Dit jaar werd tijdens het prestigieuze filmfestival in Cannes voor de tiende keer de Queer Palm uitgereikt aan een sterk staaltje queercinema. Filmjournalist Robbert Blokland, die alle jaren aanwezig was, blikt terug op de winnaars. Ballonkunstenaar Gilles Tytgat nam de posters opnieuw onder handen.
2010: Kaboom
regie: Gregg Araki
De Amerikaanse cultfilmer Gregg Araki is iemand die alleen maar fervente fans en hardgrondige tegenstanders kent. Met Kaboom keerde de toen 51-jarige maker van Totally Fucked Up en The Doom Generation terug naar de fascinaties waarmee hij in de jaren tachtig en negentig doorbrak: tieners vol twijfels over hun seksuele oriëntatie, krankzinnige complotten en last but not least het einde van de wereld. Het is onbegonnen werk om te pogen het positief stuurloze verhaal te resumeren van deze verleidelijke, volstrekt onvergelijkbare, over de top kruising tussen Donnie Darko en Twin Peaks (maar dan met meer oogstrelend naakt).
2011: Skoonheid (Beauty)
regie: Oliver Hermanus
De eerste Zuid-Afrikaans gesproken speelfilm ooit die werd geselecteerd voor het festival van Cannes vertelt over veertiger François. Hij runt een goedlopende houthandel in Bloemfontein, heeft een mooi huis, een lieve vrouw en geslaagde kinderen. Zijn homoseksuele lustgevoelens botviert hij tijdens avondjes in een afgelegen boerderij waar niemand in het gezin hem ooit naar vraagt. Maar als hij op het huwelijk van zijn dochter de 23-jarige Christian ontmoet, blijken de pijlers onder zijn keurige leven toch niet zo stabiel. De knappe verschijning van Christian laat François niet meer los.
2012: Laurence Anyways
regie: Xavier Dolan
Na J’ai tué ma mere en Les amours imaginaires voltooide de jonge Canadese regisseur-acteur Xavier Dolan zijn eerste Cannes-trilogie met dit wild gestileerde, gepassioneerde en visueel overdadige relaas over Laurence en zijn vriendin Fred. Wanneer zij Laurences dertigste verjaardag vieren, doet hij een bekentenis die hun leven volledig op de kop zet: hij is een vrouw. De turbulente reis die hierop volgt, brengt de twee vrienden dichter bij zichzelf en bij elkaar. Love it or hate it – een middenweg is niet mogelijk bij dit uitzinnige, epische en vooral oprecht aanvoelende liefdesverhaal.
2013: L’Inconnu du Lac (Stranger by the Lake)
regie: Alain Guiraudie
Oftewel: de film die ‘master of suspense’ Hitchcock zou hebben gemaakt als hij zich ooit had willen wagen aan een broeierige thriller over anoniem seksende mannen. Drie van hen – de knappe Franck, de oudere Henri en ongenaakbare Michel – belanden tijdens hun bezoekjes aan een homostrandje in een bizarre driehoeksrelatie. Als Michel een moordenaar blijkt te zijn, moeten Henri en Franck hun relatie met hun strandminnaar herdefiniëren. Regisseur Alain Guiraudie maakte een eenvoudige, directe en hypnotiserende thriller met als unique selling point veel frontaal naakt en zinderende homoseks. De film werd in 2013 gebombardeerd tot een van de grote verrassingen van Cannes.
2014: Pride
regie: Matthew Warchus
Met Pride maakte regisseur Matthew Warchus de beste feelgoodfilm van de afgelopen jaren. De moderne Full Monty vertelt een van de bizarste episodes uit de recente Britse gay-geschiedenis. In 1984 verklaarde een groep Londense homo’s (onder wie The Wire- en The Affair-ster Dominic West) zich solidair met de stakende mijnwerkers – beide groepen werden immers door talloze media in het verdomhoekje gedrukt en door de politie met harde hand aangepakt. De ongebruikelijke verbroedering verliep uiteraard niet zonder slag of stoot - veel mijnwerkers wilden niet geassocieerd worden met de ‘queers’. Maar uiteindelijk stapte iedereen toch over zijn eigen schaduw heen en zorgde steun van de mijnwerkers er twee jaar later zelfs voor dat homorechten in de Britse wet werden opgenomen.
