Toen freelance fotograaf Peter foto’s moest maken van zijn collega’s in het ziekenhuis, viel fysiotherapeut Roy hem in het bijzonder op. Hij besloot zijn nummer op te zoeken en stuurde hem een berichtje.
Roy: “Drie jaar geleden werkte ik als fysiotherapeut in het ziekenhuis van Delft. Peter werkte daar als verpleegkundige en moest foto’s maken voor een wervingscampagne. Hij maakte ook een foto van mij en daarna moest ik een toestemmingsformulier invullen waar mijn gegevens op stonden. Even later kreeg ik een berichtje van hem op Facebook.”
Peter: “Pijnlijk! Echt heel slecht dat ik er misbruik van heb gemaakt.”
Roy: “Het gesprek ging niet echt ergens naartoe. ‘Hallo, alles goed?’, veel verder kwamen we niet.”
Peter: “Het was een beetje stuntelig. Dat kwam ook omdat we allebei net uit een relatie kwamen en helemaal niet op zoek waren naar iets nieuws.”
Roy: “Maanden later zijn we pas gaan daten en de stempel van een relatie hebben we er pas veel later op gedrukt. Ik denk dat we allebei nog een beetje bang waren dat het een rebound zou zijn.”
“Na drie maanden ben je gebleven”
Peter: “In die tijd woonde ik in Den Haag en Roy in Delft.”
Roy: “Maar jij verkocht je huis en ging in een huurwoning wonen dat heel slecht geïsoleerd was. Toen heb ik gevraagd of je een paar maanden bij mij wilde wonen, zodat je rustig iets nieuws kon zoeken. Nou, dat heb ik geweten. Je bent niet meer weggegaan.”
Peter: “Het huis was best wel klein en in het begin ging ik nog wel eens slapen bij een vriend in Den Haag, zodat Roy even alleen kon zijn.”
Roy: “Voor jou was het ook wel spannend. Ik bleef gewoon in mijn huis met mijn spullen, jij hebt veel van jouw spullen weggedaan. Voor jou was het denk ik een grotere stap.”
Peter: “Maar het voelde gewoon goed, ook al ben jij het tegenovergestelde van wat ik ben. Ik kan soms nog wel eens alle kanten uitvliegen, jij bent rustiger en wat meer stabiel.”
Roy: “Qua emoties?”
Peter: “Ja, jij biedt een bepaalde rust en daar voel ik mezelf veilig bij.”
Roy: “Dat klopt denk ik wel. Ik werd blij als hij bij mij was.”
Peter: “We verschillen ruim tien jaar van elkaar, maar dat zegt eigenlijk niets.”
Roy: “Dat gevoel heb ik ook. Ik denk dat dat ook komt omdat we in dezelfde fase van ons leven zitten. We werken allebei, dus in de ochtend gaan we allebei de deur uit en ‘s avonds komen we terug. Daarnaast hebben we ook dezelfde interesses.”
Peter: “We zijn vorig jaar naar Amsterdam verhuisd. Dat was voor jou wel even wennen, jij had echt jouw wereldje in Delft. De gayscene hier kende je ook nog helemaal niet. Ik was daar al meer in bekend. Ik denk dat het jouw wereld wel heeft vergroot.”
Roy: “Ja, ik had mijn vaste groep vrienden in Delft en was de eerste die daar is weggegaan. Het was leuk, maar het wereldje was wel klein. Ik vind het heel leuk om nu in Amsterdam te wonen.”
Peter: “Gelukkig komen we ook nog buiten de ring. We gaan nog steeds veel naar Den Haag en Delft.”
Roy: “Ik vind het heel belangrijk dat we nog dingen apart van elkaar doen. Met je eigen vrienden afspreken bijvoorbeeld, of alleen naar de sportschool.”
Peter: “We houden veel van elkaar, maar soms botst het natuurlijk ook. Het is fijn om daar alleen met vrienden over te praten.”
“Ik spreek zijn moeder soms vaker dan hij dat zelf doet”
Peter: “Ik heb geen contact meer met mijn ouders, het was in het begin wel lastig om nieuwe schoonouders te hebben, toen heb ik ook wel wat afspraken overgeslagen.”
Roy: “Met kerst inderdaad, toen we nog aan het daten waren. Ik denk dat het toen nog te snel was.”
Peter: “Nu is de band met zijn familie heel goed en leuk.”
Roy: “Jij hebt soms meer contact met mijn moeder dan dit ik dat heb. Dat vind ik heel leuk om te zien.”
Peter: “Maar jij kreeg er geen schoonfamilie voor terug.”
Roy: “Dat hebben mensen wel eens aan mij gevraagd, of ik het niet erg vind dat ik geen schoonfamilie heb. Maar ik heb ze nooit ontmoet, bij Peter horen gewoon geen ouders. Ik mis dat kopje koffie op zondag niet.”
Peter: “En je kreeg er een groep vrienden voor terug, die ik zie als mijn familie.”
Roy: “Daar ga ik nu ook soms mee op stap zonder Peter.”
Peter: “Het geheim van onze relatie is dat we naar elkaar luisteren, al doen wij dat soms te weinig.”
Roy: “Als we het niet met elkaar eens zijn, vergeten we dat soms. We zijn allebei heel erg koppig.”
Peter: “Ik vind dat het soms ook wel mag knetteren, maar vergeet niet dat je dan nog wel naar elkaar luistert. In het begin van onze relatie was ik soms wel te lang koppig, Roy heeft mij geleerd sneller over iets op te houden.”
Roy: “Als we ruzie hebben gehad, vind ik het niet nodig om er lang over door te gaan. We hebben ook afgesproken nooit met ruzie te gaan slapen, dat moet eerst goed gemaakt worden.”
“Kinderen? Daar ben ik nog veel te jong voor!”
Peter: “We willen binnenkort een huis kopen, zijn nu in de oriënterende fase. Of we kinderen willen, weet ik niet. Nu zijn we nog een gelukkig samen.”
Roy: “Ik vind kinderen leuk, maar mijn leven hoe dat nu is ook. Het brengt natuurlijk veel verplichtingen met zich mee.”
Peter: “Dat klinkt misschien heel egoïstisch, maar we kennen elkaar nog helemaal niet lang!”
Roy: “Ik ben ook gewoon veel te jong, haha. Daar ben ik nog helemaal niet mee bezig.”
Fotografie: Roel Janssen