In Confettiregen beschrijft Splinter Chabot de worsteling met zijn homoseksualiteit. Hij werd overspoeld door reacties. De mooiste bundelde hij in een nieuw boek: Roze brieven. Briefschrijver Stijn (22) over de impact die een coming-outverhaal anno nu nog kan hebben.
Stijn de Vries (22) is journalist en fotograaf en woont in Amsterdam.
“Ik kwam de baarmoeder uit met een barbiepop in m’n hand. Mijn ouders wisten al heel lang wat er aan de hand was. Of je nou met een jongen of meisje thuiskomt, zeiden ze, het maakt ons niks uit. Maar ik kwam uit Almelo, waar een spijkerbroek met een gat erin al gay is. Dan breekt de halve aula z’n nek. Op school ben ik nooit gepest, ik heb nooit ‘kutflikker’ gehoord, maar ik was altijd de ‘odd one out’. Pas toen ik naar Utrecht verhuisde kwam ik uit de kast. Het had niets met m’n familie te maken, maar met alles eromheen. De maatschappij, reclame, televisie. Dat je op het nieuws ziet dat in Rusland homo’s in elkaar worden geslagen. Nu trek ik aan wat ik leuk vind en krijg ik daar complimentjes over. Hier wordt het gevierd als je jezelf bent.
Voor mijn afstuderen aan de School voor Journalistiek moesten we allerlei soorten artikelen gepubliceerd krijgen: een column, een interview, een achtergrondstuk. Mijn column wijdde ik aan m’n coming-out. Vaak lees je in de media dat het misgaat, ik wilde laten zien dat het ook goed kan gaan. In dezelfde periode kreeg ik Confettiregen thuisgestuurd – ik onderhoud de Instagram-pagina van de L’HOMO. Daarin las ik zo veel overeenkomsten. Splinter beschrijft sierlijk en gedetailleerd hoe het is om anders te zijn. Net als hij, heb ik een leger vriendinnen, die ik altijd kan bellen. Voor de Gaykrant interviewde ik Splinter. Mijn column verscheen uiteindelijk op Winq.nl en een ingekorte versie later in Het Parool. Meteen had ik een stuk of tien nieuwe volgers, van wie de helft jongetjes van vijftien. Aan de achternamen kon ik zien dat ze uit Twente kwamen – die eindigden meestal op -ink of -huis. Ik hoop dat zij ook zien: uiteindelijk komt het allemaal goed.”
Beeld: Chris & Marjan