor bepaalde seksuele fantasieeen, bijvoorbeeld, die partners vervolgens stiekem beoefenen, voor elkaar verborgen houden, of alleen met anderen bespreken op datingapps.”
Gouden relatietips
1. "Ga op zoek naar nieuwe ervaringen om de relatie levend te houden. Treed buiten je comfortzone, zoek grenzen op en vier samen het leven."
2. "Is je seksleven ingedut? Schrijf allebei tien turn-ons op en deel deze met elkaar."
3. "Maak een liefdes-app aan, waarin jullie alleen lieve, leuke en geile dingen met elkaar delen. Geen huishoudelijke zaken."
Hebben die apps veel nieuwe problemen met zich meegebracht?
Marcel: “Mannen raken nogal eens verdwaald in de jungle van datingmogelijkheden.”
Martijn: “We leven in een swipe-cultuur. Vroeger koos je je vriendje in het dorp waar je vandaan kwam, nu bereiken miljoenen mannen je vanaf de bank. Ooit gingen mensen uit elkaar omdat ze niet meer gelukkig waren, nu omdat ze nog gelukkiger hopen te worden. Daarbij zie je dat mensen elkaar vaak uit het oog verliezen. Mensen zoeken de oplossing eerder buiten dan binnen hun relatie. De wil om te repareren of onderzoeken is afgenomen.”
Ligt dat alleen aan die apps?
Martijn: “Het dieperliggende probleem is vaak afwijzing. Dat zie je bij nagenoeg alle homomannen terugkomen, ook degenen die geen moeilijke coming-out hebben gehad. Homo’s zijn vaak gepest, omdat ze niet in het malletje passen dat voor mannen gevormd is. Vaak hebben ze te weinig erkenning of bevestiging gekregen. Op het moment dat ze die niet meer vinden bij hun man of vriend, zoeken ze ’m daarom sneller bij anderen.”
Zijn er ook problemen die jullie minder zien dan pak ’m beet tien jaar terug?
Marcel: “Minder mannen lijken te worstelen met een coming-out, tenzij ze een niet-westerse achtergrond hebben. Bij die groep maak ik nog regelmatig mee dat iemand uit huis wordt gezet of in isolement raakt. Ik help tegenwoordig veel vaker bij vragen over open relaties.”
“Soms wordt de behoefte aan intimiteit ontkend of verdoezeld met partydrugs””
Om wat voor vragen gaat het dan precies?
Marcel: “Vaak wil slechts een van de twee partners de relatie openstellen, of is het fout gegaan en vragen ze zich af: hoe nu verder? In sommige gevallen is er heel veel rauwe seksualiteit en wordt daardoor de behoefte aan intimiteit ontkend of verdoezeld met partydrugs en in andere gevallen is de seks juist helemaal uit de relatie verdwenen.”
Martijn: “Dat is een vaak terugkerend thema, dat partners helemaal geen seks meer met elkaar hebben, maar uitsluitend met anderen.”
Marcel: “Leven als broers kan prima, maar als onderliggende behoeftes niet bevredigd worden, loopt de relatie uiteindelijk toch stuk. Dat gezegd hebbende, lijkt het tegenwoordig bijna bon ton om je relatie open te stellen.”
Ben je daar een tegenstander van?
Marcel: “Toen het nog een enorm taboeonderwerp was, propageerde ik de open relatie veel meer; monogamie was lange tijd de norm. Ik ben er zeker geen tegenstander van, maar ik zie nu meer de schaduwkanten. Het werkt niet voor iedereen. Een open relatie moet een bewuste keuze zijn, geen vlucht.”
En hoe denken jullie over mannen die hun relatie openstellen omdat ze in het verleden vaker bedrogen zijn?
Marcel: “Dat lijkt me niets meer dan een wapening tegen kwetsing en daarmee dus een ontkenning van je verlatingsangst. Dan trek je van tevoren al muren op.
Martijn: “Van zo’n coping word je uiteindelijk niet gelukkiger.”
Hoe ziet een gezonde open relatie er volgens jullie uit?
Marcel: “Wanneer beide partners zowel hun behoefte aan veilige hechting als aan avontuur erkennen en daarin een balans hebben gevonden, zonder elkaar te forceren door vreemd te gaan. Het zijn beide reële behoeftes. Bespreek het na wanneer jullie met anderen experimenteren, kijk of aan beide behoeften tegemoet wordt gekomen. En als je je kwetsbaar voelt, durf dan ook nee te zeggen tegen je partner wanneer hij eropuit wil.”
Martijn: “En er moet intimiteit zijn, anders gaat het faliekant fout. Daarmee bedoel ik niet uitsluitend seks, maar juist ook strelen, knuffelen en zoenen. Een baby die niet wordt aangeraakt, sterft ook. Men denkt: als je maar seks hebt, zit het goed, maar niets is minder waar. Een relatie kan heel koud aanvoelen, ook al heb je iedere dag seks.”
Gouden relatietips
4. "Kijk bij vreemdgaan niet naar het waarom, maar naar hoe verder. Hoe komen jullie weer tot elkaar?"
