Tweeënhalf jaar geleden gooiden acteur en kinderboekenschrijver Kevin Hassing (37) en sober coach Jeroen van Zanten (33), ieder apart, het roer om: geen drank meer. “Op mijn 31ste verjaardag kwam ik half-bewusteloos bij zinnen in een gaysauna.”
“Ik drink niet veel, wel regelmatig”, zei Kevin Hassing in 2017 nog in een interview met L’HOMO. ‘Regelmatig’ betekende elke dag. Het probleem dat hij toen al had, erkende hij pas twee jaar later. Jeroen van Zanten dronk zonder moeite een paar dagen niet, maar ging elk weekend tot het gaatje – en verder. Steeds vaker functioneerde hij niet op werk en kwam hij afspraken niet na.
Jeroens drinkgedrag kwam grotendeels voort uit onzekerheid, dat van Kevin uit een angst- en dwangstoornis. In de week van het interview heeft hij net een ‘dwangterugval’, vertelt Kevin bij aanvang: voor het eerst in tijden is hij gezwicht voor die dominante, door angst ingegeven stem in zijn hoofd. “Maar het positieve is dat ik, ook nu het minder goed gaat, totaal geen behoefte heb aan drank.”
“De angstgedachten van toen zijn niet weg, maar nu weet ik dat ik ze zonder drank aankan”
Vroeger had je daar onder deze omstandigheden allang naar gegrepen?
K: “Honderd procent. Ik deed aan zelfmedicatie. Drinken bood me instant relief bij mijn angsten: binnen een half uur was ik van die overheersende gedachtes af. De dag erna kwamen angst en dwang harder terug. Dat merkte ik niet meteen; ik voelde me nét wat slechter. Zo bleef dat oplopen.”
Hoe gaat het deze week?
K: “Mijn dwanggedachten zijn zo heftig dat ik een groot nieuw project heb afgezegd. Voor het eerst sinds ik nuchter ben zou ik het theater ingaan. Op de eerste repetitiedag begon mijn hoofd te protesteren. ‘Je kunt dit niet, je moet ermee stoppen.’ Ik repeteerde stug door, maar vanbinnen was ik in paniek. Dat gevoel kende ik: zo stond ik vroeger op de planken, toen mijn verslaving op zijn ergst was. De angstgedachten van toen zijn dus niet weg, maar nu weet ik dat ik ze zonder drank aankan.”
Jeroen, was de alcohol bij jou ook zelfmedicatie?
J: “Niet bewust, maar ik duwde net als Kevin dingen weg. Dat ik heel ongelukkig was bijvoorbeeld. Ik deed alsof alles goed ging, maar was vreselijk onzeker. Over mijn lichaam, seksualiteit en plek in de maatschappij. Ik vroeg me af of ik zonder drank en drugs leuk genoeg was.”
K: “Jouw drankverslaving ging dus hand in hand met drugs?”
J: “Het was een soort drie-eenheid: drank leidde tot drugs en dat leidde tot seks. Nu pas snap ik dat ik voor van alles wegrende. Ik was niet blij met hoe mijn carrière liep; ik heb journalistiek gestudeerd, maar werkte bij een klantenservice, terwijl de mensen om me heen succesvolle carrières hadden. Bij feestjes kwam ik expres laat aan, zodat de serieuze gesprekken – over wat iedereen deed bijvoorbeeld – al voorbij waren. Op een gegeven moment begon mijn weekend steeds vroeger en deed ik meer en meer dingen waar ik spijt van kreeg.”
Op welk moment wisten jullie: dit gaat zo niet langer?
K: “Ik deed een theatertour die veel stress en weinig geld opleverde. In combinatie met mijn angststoornis leidde dat ertoe dat ik thuis dronk voor ik naar werk ging. In mijn tas nam ik een Spa-flesje wodka mee. Toen ik overdag begon te drinken, heb ik heel bewust gedacht: dit is het einde. Óf ik ga dood, óf ik verlies alles wat ik heb.”
J: “Ik zei verjaardagen van familieleden af en ging minder op bezoek bij mijn ouders. Op maandagen meldde ik me steeds vaker ziek. Dan was ik te brak. Op dinsdag was ik dat trouwens vaak ook nog. Als ik niet was gestopt, zou ik mijn baan zijn kwijtgeraakt. Op mijn 31 ste verjaardag kwam ik half-bewusteloos bij zinnen in een gaysauna. Ik had toen net zo’n heldere gedachte als Kevin: geef je nou zo weinig om jezelf?
