Joris de Bruin (17, hij/hem) is voorzitter van de GSA (Gender & Sexuality Alliance) op zijn middelbare school in Gorinchem. Robin Lemònt (22, zij/haar en hen/hun) is dit jaar de Youth Ambassador van Pride Amsterdam. Samen praten zij over allyship in de klas. “Bij ons op school heb ik gelukkig al heel lang geen mensen meer met ‘homo’ horen schelden.”
Robin: “Zodra ik op school uit de kast kwam, stond ik bekend als ‘de gay’. Experimenten met mijn genderexpressie, bijvoorbeeld door een jurk of make-up te dragen, zorgden regelmatig voor verbaasde blikken. Ik richtte op mijn school een GSA op, maar ik kwam eerder op voor mijn vrienden dan andersom. Ik had er veel aan gehad als er ook ally’s voor mij waren geweest.”
Joris: “Ik groeide op in een klein dorpje waar ik als hetero nauwelijks in aanraking kwam met de lhbtq-gemeenschap. Wel leerden mijn ouders me van jongs af aan dat ‘homo’ geen scheldwoord is. Later raakte ik goed bevriend met een lesbisch meisje en mijn beste vriend – we zijn echt samen opgegroeid – kwam uit de kast. Daardoor besloot ik me aan te sluiten bij de GSA op mijn school. Toen dat bekend werd, wachtte een schoolgenoot me na school op en schold hij me uit. Een andere school in Gorinchem was vorig jaar negatief in het nieuws omdat leerlingen er gedwongen werden uit de kast te komen. Wij hebben toen demonstratief de regenboogvlag uitgehangen. Bij ons op school heb ik gelukkig al heel lang geen mensen meer met ‘homo’ horen schelden.”
R: “Diversiteit op het gebied van gender en seksuele voorkeur moet in het lesmateriaal veel prominenter naar voren komen. Het mag vaker en uitgebreider besproken worden, en niet alleen op Paarse Vrijdag [een dag waarop scholieren paars dragen om zich solidair te tonen met de lhbtq-gemeenschap – red.]. Dat zorgt voor zichtbaarheid en daardoor normalisering.”
J: “Tijdens biologie hoorde ik alleen over homo’s, bi’s en transgender personen. Daarbij was de uitleg over trans personen heel anders dan wat ik van mijn eigen trans vrienden hoorde. Dat kan beter. Kinderen moeten van jongs af aan leren dat lhbtq’s niet ‘anders’ zijn. Het idee dat iedereen hetero is tenzij anders aangegeven, moeten we de wereld uit helpen. Als kinderen een diverser wereldbeeld krijgen, weten ze als ze opgroeien beter wat de opties zijn.”
R: “Overigens niet alleen op het gebied van seksuele en genderdiversiteit, maar ook over mensen van kleur of mensen met een beperking.”
J: “Soms hoor ik mensen om me heen zich afvragen of zo’n pride nou nodig is en waarom het zo over de top moet? Dat zou ik als ally beter willen kunnen uitleggen. Wat zou jij daarop antwoorden, Robin?”
R: “Dat het naast een heel mooi feest ook een activistische rol heeft. Het is het uitgelezen moment te laten zien wie je bent en waar je voor staat. Zeker voor mensen die in de kast hebben gezeten en nu voor het eerst kunnen laten zien wie ze écht zijn.”
Beeld: Henri Verhoef
MUAH: Marly van den Bosch