Na veel kritiek kwam onderwijsminister Arie Slob terug op zijn omstreden opmerkingen over het afwijzen van homoseksualiteit, maar lhbtq-predikant Wielie Elhorst is er niet gerust op. “We moeten goed letten op wat Slob hier níét zegt.”
Wat is burgerschap op school waard als ouders van de leerlingen wordt gevraagd een verklaring te ondertekenen die afstand neemt van homoseksualiteit? Alsof dat überhaupt kan, maar dat terzijde.
Afgelopen maandag stelde minister Arie Slob van Onderwijs in de Tweede Kamer dat reformatorische scholen ouders mogen vragen een dergelijke verklaring te ondertekenen. Je zou maar veertien zijn, leerling op een reformatorische school, en ontdekken: het zit bij mij geloof ik net even anders. En vervolgens besef je dat je ouders hun handtekening hebben gezet onder een schriftelijke afwijzing van wat jij ervaart en voelt.
“Jongeren die blootgesteld worden aan deze boodschap denken zes keer vaker dan gemiddeld aan zelfdoding”
De afgelopen dagen sprak ik met een paar bekenden, oud-leerlingen van reformatorische scholen, over de pijn die zo’n boodschap van minister Slob doet, zelfs na vele jaren. Over wat de voortdurende afwijzing van homoseksualiteit met je doet, als tiener, wanneer je nog nauwelijks weet wat je allemaal moet met die gevoelens. Ik heb het al heel vaak gezegd: een omgeving met dit soort boodschappen is schadelijk en jongeren die hieraan worden blootgesteld, zo blijkt uit onderzoek, denken zes keer vaker dan gemiddeld aan zelfdoding. Ik kan er niet bij dat dit maar niet wil doordringen in de hoofden en vooral de harten van de bestuurders van deze reformatorische scholen.
De vrijheid van onderwijs in ons land vind ik een groot goed. Juist die vrijheid maakt diversiteit mede mogelijk. Datzelfde geldt voor de vrijheid voor godsdienst. Maar dat pleit geen enkele school vrij er niet alles aan te doen de pedagogische omgeving zo in te richten dat de leerling zich veilig en zelfstandig kan ontwikkelen en leert eigen, vrije keuzes te maken, ook ten aanzien van haar of zijn seksuele oriëntatie of genderidentiteit.
“Mijn juf las een verhaal voor over twee verliefde jongens. Wat een geluk had ik met deze school”
Ik kan het me nog goed herinneren. Ik zat in 1981 in de eerste klas op de protestants-christelijke Da Costa MAVO in Sliedrecht. Terwijl de hele klas stil zat te tekenen, las de tekenjuf een verhaal voor over twee jongens die verliefd werden op elkaar. Ik was dertien en vond het megaspannend om te horen, maar wat was ik tegelijkertijd blij. Kriebels in mijn buik. Dit ging over mij! Wat een geluk had ik met deze juf en op deze school. Moet het overal zo? Het liefst wel, maar als een school op basis van de eigen identiteit terughoudend wil zijn, dan is hier toch minimaal een vereiste dat de verschillende manieren waarop mensen met hun seksuele oriëntatie en genderidentiteit om willen gaan, neutraal wordt aangeboden en niet wordt voorzien van een in dit geval dreigende religieuze normativiteit.
En die mogelijkheden zijn er. Nu al meer dan tien jaar gaan de voorlichters van ‘Homo in de klas’ middelbare scholen langs en delen daar hun verhaal als christelijke lhbti+’er. Zij delen daar de diversiteit aan keuzes die zij voor hun leven maken. Keuzes die ik niet allemaal even goed kan volgen, maar als ze persoonlijk en in vrijheid zijn gemaakt, is het niet aan mij om daarover te oordelen. Goed christelijk onderwijs gunt mijns inziens leerlingen en hun ouders het onvoorwaardelijke vertrouwen dat ze goede keuzes kunnen en zullen maken, keuzes die hun menselijkheid dienen. En als God iets wil, zeg ik als theoloog en dominee, dan is het dat mensen hun menselijkheid omarmen, alles erop en eraan. Hoe dan ook is duidelijk: een veilig leerklimaat is onmogelijk wanneer ouders wordt gevraagd een verklaring te ondertekenen die afstand neemt van homoseksualiteit.
“Je mag ouders dus wel vragen het praktiseren van homoseksualiteit af te wijzen?”
Inmiddels lijkt minister Slob wat te zijn teruggekrabbeld. Gert-Jan Segers, zijn partijgenoot van de ChristenUnie in de Tweede Kamer, lijkt er ook geen doekjes om te winden in een boodschap op Facebook. Hij schrijft: "Er kan geen sprake zijn dat iemand vanwege zijn homoseksuele identiteit wordt afgewezen of dat ouders gevraagd worden een verklaring te ondertekenen die die identiteit afwijst." Het lijkt duidelijk, maar ik ben er toch niet helemaal gerust op. In de wereld van het behoudende christendom kennen we maar al te goed het bizarre onderscheid tussen ‘zijn’ en ‘doen’: je mag wel homo zijn (identiteit), maar je mag het niet doen (praktiseren). Het blijft daarom van belang vooral te letten op wat er níét wordt gezegd. Je mag ouders dus wél vragen een verklaring te ondertekenen die het praktiseren van homoseksualiteit afwijst, of de wens te zoeken naar een relatie? Ik hoop dat Gert-Jan Segers zich hier desgevraagd net zo duidelijk over uitspreekt.
Ook minister Slob laat mijns inziens het achterste van zijn tong niet zien. Uit een bericht van de NOS:
De minister zegt dat je wel moet kijken wat er precies in de verklaringen van religieuze scholen staat. "En als ze in strijd zijn met een veilig klimaat op school, dan moeten ze op een goede manier worden aangepast."
Áls ze in strijd zijn met een veilig klimaat op school? Deze boodschappen zijn áltijd in strijd met een veilig klimaat. Ze zetten leerlingen – en hun ouders – klem in een onvrije ruimte die niet uitnodigt tot een open gesprek over een onderwerp dat zo elementair is voor alle mensen: hun seksualiteit, hun seksuele oriëntatie en/of genderidentiteit.
Als de inhoud van de vrijheid van onderwijs wordt dat je je af kunt schermen van essentiële samenlevingsvraagstukken met ouderverklaringen als deze, dan mag de vrijheid van onderwijs van mij op de helling. Dit moeten we niet willen. Dat een minister van Onderwijs een potentieel precedent als dit niet wil verbieden, ook al krabbelt hij nu terug, vind ik ernstig zorgelijk.
Meer lezen? Lees hier alle columns van Wielie Elhorst.
Foto: © Peter van der Wal