Chef redactie Martijn Kamphorst legt uit waarom we de term 'homohuwelijk' beter niet meer kunnen gebruiken, hoe lekker die ook van de tong rolt.
Hoe heerlijk de term ‘homohuwelijk’ ook van de tong rolt, het zou beter zijn als we hem niet meer gebruiken. Ten eerste bestaat het simpelweg niet, zo’n ‘homohuwelijk’. Na een decennialange strijd werd Nederland in 2001 het eerste land ter wereld dat het reeds bestaande burgerlijk huwelijk openstelde voor stellen van gelijk geslacht. Van een nieuw soort verbintenis was geen sprake.
Ten tweede: mannen- of vrouwenstellen die met elkaar in het spreekwoordelijke huwelijksbootje stappen zijn niet per se gay. Misschien vallen ze wel op alle genders of plakken ze liever helemaal geen label op hun verlangens. De term biedt ook geen ruimte aan non-binaire personen, die bij de overheid wegens gebrekkige wetgeving vaak als ‘man’ of ‘vrouw’ geregistreerd staan, maar zich niet als zijnde identificeren.
“In deze special trachten we het woord ‘homohuwelijk’ op zoveel mogelijk manieren te vermijden”
Ten slotte vermoed ik dat dit woord regelmatig tot een anticlimax leidt. Vaak gehoord: “Leuk, dit wordt mijn eerste homohuwelijk!” Volgens mij stelt deze persoon zich een bruiloft voor met minimaal twintig dragqueens, dertig go-go boys en een gastoptreden van Anita Meyer. Was het maar zo’n feest: weet je wat het kost om die vrouw te laten aanrukken vanuit Blaricum?
Op Winq.nl trachten we het woord ‘homohuwelijk’ daarom op zoveel mogelijk manieren te vermijden, omzeilen en vervangen. Het gevecht heeft altijd simpelweg gedraaid om huwelijksgelijkheid. Voor onze queer trouwspecial spraken we met mensen die voor dit recht vochten, de eerste mensen die er gebruik van maakten en bekende gezichten die er hun eigen draai aan geven.
“Ook dat is emancipatie: het recht je leven net zo ‘burgerlijk’ in te vullen als ieder ander”
Ook blikken we terug: dertig landen volgden de afgelopen twintig jaar het Nederlandse voorbeeld. Een matige score, zegt de scepticus in mij. We hebben er immers nog 165 te gaan. Politicus Boris Dittrich, die zich over de hele wereld inzette voor gelijke huwelijksrechten, is echter positief verrast. “Ik was vooral verbaasd dat het in Zuid-Amerika zo aansloeg.” In de meeste landen waar hij zich hardmaakte voor een openstelling, moest hij tegenstanders geruststellen. Een revolutie en goddelijke straffen waren in Nederland uitgebleven. “Ik vertelde dat het leven hier gewoon doorging, maar dat mensen er iets gelukkiger van waren geworden. Vaak vonden ze dat een openbaring.”
Een aantal van jullie vraagt zich misschien af: waarom vechten voor zoiets truttigs als het recht te kunnen trouwen? Nederland kent sinds 1998 immers ook het geregistreerd partnerschap, dat inmiddels aan alle Nederlanders nagenoeg precies dezelfde rechten biedt. Maar ook dat is emancipatie, het recht je leven net zo ‘burgerlijk’ in te vullen als ieder ander. Laat het daarbij aan de regenbooggemeenschap over dit instituut op een eigen manier in te kleuren.