2015: Carol
regie: Todd Haynes
Todd Haynes is een koning in het tonen van hevige passie die eigenlijk niet mag worden uitgesproken. Ook in Carol zindert het onder de oppervlakte vanaf de eerste seconde dat welgestelde veertiger Carol (Cate Blanchett) en onervaren twintiger Therese (Rooney Mara) elkaar zien. Het is de tijd waarin het woord ‘lesbienne’ nog niet eens bestond, laat staan dat werd geaccepteerd dat een dame van stand haar degelijke echtgenoot zou verlaten voor een andere vrouw. Toch is dat wat Carol zich voorneemt als blijkt dat de gevoelens wederzijds zijn. Haynes focust met zijn film niet op alle gekrakeel van de buitenwereld, maar juist op de veelal woordeloze emotionele achtbaanrit waarin de twee vrouwen belanden na hun eerste ontmoeting.
2016: Les Vies de Thérèse (The Lives of Thérèse)
regie: Sébastien Lifshitz
Vlak voor de wereldpremière in Cannes overleed de Franse feministe en LHBTQ-rechtenactiviste Thérèse Clerc aan de gevolgen van kanker. Het gaf deze openhartige en confronterende documentaire over haar leven zeker ‘momentum’. Maar ook zonder dit noodlottige toeval had de film vermoedelijk de Queer Palm wel gewonnen. Clerc voerde in de jaren zeventig illegale abortussen uit in haar appartement, ontdekte de lesbische liefde en richtte een vluchthuis op waar vrouwen worden opgevangen die het slachtoffer zijn van huiselijk geweld.
2017: 120 Battements par Minute (120 Beats per Minute)
regie: Robin Campillo
In de jaren negentig was Frankrijk het laatste grote Europese land dat – mede onder druk van de actieve homobeweging – het aidsprobleem erkende. Regisseur Robin Campillo (Entre les Murs) vond na een kwart eeuw eindelijk de moed om een film te maken over deze naar eigen zeggen cruciale periode in zijn leven. De meeste scènes uit het leven van de actiegroep ACT UP, die probeerde bewustzijn over aids en hiv te creëren bij de Franse bevolking, zijn gebaseerd op zijn eigen ervaringen. De film werd gekozen tot Franse Oscar-inzending van 2018, maar won helaas niet.
2018: Girl
regie: Lukas Dhont
De vijftienjarige Lara is geboren in het lichaam van een jongen en wil niets liever dan ballerina worden. Ze begint tegelijkertijd aan haar hormoonbehandeling én de loodzware opleiding aan de balletacademie, een combinatie die enorm veel druk op het meisje legt. Haar alleenstaande vader is erg begripvol, haar docenten proberen haar aan alle kanten te helpen en het medisch personeel steunt haar waar mogelijk. Maar dat neemt alle wanhoop, pijn, twijfel en eenzaamheid bij Lara over het proces dat zij doormaakt niet weg. Het omstreden anderhalf uur durende debuut van de 26-jarige Lukas Dhont kent geen shot te veel en geeft een ontroerend gezicht aan de korte krantenberichtjes over de problemen waarmee jonge transpersonen worstelen.
2019: Portrait de la jeune fille en feu
regisseur: Céline Sciamma
Het Franse kostuumdrama Portrait de la jeune fille en feu werd in Cannes door veel mensen getipt als grote kanshebber voor de Gouden Palm; uiteindelijk moest regisseur Céline Sciamma genoegen nemen met de prijs voor beste scenario én de Queer Palm. De film reconstrueert een 18e-eeuwse liefdesgeschiedenis tussen twee vrouwen; zij leren elkaar kennen als de een de opdracht krijgt de ander te portretteren voor haar huwelijk. Sciamma schetst geraffineerd hoe de zeer beperkte vrijheid die vrouwen in die tijd hadden zich ook uitte in de kunst en de manier waarop vrouwen werden geportretteerd. Zowel cast als crew van Portrait de la jeune fille en feu bestonden vrijwel alleen maar uit vrouwen. Er waren dit jaar sowieso opvallend veel sterke kandidaten voor de Queer Palm. And then we danced is een prachtig portret van een jonge gay danser die in het streng conservatieve Georgië worstelt met zijn geaardheid. En het ontroerende Port Authority (in Un Certain Regard) vertelt over donkere transvrouw Wye die twijfelt of ze de liefde moet verklaren aan de gekwetste jonge einzelgänger Paul.
Beeld: Gilles Tytgat (@the_inflatable_balloon)
Lees ook ons interview met Gilles Tytgat: “Met ballonnen kaart ik maatschappelijke thema’s aan op vriendelijke wijze”