Zijn eerste speelfilm voltooide Jesse Bleekemolen op zijn achttiende. Vijf jaar later staat hij aan het hoofd van de Nederlandse tak van ITV Studios, een van Nederlands grootste productiebedrijven. “In alles wat ik maak, zit mijn visie op de wereld. Gay zijn maakt daar absoluut een onderdeel van uit.”
Het is lastig om een gaatje te vinden in de overvolle agenda van Jesse Bleekemolen: het wordt ’s ochtends vroeg, op een dag dat de rest van Nederland uitslaapt. De locatie is een groot onbestemd pand in Duivendrecht waar de fictie-tak van ITV Studios Netherlands kantoor houdt, het productiehuis dat vroeger Talpa Fictie heette. Jesse deelt zijn functie als creative producer met Will Koopman, de regisseur/producent van megahits als Gooische Vrouwen, De Familie Kruys en April, May en June.
Hoeveel uur per week werk jij?
“Ik weet het echt niet. Hoeveel uur werkt een gemiddeld mens? Ik maak geen werkweken van veertig uur, eerder het dubbele. Meestal zes dagen per week, soms zeven.”
Hoe houd je dat vol?
“Ik vind het leuk, ik voel mij er goed bij. Het is wel veel en vaak hectisch; het zijn veel ballen die ik in de lucht probeer te houden. Er zijn nu zo’n dertig projecten in verschillende stadia waar ik bij betrokken ben. Sommige daarvan zullen niet doorgaan, anderen staan op het punt gedraaid te worden.”
Je bent 23 en staat aan het hoofd van een van de grootste productiehuizen van Nederland.
“Stilzitten is niets voor mij, ik wil dingen doen, dingen maken. Ik voel me altijd al meer op mijn gemak bij mensen die wat ouder zijn dan ik. Gesprekken voeren met mensen van mijn eigen leeftijd gaat me niet goed af: praten over studeren of over uitgaan voelt zo... vrijblijvend. Bij een gewoon studentenleven kan ik me heel weinig voorstellen.”
Sommige mensen zullen zeggen dat je een raar leven hebt.
“Misschien wel, I don’t care. Ik hou niet van denken in hokjes, ik leef vooral míjn leven. Ik denk dat iedereen dat zou moeten doen.”
Eerste speelfilm
De carrière van Jesse begon op zijn twaalfde, toen de jongen uit De Kwakel zich bij productiehuis Eyeworks meldde voor een snuffelstage. De samenwerking beviel goed; in weekenden en vakanties ging de tiener werken als camjo (camerajournalist) en productieassistent. Maar zijn ambities lagen hoger; op zijn vijftiende besloot hij zijn eigen speelfilm te maken. Jesse had inmiddels een bescheiden netwerk opgebouwd en zocht contact met mensen die hier ervaring mee hadden. “Regisseurs Dennis Bots en Jorkos Damen waren mijn belangrijkste adviseurs in die periode. Zij leerden mij dat je eerst een visie moet ontwikkelen: wat voor verhaal wil je exact vertellen? Ik kwam uit bij het thema zinloos geweld, dat fascineerde mij enorm. En daar was nog nooit een film over gemaakt.”
Het leidde tot de speelfilm Fataal die in november 2016, vlak na zijn negentiende verjaardag, in première ging in het majestueuze Tuschinski-theater in Amsterdam. Jesse maakte de film vooral op goodwill en enthousiasme; cast- en crewleden deden allemaal gratis mee, omdat iedereen geloofde in de plannen van de energieke tiener. Scenarist Dick van den Heuvel (verantwoordelijk voor meerdere Carry Slee-verfilmingen) benaderde hij via internet; met de boeker van bioscoopketen Pathé legde hij contact via LinkedIn. De tiener initieerde alles zelf, tot de distributie aan toe. De première zelf was grotendeels gesponsord, van zijn smoking tot de champagne.
Hoe wist je dat film het medium was om jezelf te uiten?
“Ik voelde me op school niet echt thuis, ik kon weinig met de manier waarop lesgegeven werd. Misschien was ik op een vrije school meer tot mijn recht gekomen, maar die smaak had je niet in De Kwakel, een veendorpje tussen Uithoorn en Aalsmeer. Mensen en situaties filmen gaf mij een gevoel van vrijheid: dit was míjn ding. Ik kon met de camera doen wat ik wilde en hoefde me tegenover niemand te verantwoorden.”
Al op je twaalfde ging je stage lopen in de grote stad. Had die keuze ook te maken met je geaardheid?
“Ik vond het ons-kent-onssfeertje in zo’n dorp altijd wel benauwend. Iedereen wist ook altijd alles van elkaar, ik werd daar best nerveus van. Niet dat ik me ergens voor schaamde, nooit gedaan ook. Maar ik heb wel een tijdje lopen zoeken naar het antwoord op de vraag wat het nou voor mijn leven betekende dat ik op mannen val. Moest ik ook in een string op een boot gaan staan tijdens de Gay Pride? Daar had ik helemaal geen zin in. En moest ik nou een coming-out plannen naar iedereen die ik kende? Ik vond dat maar vervelend en ingewikkeld.”
Wanneer besloot je actief werk te maken van je gay zijn?
