Veel te lang konden ‘gaymers’ zichzelf niet herkennen in de personages die zij besturen, maar een keerpunt lijkt eindelijk in zicht.
De game-industrie is met circa 180 miljard dollar omzet in 2020 vele malen groter dan de wereldwijde filmindustrie. Toch blijft wat in games gebeurt voor de meeste mensen nog verborgen. Het medium is namelijk lang niet zo toegankelijk als een film. Games vragen vaak om dure apparatuur en je moet je meester maken van een controller met een hoop imponerende knoppen en pookjes. Neem je de moeite over die drempel te stappen, dan zijn er inmiddels avonturen te beleven die qua verhaal niet onderdoen voor de grootste films en die bovendien een extra voordeel bieden: je hebt zelf de controle.
Wanneer je niet naar een film zit te kijken maar het personage zelf bestuurt, valt het ook ineens meer op als je jezelf daar niet in herkent. Zo komt de mannelijke held in games nooit eens thuis bij zijn vriend. Games zijn lange tijd gemaakt vanuit een heteronormatief perspectief. Nu het medium groter wordt, lijkt daar eindelijk verandering in te komen.
Licht in de duisternis
De twee meest succesvolle games van 2020, The Last of Us: Part II en Hades, hebben één opmerkelijke overeenkomst: beide plaatsen een queer personage in de hoofdrol. In het eerste spel volgen gamers Ellie, die opgroeit in een harde wereld waarin een schimmel een deel van de mensheid heeft veranderd in zombies. Haar licht in de duisternis is haar vriendinnetje. Samen gaan zij op pad om wraak te nemen op een groep slechteriken die haar vaderfiguur hebben vermoord.
In de game maken spelers tevens kennis met Lev, een transgender jongen die verbannen is uit zijn gemeenschap vanwege zijn identiteit. Zodra Lev mensen van die gemeenschap tegenkomt, roepen ze zijn deadname [de naam die iemand bij de geboorte meekrijgt, maar bewust veranderd heeft – red.]. Net als in film en tv lijkt eerst het lijden van queer mensen behandeld te moeten worden voordat ze gewoonweg kunnen bestaan in deze werelden.
Wat luchtiger is de game Hades. Daarin kruipen spelers in de rol van Zagreus. Deze knappe, biseksuele zoon van de god van de onderwereld probeert uit de hel te ontsnappen en bouwt daarbij onder anderen een relatie op met hunk Thanatos: de dood in levenden lijve. Ook andere personages gebaseerd op goden uit de Griekse mythologieën hebben in dit verhaal queer relaties, die net zo uitgebreid worden behandeld als de hetero relaties.
The Last of Us: Part II leidde al voor de release tot veel ophef onder gamers. Toen tijdens een vroege trailer werd getoond hoe Ellie haar vriendinnetje zoende, ontplofte sociale media met boze reacties. Voor veel gamers leek het te voelen alsof er iets van hen werd afgepakt. Een hoop heteroseksuele gamers werden door gamegigant Sony voor het eerst ‘gedwongen’ om in een grote release te spelen als stoere, doch kwetsbare jonge, lesbische vrouw, in plaats van een sterke heteroman – zoals in het eerste spel –, of een sexy vrouw die op mannen valt.
De twee meest succesvolle games van 2020 plaatsen beide een queer personage in de hoofdrol.
Hoop voor de toekomst
Deze reacties waren voorspelbaar; wat meer opviel waren de blije reacties, van mensen die zichzelf eindelijk gerepresenteerd zagen in een game van dit kaliber. Als hoofdpersonage nog wel. Zo schreef een bekende Nederlandse cosplayer [iemand die zich verkleed als personages uit games of anime – red.] die dag op Twitter: “Het geeft mij hoop voor de toekomst. Ik kan niet eens beschrijven hoeveel het voor mij persoonlijk betekent. Ik ben een vrouw. Ik ben panseksueel/biseksueel. Ik ben al meer dan 26 jaar met games bezig. Toen ik oud genoeg was om het te begrijpen, vertelden de industrie, marketing en evenementen mij dat games niet voor mij waren bedoeld. Dat ik er niet bij hoorde.”
Queer personages in grote games zijn niet nieuw, maar tot nu toe bleven die op de achtergrond. Als een bijfiguur die je tijdens een avontuur tegenkwam en makkelijk kon negeren. Meestal moest je daarbij op internet in een artikel of webstrip lezen dat een personage blijkbaar queer is, terwijl dat deel van diens identiteit in de game zelf volledig werd genegeerd.
Klein, maar fijn
Bovenstaande gaat overigens niet op voor zogeheten ‘indie games’: spellen geproduceerd door kleinere, onafhankelijke ontwikkelaars. Bij grotere producties zijn soms duizenden mensen betrokken; een kleine game wordt in veel gevallen door een enkele creatieveling in elkaar gezet. Dat maakt die producties vaak zeer persoonlijk.
Bij deze kleinere games valt New Found Courage op, van de Australische gamemaker Curtis Campion, een integer verhaal over een jongen die verliefd wordt op zijn beste vriend. De game is met beperkte middelen gemaakt – dat is direct zichtbaar –, maar dat doet geen afbreuk aan de impact. Een andere opvallende titel is Gone Home, gemaakt in een kelder door de kleine ontwikkelaar Fullbright Studios. Hierin dwaal je na terugkomst van een lange reis door Europa door het lege huis van je familie. Daar leer je beetje bij beetje over de coming-out van je zus.
