Volgens columnist Bo Hanna staat religie op gespannen voet met lhbtq-emancipatie, in het bijzonder in het onderwijs. "Jouw vrijheid eindigt waar die van een ander begint, zo luidt een mooie cliché. De praktijk blijkt weerbarstiger."
Laatst nam ik deel aan een paneldiscussie over de verenigbaarheid van religie en homoseksualiteit. “God zou mij nooit een uitdaging hebben gegeven die ik niet had aangekund”, stelde een van mijn mede-panelleden. Deze persoon vond júíst in het christendom de kracht zichzelf te zijn, ondanks dat hij door zijn kerkgemeenschap verstoten was. Het intrigeerde me. Hier zat iemand met een soortgelijke ervaring als ikzelf, wiens mening over dit onderwerp haaks op de mijne stond. Religie staat in mijn optiek namelijk wel degelijk op gespannen voet met lhbtq-emancipatie.
“Het verbieden van conversietherapie blijkt in Nederland niet zo simpel”
Jouw vrijheid eindigt waar die van een ander begint, zo luidt een mooie cliché. De praktijk blijkt weerbarstiger; verschillende vrijheden botsen soms met elkaar. Zo ontstond er in ons land onlangs veel commotie toen bekend werd dat het kabinet ‘homogenezingspraktijken’ voorlopig nog niet wil verbieden. Volgens de demissionaire CDA-ministers De Jonge en Grapperhaus, van Volksgezondheid en Justitie, komen bij deze kwestie verschillende grondrechten in het geding. Zoals het verbod op discriminatie, vrijheid van meningsuiting en vrijheid van godsdienst.
Vorig jaar bleek uit onderzoek dat in Nederland in ieder geval zo’n vijftien therapeuten en organisaties middels conversietherapie homoseksualiteit zeggen te kunnen genezen. Die praktijken vinden vooral plaats in gesloten religieuze gemeenschappen. Onderzoek wijst uit dat minderjarigen die aan dergelijke ‘therapieën’ worden blootgesteld, vaak zware psychische schade oplopen, soms met depressies en zelfdoding tot gevolg. Desondanks blijkt het verbieden van deze praktijken niet zo simpel: de overheid mag zich in Nederland niet bemoeien met geloofsovertuigingen.
Juist in het onderwijs, waar de sleutel tot lhbtq-emancipatie ligt, gaat het mis. In november 2020 stelde Arie Slob, demissionair minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs, dat het scholen vrij staat homoseksualiteit af te keuren, zolang zij voor een ‘veilig leerklimaat’ zorgen voor al hun leerlingen. Je kunt je afvragen hoe veilig een leerklimaat is wanneer een school ouders vraagt een ‘homoseksuele levenswijze’ schriftelijk af te keuren, weigert voorlichting te geven over seksuele en genderdiversiteit of zelfs leerlingen dwingt uit de kast te komen bij hun ouders, zoals laatst gebeurde op een school in Gorinchem.
Scholen zijn in Nederland wettelijk verplicht zorg te dragen voor de sociale, psychische en fysieke veiligheid van alle leerlingen. Voor lhbtq-leerlingen schieten zij echter regelmatig tekort. Mijns inziens zouden openbare scholen iedereen, ongeacht afkomst, seksuele voorkeur of religie, dezelfde kansen moeten kunnen garanderen. Een meerderheid van de Nederlanders denkt er volgens opiniepeilingen net zo over als ik. Onderwijs met een religieuze grondslag, waar het grondwettelijk antidiscriminatiebeginsel soms ondergeschikt wordt geacht aan de vrijheid van onderwijs, is niet meer van deze tijd.
“Lhbti leerlingen verdienen extra bescherming en begeleiding van hun school”
Onze emancipatie is nog lang niet voltooid en het onderwijs is dé plek waar kinderen en jongeren met verschillende achtergronden elkaars verschillen kunnen leren begrijpen, respecteren en omarmen. Een school zou haar leerlingen ruimte moeten bieden zich in alle vrijheid te ontwikkelen. Lhbti leerlingen, die zich in een kwetsbare fase van hun leven begeven, verdienen daarbij extra bescherming en begeleiding.
De vrijheid van godsdienst en levensovertuiging zoals we die in de Nederlandse Grondwet kennen, is een groot goed. Maar het geloof kan simpelweg niet als carte blanche fungeren om lhbti personen te onderdrukken, af te keuren of de deur te wijzen.
Beeld: Celso de Sanders