Een GSA (Gender & Sexuality Alliance) is inmiddels op elke middelbare school van onmisbare waarde. Binnen een GSA komen queer leerlingen en hun ally’s samen om hun school een veilige plek te maken voor iedereen. We spraken vier jongeren over de GSA op hun school. Lia Zahra (zij/hun) is 20 en woont in Enschede.
“Toen ik me twee jaar geleden realiseerde dat er op mijn toenmalige middelbare school geen GSA was, ging ik naar m’n mentor. Die spoorde me aan er eentje op te richten. We begonnen klein, maar vorig jaar kregen we meer leden. Tijdens Paarse Vrijdag deden zo’n 20 tot 30 mensen mee.
Helaas viel Paarse Vrijdag de afgelopen twee jaar tijdens een toetsweek, waardoor we er niet erg veel reuring aan konden geven. Toch zijn er posters opgehangen, bandjes uitgedeeld en is er door veel leerlingen paarse kleding gedragen. Tussen toetsen door hebben we feest gevierd.
Ik was bij mij op school een van de eersten die uit de kast kwamen. Ik werd nooit echt gepest, maar kreeg soms wel nare opmerkingen. Als ik daar melding van maakte voelde ik me absoluut serieus genomen door de schoolleiding. Er is ooit zelfs iemand na zo’n melding geschorst.
Binnen de GSA gaven we elkaar steun, we vormden samen echt een front. Vanaf september ga ik studeren aan het ROC van Twente, ook daar wil ik een GSA oprichten of me bij een bestaande GSA voegen. Ik kom oorspronkelijk uit Syrië, waar je niet openlijk queer kunt zijn. Dat maakt me extra trots dat ik in Nederland op deze manier aan activisme kan doen.
Het afgelopen jaar zat ik op het ROC van Amsterdam in Hilversum, daar was geen GSA maar heb ik samen met de studentenraad een ‘tribe’ gemaakt waarin we aandacht vroegen voor homorechten, discriminatie en racisme. Daar hebben we vorig jaar Paarse Vrijdag echt groots gevierd, met een ballonnenboog, harde muziek en nagellak.
Naast het oprichten van een GSA op mijn middelbare school ben ik ook betrokken bij het project Jong & Out van COC Nederland. Ik hoop me nog lange tijd te kunnen blijven inzetten om ervoor te zorgen dat mijn queer medestudenten in een veilige omgeving hun opleiding kunnen volgen.”
Beeld: Ernst Coppejans
MUAH: Bianca Fabrie
Met grote dank aan: Zinzy Nimako / COC Nederland