Onlangs mat columnist Matthijs van Els voor het eerst sinds zijn tienertijd zijn penis op. “Jaren verlangde ik tevergeefs naar een perfecte pornolul en dat is echt zonde van mijn tijd en energie geweest.”
Twee jaar geleden vroeg een vreemde mij of ik een mooie piemel had. Op mijn blog zei ik daar ‘ja’ op, maar eigenlijk heb ik nooit echt achter dat antwoord gestaan. Mijn onzekerheid bleef voortbestaan en wanneer mannen me vroegen hoe groot mijn lul was, bleef ik ze het antwoord nog steeds schuldig. Waarom? Omdat ik het antwoord simpelweg niet wist en vooral ook niet wilde weten.
Als ik Grindr moet geloven, is het gros van de homo’s gezegend met maatje XL – of daarnaar op zoek. Uit een wereldwijd onderzoek blijkt echter dat de gemiddelde stijve pik een lengte heeft van 13,12 centimeter. Als tiener heb ik mijn lul wel eens opgemeten met een geodriehoek, zo een van veertien centimeter, maar ik kwam niet veel verder dan driekwart, terwijl jongens om me heen opschepten over hoeveel centimeter ze wel niet hadden – grootspraak waar ik destijds nogal gevoelig voor was. Ook porno gaf mij een vrij eenzijdig en totaal niet representatief beeld van de werkelijkheid. Mijn onzekerheid was geboren en ik zag mijn toekomst somber in. Uit angst voor een ‘te laag’ getal met bijbehorend stempel heb ik mezelf daarna nooit meer opgemeten. Ik baseerde mijn eigenwaarde volledig op een getal en hoe dat zou overkomen op anderen.
Onlangs ging ik de confrontatie aan met mezelf, wat zorgde voor een positieve verandering. Het was een willekeurige maar goede dag waarop ik écht lekker in mijn vel zat. Ik stond onder de douche, voelde me sexy, en ik was opgewonden. Voor het eerst sinds lange tijd keek ik naar beneden zonder waardeoordeel. Het was alsof ik mezelf zag door de ogen van een ander en in een opwelling dacht ik: ik ga jou opmeten. Bij gebrek aan een geodriehoek pakte ik een shampoofles en hield deze naast mijn enthousiaste vlaggenmast. Ik legde een vinger op het etiket waar mijn eikel eindigde, hield de fles in de lucht voor me en voelde me een ware pornoster. Ik bleek veel groter dan ik mezelf al die tijd had wijsgemaakt. Helaas maakte ik de fout nadien alsnog het etiket op te meten, waardoor ik tot de ontdekking kwam dat ik geen kolossale pornolul had, maar gewoon een licht bovengemiddelde. Voor mijn gevoel was ik weer even terug bij af.
“Sommige mannen met maatje gigantisch zien het formaat van hun apparaat als prestatie op zich”
Vanwaar toch die obsessie met het hebben van een groot apparaat? Is dat te danken aan porno? Aan catchy nummers als Short Dick Man? Aan Cameron Diaz in The Sweetest Thing? Of ligt de schuld bij Sex and the City’s Samantha Jones, die tranen met tuiten huilde door een te kleine pik? Groter is niet per definitie beter. Ik zal niet ontkennen dat ook ik kan genieten van een grote pik, maar ik heb vaak genoeg meegemaakt dat anale seks of zelfs pijpen een onmogelijke opgave waren. Een grote tampeloeres is een lust voor het oog, maar niet altijd voor de anus. Hoe cliché het ook is, het gaat erom wat iemand ermee doet. En in mijn ervaring zien sommige mannen het maatje gigantisch het formaat van hun apparaat eerder als prestatie op zich dan dat ze bezig zijn met het optimaal gebruiken van hun stuk vlees. Het aantal centimeters is geen goede graadmeter voor iemands bedprestaties.
Eerlijk is eerlijk, ik zou denk ik ook pronken met iedere centimeter als ik die in overvloed had. Dat gezegd hebbende is het beter te erkennen en accepteren wat je wél hebt dan hopeloos te blijven verlangen naar iets wat je nooit zult krijgen. Zo droomde ik al die jaren tevergeefs van een perfecte pornolul en dat is echt zonde van mijn tijd en energie geweest. Inmiddels ben ik dik tevreden met mijn gemiddelde score, dus om voor de laatste keer terug te komen op de vraag of ik een mooie piemel heb: ja. In de woorden van Samantha Jones: it’s dickalicious!
Beeld: Rob Jacobs