Militair arts Mohan Verstegen, cisgender en gay, en sergeant-majoor Mees Soffers, transgender en lesbisch, maken zich hard voor meer diversiteit binnen Defensie. “Bij de jonge cadetten voel ik me inmiddels superveilig op mijn hakjes.”
Droomden jullie als kind al van een baan bij Defensie?
Mees: “Ik was dolblij dat de dienstplichtbrief in 1990 op de mat viel. Militair worden was voor mij een roeping. Ik kan als een van de enige vrouwen van Nederland zeggen dat ik mijn dienstplicht vervuld heb.”
Mohan: “Ik kwam meer bij toeval bij Defensie terecht. Ik kende niemand die er werkte, maar een kennis raadde mij aan een keer te gaan kijken. Een aantal vrienden en familieleden waren daar best sceptisch over.”
Hoezo?
Mohan: “Ze vroegen zich af of het bij mijn karakter zou passen; in mijn privéleven ben ik vrij chaotisch en erg op mijn vrijheid gesteld. Ze waren ook bezorgd, vroegen zich af of ik daar als homoseksuele man van kleur wel op mijn plek zou zijn."
Is het je meegevallen?
Mohan: “Ik werk binnen de geneeskundige dienst. Dat is een wat vriendelijkere tak van Defensie. De sfeer is er voor mijn gevoel iets liberaler dan binnen andere lagen van Defensie.”
Heb jij je altijd geaccepteerd gevoeld binnen de Landmacht, Mees?
Mees: “Op mijn negentiende ging ik in dienst en ik was een modelmilitair, voorbestemd een grote rol te krijgen in de onderofficierswereld. Tot ik uit de kast kwam als transgender.”
Wanneer was dat?
Mees: “Rond 2008, tijdens een uitzending. Ik barstte letterlijk en figuurlijk uit mijn vel. Op mijn vierde had ik al door ik verschilde van mijn buurjongens, maar jarenlang speelde ik de rol die van mij verwacht werd. Na die uitzending werd in gesprekken met psychologen duidelijk dat ik genderdysforie had: mijn genderidentiteit kwam niet overeen met mijn geslacht.”
Hoe reageerden je collega’s?
Mees: “Ik werd direct van mijn troon gestoten. Alles wat ik had gepresteerd, telde ineens niet meer mee. Wat volgde waren een paar lastige jaren waar ik niet graag aan terugdenk. Gelukkig wist ik uiteindelijk uit dat dal te klimmen en kan ik nu zeggen: de keuze voor mezelf is de mooiste die ik ooit gemaakt heb. Ook bij Defensie beginnen ze inmiddels te wennen aan het idee.”
“Inmiddels zijn er 26 trans personen uit de kast bij Defensie”
Hoe ging Defensie met die lastige periode om?
Mees: “Ik werd ondersteund door Stichting Homoseksualiteit en Krijgsmacht en de HR-afdeling. Zij regelden voor mij een overplaatsing naar mijn woonplaats Breda, waar ze een warm nest voor me gecreëerd hebben.”
Hadden de mensen die jou discrimineerden niet overgeplaatst moeten worden?
Mees: “Het ging om een grote groep. Hen allemaal overplaatsen, daar was voor de baas geen beginnen aan. Ik wilde er zelf ook graag weg, ik voelde me er niet meer veilig.”
Werken er naast jou meer trans personen bij Defensie?
Mees: “Ik was een van de eersten die in uniform in actieve dienst ging, maar inmiddels zijn er 26 trans personen uit de kast bij Defensie.”
Mohan, jij spreekt je op social media vaak uit over discriminatie, zowel binnen Defensie als daarbuiten. Waar komt die drive vandaan?
Mohan: “Van mijn ouders, vermoed ik. Mijn moeder leerde me dat ik mag zijn wie ik ben en daarvoor op moet komen. Mijn vader gaf me het sociale mee, voor elkaar zorgen en opkomen. Dat doe ik nu voor iedereen die, net als Mees en ik, buiten de norm valt. Ik richt me op verandering op de lange termijn. Soms hangt daar een prijskaartje aan.”
Hoe bedoel je dat?
Mohan: “Een paar jaar terug plaatste ik twee foto’s van mezelf op Instagram: op de ene zag je mij in uniform, op de andere droeg ik een roze jurk. Een homoseksuele collega van me gaf aan dat hij daar niet blij mee was, omdat hij er ook negatieve reacties op ontving. Daar heb ik wel wakker van gelegen. Het is klote te horen dat jouw acties iemand anders leven minder fijn maken. Tegelijkertijd vind ik nog steeds dat ik hier niet fout zat. Deze frictie ontstaat nu eenmaal wanneer je ook maar een fractie afwijkt van de harde norm die heerst in de samenleving.”
