Jason Bhugwandass (24, hij/hem) is ambassadeur van Pride Amsterdam en werd benoemd tot Amsterdammer van het jaar 2021 voor zijn inzet tegen onrecht in de jeugdzorg. In deze column vertelt hij over z'n eigen coming-out.
Ik was dertien toen het kwartje viel. Dat er iets met me aan de hand was, had ik allang door. Dat ik weleens een jongen kon zijn, was tot dan toe niet in me opgekomen. Toen een klasgenoot me uitschold voor lesbienne – moest wel, vond hij, omdat ik hem niet leuk vond – ben ik gaan googelen. Ik ging de regenboog-lettersoep af tot ik uitkwam bij de t van transgender en wist meteen dat ik de sjaak was. Ik ging ervan uit dat mijn omgeving het nooit zou begrijpen en vertelde mezelf dat ik deze gevoelens beter weg kon stoppen.
Jaren later bestelde ik een paar binders waarmee ik mijn borsten plat kon drukken. De eerste keer dat ik zo’n hesje aandeed, merkte ik meteen dat het klopte. Mijn haar begon ik te verstoppen onder petten. Tegelijkertijd zei ik tegen mezelf: Jason, dit blijft ons geheimpje. Door mijn onveilige thuissituatie was ik in de gesloten jeugdzorg beland, waar ik in aanraking kwam met grote misstanden. Het was alsof ik leefde in een gevangenis. Ik had de droom later zelf een revolutie in de jeugdzorg te ontketenen, maar dacht dat niemand mij meer serieus zou nemen als ze erachter zouden komen dat ik trans ben.
Ik was negentien toen de emmer overliep. Ik liet een kapper mijn haar afknippen en heb me in één week bij iedereen die ik kende opnieuw voorgesteld als Jason, zodat ik niet meer terug kon. Ik was eindelijk klaar om het gaspedaal in te trappen, maar heb na die week nog jaren op de rem moeten staan.
Wanneer je, zoals ik, bekend bent met mentale problemen, kan een transitietraject extra lastig zijn. Zo eisten psychologen dat ik stabiel zou zijn voor ik medische ingrepen mocht ondergaan, waardoor mijn fysieke transitie onnodig lang heeft geduurd. Uiteindelijk zijn het juist die ingrepen geweest die hebben bijgedragen aan de stabiliteit die ik nu ken. Mijn transitie heeft mij gelukkiger gemaakt. Ik ben heel dicht bij mezelf gaan staan en heb een gemeenschap opgebouwd die me volledig accepteert zoals ik ben.
Deze column is onderdeel van Winq Junior, een minispecial van Winq voor en over regenboogjongeren een generatie onder mij. In deze special ind je krachtige verhalen van lhbtq-personen die zichzelf (op veel jongere leeftijd dan ik dat deed) volledig accepteren. Jongeren die authentiek zichzelf zijn en hun eigen toekomst bepalen. Ik vraag me af of zij weten hoe krachtig dat is om te zien.
Presentatoren Patrick Martens en Tim den Besten schreven voor deze special een brief aan hun jongere zelf. Zou ik hetzelfde doen, dan zou ik mezelf bedanken dat ik ooit zo moedig ben geweest om tóch uit de kast te komen. Er was een tijd dat ik dacht dat ik het niet zou overleven, maar ondanks alle weerstand ben ik nu uitgekomen op een plek waar ik helemaal geaard ben.
Dit jaar ben ik een van de ambassadeurs van Pride Amsterdam. Daarmee hoop ik aan jongeren die, net als ik, een lastige reis richting zelfacceptatie moeten afleggen, te laten zien dat het niet alleen beter wordt, maar dat het vervolgens ook beter blijft.
Beeld: Remon van den Kommer