Sam (32) en Marcel (38) hebben de binnenstad ingewisseld voor een huis met meer ruimte. Ze wonen nu bijna twee jaar in een loft in Amsterdam-Oost dat ze helemaal hebben verbouwd. “Een draagmuur verwijderen is echt niet zo gemakkelijk.”
Sam (interieurarchitect) en Marcel (controller) zagen elkaar in april 2014 voor het eerst in de Amsterdamse Club NYX. Marcel stond met iemand anders te zoenen en Sam, net terug van een reis naar Thailand, wilde daar ook wel wat van.
Dat is die avond niet gebeurd, maar wonderbaarlijk hadden de twee al eens gematcht op Tinder en zo konden ze elkaar toch weer vinden.
Onder één dak
Dat samenwonen ging meteen heel snel: beiden waren individueel al op zoek naar een nieuw huis en vrij snel besloten ze die zoektocht samen verder voort te zetten. Na een half jaar vonden ze een woning aan de Nieuwmarkt in de binnenstad van Amsterdam. Marcel: “De klik is heel goed omdat we elkaar goed begrijpen. We zijn compleet anders maar we weten precies wat we van elkaar kunnen verwachten.” Sam: “Ik vond dat een heerlijk huis. Ik kom uit België en het was net alsof ik iedere dag op vakantie was. Er was een geweldige binnentuin bij en daarin keken wij uit op het Trippenhuis – een oud wapenhandelaars gebouw.”
In 2019 laten ze dat appartement boordevol herinneringen toch achter zich om een volgende stap maken. Naar iets groters. En naar een wijk waar je je niet steeds door een massa toeristen hoeft heen te banen.
In de buurt van het Oosterpark werd een appartement aangeboden op de bovenste verdieping van een verzamelgebouw, dat uit drie studio’s bestond. Ook in die tijd werd in Amsterdam al flink meer geboden voor een huis dan de vraagprijs bedroeg. Toch was deze nog beschikbaar. Marcel: “Dit huis was niet zo sexy – de indeling werd niet optimaal benut...” Gelukkig is Sam interieurarchitect en beschikken ze allebei over voldoende ruimtelijk in zicht om te kunnen inbeelden hoe hun loft eruit zou zien als ze al die muren eruit zouden slaan. Ook de vloer ging eruit tot er een lege betonnen doos overbleef die ze vanaf de grond af aan konden opbouwen. Met strak gestucte wanden, een gietvloer en natuurlijk vooral die grote open ruimte waarin intensief kon worden geleefd. Het huis beschikt nog steeds over drie brievenbussen – als stille herinnering aan de drie studio’s van weleer.
In de lockdownwerkt het koppel thuis, ieder aan een andere kant van dezelfde loft, niet eens zo ver van elkaar –met online meetings is dat weleens onhandig.
Marcel: “Als we hadden geweten dat corona zou komen, hadden we meer dichte ruimtes gemaakt. Maar we gaan een deel nog afscheiden met een glazen wand.” Sam: “Door die open space valt er in dit appartement heel veel licht binnen en Marcels planten gaan daar heel goed op. De ruimte die we konden creëren, met terrassen aan de voor- en achterkant; dát vonden we belangrijk. Het gebouw is zelf niet om aan te zien, maar hey: als je binnen bent, zie je dat toch niet?”
Nee: het is off-white
Voordat ze in hun loft konden trekken, hebben ze een half jaar verbouwd. Sam: “Draagmuren verwijderen is toch niet zo gemakkelijk. Als ik ging kijken bij de verbouwing, kon je het boren op de hoek van de straatalhoren. We hebben bij alle buren maar bloemen gebracht...” En na de verhuizing moest er ook nog veel gebeuren.
“Als het aan mij zou liggen, wordt het een grote maximalistische drukte, met veren en glitters! Maar ja... dat is het dus niet”
Sam: “Ik kon niet kiezen wat ik allemaal wilde. Echt torture! Marcel werd helemaal gek van mij. En nog steeds: die tafel komt uit het oude huis –we willen een mooie, grote ronde tafel, maar ik kan niet kiezen. En ik denk erover om de muren en het plafond in dezelfde kleur als de vloer te schilderen.” Marcel blijft wijselijk stil. En dan: “Als je de planten wegdenkt, wonen we eigenlijk in een museum. Of een ziekenhuis.” Want er is veel wit. “Off-white!” verbetert Sam mij.
Zoveel feestjes als ze aan de Nieuwmarkt hebben gevierd, zijn d’r in Oost nog niet geweest, ook door corona natuurlijk. Gezelschap krijgen Sam en Marcel nu vooral van de vele planten – duidelijk Marcels kindjes. Sam: “De planten zijn meegegroeid met onze relatie want die daar [hij wijst naar een joekel van een plant – red.] begon bij ons met slechts een paar blaadjes.” Marcel: “En die Strelitzia of Paradijsvogelplant gaat super hard in dit huis.” Eigenlijk stonden er nog meer planten maar Sam heeft onlangs de exemplaren die voor het raam stonden weggehaald. Te veel, vindt hij.
Marcel: “Als het aan mij zou liggen, wordt het een grote maximalistische drukte, met veren en glitters! Maar ja... dat is het dus niet.” Enige verslagenheid voel je toch wel als hij dat zegt. Sam is juist euforisch over de vermeende leegte, hoewel een goede beschouwer zou zien dat in dit huis een mooi compromis tussen de twee smaken is ontstaan. Behalve op het toilet dan: daar mag Marcel helemaal los. “Ik vind eigenlijk dat er meer in ons huis mag. Er hangt niks aan de muur, er zijn zowat geen kasten en er staan bijna geen spullen in. Er is niets om iets op te zetten.” Want dat mag niet? Sam: “Hahaha... Nee, dat mag niet!”
Fotografie: Dario & Misja