Je anekdote doet me denken aan queer personen die zich beklagen over de Canal Parade omdat die een stereotype beeld van onze community zou schetsen.
Mees: “Defensie vaart ook al jaren mee tijdens de Canal Parade, in uniform. Niet heel uitbundig – we deinen subtiel mee op de muziek – maar de reacties van het publiek zijn overweldigend. Ik had op die boot kippenvel tot op mijn kruin.”
"Voor veel collega's lijkt te gelden: je mag wel homo zijn binnen Defensie, maar dat mag niet al te duidelijk zijn”
Hoe reageerden collega’s die niet op de boot stonden op jullie deelname?
Mees: “Sommigen noemden het ‘uniform-onwaardig’, maar ik sta daar juist met ontzaglijk respect voor het uniform. Op die boot vieren we de vrijheid voor anderen én voor onszelf. Vergeet niet; tot 1974 was het nog verboden homoseksueel te zijn binnen het leger. Dat er nu naast vele homoseksuele collega’s zelfs 26 trans personen werken, laat zien dat we een flink eind zijn gekomen sinds toen.”
Mohan: “Ook ik hoor nog veel negatieve geluiden over onze deelname aan de Canal Parade. Vooral dat we op die boot ons uniform dragen maakt veel los. Veel collega’s vinden de associatie van het uniform met de lhbtq-gemeenschap ongemakkelijk. Als je doorvraagt wat ze precies bedoelen met die associatie, komt het neer op het volgende: je mag wel homo zijn binnen Defensie, maar dat mag niet al te duidelijk zijn.”
Waar zit het werk, qua lhbtq-acceptatie binnen Defensie?
Mees: “In de speldenprikken, de vervelende opmerkingen, die nog dagelijks worden gemaakt op de werkvloer. Daardoor zijn er nog steeds collega’s die zichzelf niet kunnen of durven zijn. Wat wel veel beter gaat dan voorheen is de voorlichting over diversiteit en inclusie. Dat initiatief kwam vanuit de cadetten zelf, waardoor het veel meer gedragen wordt binnen de organisatie. Bij de jonge generatie militairen voel ik mij inmiddels superveilig op mijn hakjes, dat was een paar jaar geleden wel anders. Aspirant-officieren worden ook steeds diverser, merk ik. Als je vroeger ook maar iets afwijkte van de macho heteronorm, kreeg je al de vraag of je wel geschikt was als officier, of je niet te zacht was.”
“Wij maken ons niet zichtbaar om anderen te schofferen, maar uit liefde voor Defensie”
Terwijl diversiteit en empathie mij juist belangrijke kwaliteiten lijken aan het front.
Mees: “Kijk, we zijn er wel om oorlog te voeren als het moet. Wij kunnen ook doodgaan. Dat moet je beseffen en daar moet je tegen kunnen.”
Mohan: “Maar de manier waarop we vechten verandert snel. Het gevecht vindt steeds vaker digitaal plaats, via social media, in plaats van op een grote open vlakte met tanks. Dat betekent dat er andere kwaliteiten nodig zijn bij Defensie. De noodzaak voor diversiteit is er nu al. We kampen met een stevig personeelstekort. In diversiteit en inclusie zie ik dé oplossing voor dat tekort. Veel jongeren hebben nu niet het idee dat Defensie voor hen een passende werkgever is. Gelijkwaardigheid is dus niet alleen ideologisch belangrijk, maar ook praktisch van belang.”
Op 26 juni is het Nederlandse Veteranendag. Waar draait die dag om?
Mees: “Het is een viering van de veteraan. Nederland is het enige land ter wereld waar ook actief dienende militairen de titel veteraan dragen.”
Mohan: “Het vieren staat centraal, maar individuele militairen herdenken die dag ook collega’s die zij zijn verloren. Daarin zit denk ik ook de pijn wanneer we in uniform op een boot staan tijdens Pride. Voor veel militairen is dat uniform onlosmakelijk verbonden met het verlies van collega’s. En dan staan wij daarin op een boot, te feesten. Ik snap ergens waar het sentiment vandaan komt.”
Mees: “Maar datzelfde geldt voor mij, ook ik verloor tijdens mijn eerste uitzending een aantal collega’s. Wanneer ik het draag, moet ik altijd aan hen denken. Ook op die boot. Ik zie het zo: je kunt vieren en herdenken tegelijk. De trots, het verdriet, het kameraadschap, het zit allemaal in dat uniform.”
Mohan: “Wij maken ons niet zichtbaar om anderen te schofferen, maar uit liefde voor Defensie en voor Nederland.”