K: “Ik stopte trouwens eerst met werken, een week later pas met drinken. Ik begreep niet dat ik mijn angsten en stress met alcohol in stand hield. Pas toen ik dat doorhad, schreeuwde ik om hulp – letterlijk. ‘Help me!’ smeekte ik mijn vriend terwijl we aan tafel zaten, nadat ik tijdens het koken een halve fles wodka had genuttigd.”
“Bij feestjes kwam ik expres laat aan, zodat de serieuze gesprekken al voorbij waren”
Had hij daarvoor niets door?
K: “O, jawel. Hij had zelfs gedreigd bij me weg te gaan als ik zoveel bleef drinken. Ik wist dat hij het meende, maar het lukte me niet mijn gedrag te veranderen; de verslaving ging altijd voor. Gelukkig is hij nog steeds bij me.”
Hoe ging het daarna verder?
K: “In het begin dacht ik nog: ik stop een paar maanden en ga daarna minder drinken. Maar eenmaal in behandeling bij Jellinek [verslavingscentrum – red.] voelde ik op oerniveau: ik kan nooit meer drinken, binnen een week zou ik weer verslaafd zijn.”
J: “Dat herken ik. De eerste keer dat ik stopte viel ik na iets meer dan honderd dagen terug. Op vakantie ging ik uit eten met een jongen van Grindr. Daarna wilden we nog wat drankjes doen; bij de derde kroeg was cola de enige alcoholvrije optie en dat gebruikte ik als excuus om een biertje te bestellen. In werkelijkheid dacht ik dat ik zonder drank niet leuk genoeg was. Binnen een uur stond ik met hem te tongen op de wc. De rest van de vakantie was ik terug bij af.”
Jeroen, jij profileert je nu specifiek als ‘gay sober coach’.
J: “Ik zie mijn oude zelf vaak terug in het gay nachtleven. Elk weekend drank, drugs en seks is daar in sommige gevallen de norm. Ik kan natuurlijk niet zeggen dat ze allemaal doodongelukkig zijn, maar drank- en drugsmisbruik komt er veel voor.”
K: “Onder collega-acteurs zie ik het ook veel. Niemand keek ervan op als ik in de middag een borrel inschonk. Ook na voorstellingen wordt veel gedronken.”
Heeft iedereen die veel drinkt dan een probleem?
J: “Vaak ligt er wel iets aan ten grondslag. Bij de gay mannen die ik begeleid bijvoorbeeld een gebrek aan zelfacceptatie of zelfvertrouwen of geïnternaliseerde homofobie.”
K: “Sommige alcoholverslaafden beweren dat er niets achter zit. Ik geloof dat nooit. Misschien weten ze het gewoon niet.”
J: “Genoeg vrienden van mij gaan elk weekend uit. Dat is niet per se erg. Maar bij sommige mensen zie ik dat het een façade is, dat ze die drank gebruiken als muur.”
Waar ligt de grens tussen recreatief en problematisch?
J: “Als er dingen in jouw leven slechter gaan door drank of andere middelen, dan zeg ik: stop ermee. Het probleem is alleen dat je dat zelf vaak pas ziet wanneer anderen je erop wijzen.”
K: “Vaak moet je rock bottom bereiken voor je beseft dat het roer om moet. De ‘functionerende alcoholist’ is natuurlijk ook een bekend fenomeen: iemand die verslaafd is en geen problemen daarmee ervaart. Dat is zo’n naïeve term. Het betekent simpelweg dat je nog niet in de shit bent geraakt.”
Als jullie met vrienden zijn die drinken, hebben jullie het dan naar jullie zin?
J: “Na een stuk of zes drankjes wordt het soms irritant. Mensen worden luider, gaan zichzelf herhalen. Dat hebben ze zelf niet door. Ik merkte bovendien dat meerdere vriendschappen op drinken of uitgaan gebaseerd waren.”