5. "Evalueer geregeld jullie relatie; hoe vinden jullie dat het gaat? Deel de fijne momenten, maar ook je pijnpunten."
6. "Talk less, touch more!"
Wat is het belangrijkste ingrediënt binnen relatietherapie?
Martijn: “Elkaars behoeftes met elkaar delen. Ik behandelde ooit twee jongens die zeiden geen enkel probleem met elkaar te hebben, ze hadden alleen geen seks meer. Toen ik ging graven, bleek dat ze elkaars verlangens totaal niet kenden. Vaak vul je zelf een hoop in, maar check je dat niet bij je partner. Het is heel pijnlijk om tegen de ander te zeggen dat wat hij je geeft, niet is wat je zoekt. Maar door het er niet over te hebben, ontstaan affaires. Mensen verliezen een stuk van zichzelf en zoeken dat bij een ander.”
Een affaire lijkt voor velen makkelijker dan praten over gevoelens.
Martijn: “Wat jammer is, want alleen al praten over wat je wil, kan een enorme opluchting zijn.”
Marcel: “Vaak zetten homo’s een masker op naar de buitenwereld wat betreft hun seksuele fantasieën. Dat doen ze vervolgens ook bij hun partners. Ieder apart bevredigen ze dan hun behoefte met porno en dat is uiteindelijk de dood in de pot. De een ontdekt bij de ander iets op de computer en zo belanden ze bij een van ons op de bank.”
Porno is steeds toegankelijker geworden. Wat zien jullie daarvan terug in de praktijk?
Martijn: “Wanneer een van de twee partners vaak wordt afgewezen in bed, is de weg naar porno makkelijk gevonden. Een beeldscherm wijst je immers niet af. Het levert veel op en neemt angsten weg. Als iemand binnen een relatie een pornoverslaving heeft ontwikkeld, probeer ik de ander ervan bewust te maken dat zijn partner zich angstig of afgewezen voelt. Zo ontstaat meer urgentie om hun behoeftes en verlangens te bespreken en te verkennen – door sámen porno te kijken, bijvoorbeeld. Grenzen durven verleggen kan mensen helpen weer naar elkaar toe te groeien.”
Marcel: “Porno heeft ook een leuke kant. Mensen beginnen de dierlijke kanten van hun seksuele impulsen meestal pas te verkennen na hun 25e. Bij het ontdekken van je kicks kan porno enorm nuttig zijn. Maar blijf je partner erbij betrekken wanneer je iets ontdekt.”
Welke problematiek baart jullie momenteel het meest zorgen?
Marcel: “Mensen die hun angsten de mond snoeren met drugs. Velen gaan er goed mee om maar sommigen worden er te afhankelijk van, bijvoorbeeld voor seks. Het party-drugsgebruik in Amsterdam neemt sterk toe. Er gaan iets van veertigduizend lijntjes per dag doorheen.”
Martijn: “Binnen de homoscene is er nu een steeds grotere groep verslaafd aan het raken aan crystal meth. Dat is heel zorgelijk. De vraag naar therapie is groter aan het worden dan het aanbod. En wanneer je er eenmaal van af bent, moet je weer helemaal opnieuw leren om van je seksleven te genieten, zonder die chemische high.”
Marcel: “Met sommige drugs splits je seks en gevoel. Je verstoort die relatie en wanneer je eenmaal afgekickt bent, kost het tijd om die weer te herstellen. Wij nemen cliënten pas aan wanneer ze afgekickt zijn, we zijn geen verslavingsdeskundigen.”
Zijn jullie weleens van slag na een gesprek?
Marcel: “Ik denk weleens: man, man, man, wat doen partners elkaar toch een leed aan.”
Martijn: “Je moet meervoudig partijdig zijn als relatietherapeut. Beide partners moeten zich door jou gehoord en gezien voelen. Ik voer daarom altijd een individueel gesprek met de partners, waarin ik hen vraag of ze een geheim hebben voor de ander. Als de één een minnaar voor de ander verbergt, kan ik de relatie niet fiksen. Ik moedig ze dan aan hun affaire op te biechten. In het gesprek daarna zie je ineens de angst en het verdriet bij de ander. Dat is vaak heel heftig. Dan moet ik ook weleens een traantje verdringen.”
Marcel: “Ik laat me nog regelmatig graag ontroeren.”
Martijn: “Wij zijn allebei heel erg van de self-disclosure. We delen waar gepast onze eigen ervaringen met cliënten om openheid te stimuleren en een vertrouwensrelatie op te bouwen.”
Marcel: “Het helpt ook om mannen te ontdooien. We zijn immers net als zij.”
Martijn Kemna is GZ-psycholoog en EFT-relatietherapeut (emotionally focused therapy) en richt zich op identiteitsproblemen, angst- en stemmingsklachten, trauma’s en relatieproblemen.
Marcel Holtslag is eft-relatietherapeut en SP-psychotherapeut (sensorimotor psychotherapy) en specialiseert zich in psychotrauma- en relatietherapie voor homomannen en -stellen. hun duopraktijk is gevestigd in de Oosterkerk, op de Kleine Wittenburgerstraat 1 te Amsterdam.
Foto's in tekst: Roel Janssen