Vier ‘serodiscordante’ stellen – een van hen heeft hiv, de ander niet – vertellen welke rol hiv speelt in hun relatie. Richard Toeange (61) heeft 8 jaar hiv en is 42 jaar samen met Henk Smulders (73).
Richard: “In de eerste decennia van onze relatie lieten we ons nooit testen. We waren monogaam en ik gaf nota bene seksuele voorlichting namens de GGD op mannenontmoetingsplekken.”
Henk: “Richard kreeg op den duur de behoefte af en toe met een andere man seks te hebben. Leuk vind ik het niet, maar het is zijn keuze en ik geef hem die vrijheid. Tijdens een van die contacten liep hij hiv op.”
R: “Eerst dachten we dat ik een virus had opgelopen in Indonesië – daar waren we vlak daarvoor samen geweest. Achteraf bleek het een acute hiv-infectie te zijn. Daardoor werd ik in no time ineens heel erg ziek, maar was het virus nog niet te detecteren in mijn bloed.”
H: “Het was een enge tijd. Richard was zo ziek dat hij bijna in schock raakte. Hij was nauwelijks aanspreekbaar.”
R: “Pas drie maanden later, toen ik net hersteld was, bleek dat ik hiv had.”
H: “Ik schrok even – Richard had me over dat laatste contact niets verteld – maar ik heb het hem nooit kwalijk genomen. Die dingen gebeuren. Daarbij: hij voelde zich al zo schuldig, moest ik dat nog erger maken? De eerste maanden was seks wel lastig. Richard voelde zich vies, was bang mij te infecteren.”
R: “Zelfs beschermd vond ik het eng. Ik heb uiteindelijk veel gehad aan een lotgenotengroep van de Hiv Vereniging, waar Henk mij attent op maakte. Nu geef ik zelfs voorlichting over hiv als ervaringsdeskundige. Daardoor merk ik hoeveel onwetendheid er nog is. Ik zie ook hoopvolle ontwikkelingen, met name op scholen. Daar lukt het me soms jongeren echt van inzicht te doen veranderen.”
“Ik voel me gezonder dan ooit sinds ik onder behandeling sta”
H: “Richards familie weet nog van niets.”
R: “Mijn zus weet wel dat ik voorlichting geef over hiv, maar het komt niet in haar op dat ik het zelf ook zou kunnen hebben. Ik zie er geen meerwaarde in. Daarbij heeft mijn familie een bewogen tijd achter de rug. Een paar jaar geleden kwam een van mijn broers uit de kast – hij heeft vijf kinderen met een vrouw en elf kleinkinderen – en een neefje en nichtje zijn momenteel beiden in transitie. Volgens mij is dat wel even genoeg voor mijn ouders om te verwerken. Ik wil ze niet onnodig bezorgd maken. Ik voel me gezonder dan ooit sinds ik onder behandeling sta.”
H: “Toen we net gingen daten, waren Richards ouders daar niet blij mee. Ik had hem zogenaamd ‘slecht gemaakt’. Door alle coming-outs en scheidingen – Richard is van hun vijf kinderen de enige die nog steeds getrouwd is – zijn zij daar heel anders over gaan denken. Ik vermoed wel dat Richards moeder beter op zijn hiv-status zou reageren dan zijn vader.”
R: “Ik doe het in stapjes. Misschien laat ik dit interview binnenkort eerst maar eens zien aan onze dochter.”
Beeld: Oof Verschuren / Styling: Xaviera Aubri / Grooming: Bastien Zorzetto