K: “Sommige mensen spreek ik niet meer sinds ik nuchter ben, anderen minder. Die vragen bijvoorbeeld nooit hoe het gaat. Ik denk dat ze het antwoord te confronterend vinden: dat het goed gaat en leuk is zonder alcohol willen zij volgens mij helemaal niet horen. Ik vond de verhalen van mensen die niet meer dronken zelf vroeger ook confronterend.”
J: “Als iemand niet dronk, vond ik dat saai.”
K: “Ja, zo stond ik er ook in: doe niet zo heilig, dacht ik dan, met je alcoholvrije leven. Allemaal verzet natuurlijk.”
“Toen ik overdag begon te drinken, heb ik heel bewust gedacht: dit is het einde”
Toch lijken veel mensen zo te denken. Als ik vrienden vertelde over dit interview, hoorde ik vaak: ‘Prima als je niet drinkt, maar waarom worden het meteen zulke moraalridders?’
K: “Iemand die totáál afhankelijk is van middelen zul je dat nooit horen zeggen. Ergens voelen zij: hm, misschien zou ik wel wat kunnen minderen. En als je dat voelt, is er misschien al iets aan de hand.”
J : “Ik denk vooral: wat is nou je probleem? Waarom vind je dat ik predik? Ik pleit niet voor drooglegging.”
K: “Ik probeer júist niet te prediken. Mensen hebben een voorbeeldfunctie nodig, geen wijzend vingertje.”
Waarom werkt dat wijzende vingertje niet?
K: “Omdat er niks normaler is dan drank. Het heeft een positief imago: gezellig, sexy, sophisticated. Je zou er creatiever van worden, makkelijker vrienden door maken.”
J: “En dat imago zit enorm in je onderbewustzijn geprogrammeerd. Dat ontstaat al op jonge leeftijd. Als je op je twaalfde voor het eerst een slokje bier krijgt van je oom, is dat stoer en leuk.”
K: “Mijn vriend, die niet van wijn houdt, neemt als hij uit eten gaat toch wijn. Voor de gezelligheid. Zo ingebakken zitten die ideeën.”
Je vriend drinkt dus wel?
K: “Zelden. Ik zou niet samen kunnen zijn met iemand die regelmatig drinkt.”
J: “Ik hoef ook niet per se met iemand te zijn die nuchter blijft, hoor. Een vriendje dat elk weekend losgaat werkt denk ik niet, maar een paar biertjes per week: prima.”
Drinken jullie wel alcoholvrije biertjes?
K: “Jawel. Nu ik me deze week slecht voel, heb ik wat 0.0-biertjes gedronken. Dan heb ik toch het idee dat het me helpt ontspannen.”
J: “Bij mij werkt dat placebo-effect ook, ik word meteen jolig. Of dat erg is? Nee hoor, het is juist ideaal: ik ben lekker vrolijk maar heb geen kater morgen. 0,5% mag ik ook van mezelf. Dat heeft geen effect op het lichaam.”
Heeft de coronapandemie het makkelijker gemaakt om te stoppen met drinken?
K: “Voor mij niet, ik was vooral een thuisdrinker. Toch was het spannend toen alles weer openging: lukt het om naar een kroeg of restaurant te gaan, met al die verleidingen?”
J: “Mij gaf de pandemie veel ruimte om te mediteren en wandelen, waarvan ik weet dat het me geestelijk gezond houdt. Nu probeer ik te onderzoeken welke elementen van vroeger ik weer een plek kan geven in mijn leven. Vind ik dansen in een club zonder drank leuk? Kan ik nuchter net zo extravert zijn? Hoe is het om naar Lowlands te gaan en kan ik dan overnachten op de festivalcamping?”
Hieruit blijkt al hoeveel we eigenlijk associëren met alcohol.
K: “Ik denk dat mensen onderschatten hoe weinig het toevoegt aan hun leven. Je moet alles eerst nuchter ervaren voor je weet dat het dan ook leuk is: koken met vrienden, naar de kroeg of het terras, uit eten. Ik krijg vaak de vraag: zou je weer drinken als je weet dat de aarde over een week vergaat? Absoluut niet. Die laatste dagen wil ik niet verdoofd doorbrengen.”
Heb jij hulp nodig of vragen op het gebied van middelengebruik en/of verslaving? Ga dan naar jellinek.nl of bel hun advieslijn: 088 505 1220.
Illustraties: Zeloot