Queer gamemakers zijn er altijd al geweest. De eerste queer videogame, zover bekend, komt uit 1989. In dat jaar kwam C.M. Ralph met de game Caper in the Castro voor Mac-computers. De speler nam de rol aan van detective Tracker McDyke, die op zoek gaat naar een vermiste dragqueen. In het in 1992 uitgebrachte GayBlade van Ryan Best, moesten spelers met handtassen, lange nagels en tiara’s vechten tegen televisieevangelisten en homofobe politieagenten.
Guns out
Goede voorbeelden van deze persoonlijke input in het maken van moderne games komen van kunstenaar Robert Yang. Hij maakt korte spellen over homocultuur en intimiteit. Zoals Rinse and Repeat, waarin je mannen helpt met wassen onder de douche. Of Cobra Club, over dick pics, privacy en lichaamsbeeld.
Gamemakers lijken zich eindelijk te realiseren dat seksuele diversiteit ook zakelijk gezien een goede beslissing is.
Zijn meest indrukwekkende – en relatief serieuze – werk is The Tearoom. Hierin probeert de speler seksueel contact te initiëren in een openbaar toilet, in het Verenigde Staten van 1962. De angst dat de politie elk moment een inval kan doen is altijd aanwezig. Omdat de vorige games van Yang niet waren toegestaan op populaire platformen als streamingwebsite Twitch, besloot de gamemaker om piemels in The Tearoom te vervangen door wapens. Letterlijk.
Dat is overigens niet de enige reden waarom er geen piemels in zijn spel te zien zijn. Gamemakers als Yang lopen ook tegen technische limieten aan. “Als ervaren beoefenaar ben ik van mening dat videogames daar geen recht aan kunnen doen”, stelt Yang bijvoorbeeld over pijpen. “Een wazig aanhangsel dat op je af komt is niet erotisch. Zo’n letterlijke benadering zou teleurstellend zijn. In plaats daarvan wilde ik de fantasie intact houden. De opwinding en het plezier laten zien.” Dat plezier wordt ook duidelijk in zijn game Stick Shift, waarin spelers een homoseksuele auto aftrekken via de versnellingspook.
Pride online
Van een heel andere orde is de zogeheten MMORPG, ofwel Massive Multiplayer Online Role Playing Game. Dit zijn de allergrootste gameproducties op de markt met bekende titels als World of Warcraft en Final Fantasy XIV. Deze games bestaan uit grote online werelden waarin duizenden spelers tegelijk monsters verslaan en opdrachten uitvoeren. In die online universa ontstaan echte vriendschappen en gemeenschappen op basis van gedeelde interesses.
Als grote gamestudio’s geen queer personages toevoegen, doen queer spelers dat zelf wel. Zo zijn er verschillende groepen die een Pride organiseren in deze gamewerelden. Voor velen van hen is dit de enige vorm van Pride die zij bij kunnen wonen, omdat ze bijvoorbeeld in een conservatief Amerikaans dorpje wonen en daar niet uit de kast durven te komen. Via hun personage in de game kunnen ze op die manier soms meer zichzelf zijn dan in hun dagelijkse realiteit. Wellicht maakt dit games zo populair in de lhbtqgemeenschap. Des te pijnlijker is het daarom dat ontwikkelaars queerness zo zelden erkennen en een plek geven in hun fantasiewerelden.
De meest bekende games met homoseksuele relaties zijn die van gamemaker BioWare. De gameseries Mass Effect en Dragon Age geven de speler grootse avonturen, waarin zij zelf kunnen bepalen wie ze zijn en met wie ze in bed duiken. Een mooie ontwikkeling, maar hiermee zijn we er nog niet. Op deze manier krijgen spelers namelijk ook de keuze queerness geen enkele rol te geven in hun spelervaring. De bijfiguren zijn namelijk allemaal ‘playersexual’, hun seksuele oriëntatie wordt bepaald door de keuzes die de speler maakt.
Pas in de nieuwste delen van deze series hebben de niet-speelbare personages meer gedefinieerde persoonlijkheden. Zo komen spelers in Dragon Age: Inquisition de extravagante tovenaar Dorian tegen, die moeite heeft om compleet zichzelf te zijn als homoseksuele man. Spelen gamers als een vrouw, dan is er geen relatie met Dorian aan te gaan. Daarmee zijn andere opties dan cisgender hetero niet langer alleen zichtbaar voor hen die het willen zien, maar voor iedere speler.
Om zijn games gepubliceerd te krijgen op populaire platforms, verving gamemaker Yang in zijn spel piemels door wapens.
Lang heeft de industrie zich gefocust op de jonge, heteroseksuele man. Inmiddels is dat lang niet altijd meer vanzelfsprekend. Niet alleen omdat er achter de schermen een hoop creatieve queer mensen werken aan deze games, maar omdat gamemakers zich eindelijk lijken te realiseren dat er een markt is voor alternatieven.
Bovenal is queerness niet meer verborgen. Het wordt niet enkel geïmpliceerd; queer gamers zien zichzelf nu eindelijk gerepresenteerd in de helden die zij besturen. De verkoopcijfers en prijzenregen voor The Last of Us: Part II en Hades tonen de rest van de industrie dat prominente seksuele diversiteit ook zakelijk gezien een goede beslissing is. Hopelijk leidt dit de komende jaren tot veel meer queer helden en verhalen waar spelers zich in kunnen verliezen.