“Eyeworks verhuisde op een gegeven moment naar het Raamplein, tegenover de Thermos [oud gaysauna in Amsterdam – red.]. Stond ik daar als jochie van 14, 15 te gluren naar de deur van de sauna, naar de mannen die daar naar binnen gingen. Ik ging pas actief dat leven ontdekken na Fataal, toen ik als regieassistent van series als Fenix of De Kameleon wekenlang in hotels in België of Friesland leefde. Ik heb het ook maar aan mijn ouders verteld: voor je het weet, ziet iemand uit het dorp je op zo’n datingapp en dan gaat het een heel eigen leven leiden. Dus ik zei: pap, mam, ik denk dat ik op mannen val, ik ga dat nu lekker zelf ontdekken, maar dan weten jullie dat in elk geval.”
“Als vijftienjarig jochie stond ik te gluren naar de deur van de gaysauna”
Inmiddels heb je al vier jaar een relatie met Cees.
“Mijn eerste serieuze relatie. Hij brengt balans in het chaotische leven dat ik heb. We komen allebei uit hetzelfde dorp. Ik denk dat we elkaar heel goed begrijpen.”
Jullie waren de enige gays in De Kwakel?
“Er lopen er vast wel meer rond, maar het schept een band. Op de avond van onze eerste date moest ik een crisis oplossen op de set van De Kameleon; ik zat twee uur aan de telefoon. Ik was kapot van het draaien en had niets gegeten, dus na twee biertjes viel ik om. Maar daarna spraken we vaker af; het voelde snel heel goed. We vonden elkaar in de keuze om ons eigen leven te leiden.”
Is je homoseksualiteit in je werk terug te vinden?
“Ik denk dat veel gays heel creatief zijn. Doordat je anders bent dan de rest, denk je sneller buiten de gebaande paden. Je durft verder te kijken dan je neus lang is en na te denken over alternatieven, op alle fronten.”
“Mijn vriend en ik vonden elkaar in de keuze om ons eigen leven te leiden”
Maar je voelt niet de behoefte om bijvoorbeeld in elke film of serie een lhbtq personage te stoppen?
“In alles wat ik maak zit mijn visie op de wereld, en gay zijn maakt daar absoluut een onderdeel van uit. Ik heb ook moeten zoeken waar ik stond in het leven en heb lang geworsteld met een gevoel van onzekerheid, zoals veel gays. Maar het is niet zo dat ik in elke film of serie automatisch een gay, biseksueel of transgender persoon wil stoppen; dat gaat meer fluïde. Ik vind het als maker vooral belangrijk dat elke kijker zich met iemand in een film of serie kan identificeren; dat kan je op heel veel verschillende manieren bewerkstelligen.”
Bibian Mentel
De 23-jarige televisiemaker trad half maart in dienst van ITV en is samen met Will Koopman verantwoordelijk voor de ontwikkeling van nieuwe series en documentaires. Daarnaast blijft Jesse als regisseur aan de slag, deels van projecten waar hij al langer mee bezig was. Zijn meest in het oog springende recente wapenfeit was Leef, de documentaire waarvoor hij maandenlang de in maart overleden snowboarder Bibian Mentel volgde.
Hoe heb je Bibian zo ver gekregen dat zij zich door jou liet volgen?
“Ik las over haar leven en strijd en heb de stoute schoenen aangetrokken om haar te benaderen. Ik zei: er is al zoveel over je gemaakt en gezegd. Maar ik zie constant hetzelfde verhaal. Volgens mij wordt het tijd dat je je échte verhaal doet. Je staat voor positiviteit, maar je bent ook een vrouw, moeder en een partner die het leven gaat verliezen. Hoe bereid je je daarop voor, wat doet dat met een mens?”
Hoe zien we jouw visie op de wereld terug in Leef?
“Toen ik jong was, kreeg mijn moeder een inwendige bloeding in haar darmen. We dachten op dat moment echt dat we haar kwijt zouden raken. Die angst en wat dat toen met ons gezin deed, herkende ik erg in het verhaal van Bibian.”
Je hebt de afgelopen jaren veel documentaires gemaakt en ontwikkeld. Wat trekt je zo aan in dat genre?
“Documentaires zijn over het algemeen sneller te ontwikkelen dan drama. Het duurt soms jaren om een goed fictiescript te ontwikkelen: wie zijn de personages, wat drijft hen? Bij een documentaire vind je een onderwerp en ga je, heel simpel gezegd, draaien. Bovendien leer ik als mens heel veel van het maken van documentaires. Op de set van Fataal merkte ik toch dat ik jong ben en nog weinig levenservaring heb. Hoe ga ik als tiener van 17 een acteur uitleggen om te reageren alsof je een paniekaanval krijgt of alsof je dreigt te sterven? Ik leer voor mijn gevoel heel veel over het leven door met andere mensen te praten en hun verhalen vast te leggen.”
Je bent de afgelopen jaren amper naar buiten getreden in de media. Waarom doorbreek je nu de stilte?
“Ik ben best vaak benaderd voor grote interviews. Maar bekend worden is voor mij geen doel, ik hou ervan om achter de camera’s te staan en te werken. Bovendien was ik nog erg aan het zoeken: wie ben ik, wat heeft Jesse Bleekemolen de wereld te melden en te bieden? Ik heb allerlei opties onderzocht en verkend, zowel in zakelijk opzicht als in mijn privéleven. Die onzekerheid voel ik nu niet meer: dit is wie ik ben en waar ik voor sta. De tijd voelde rijp om dat verhaal één keer uitgebreid te delen.”
Beeld: Rutger Geleijnse