Winq-columnist Bo Hanna bracht een bezoek aan de pride in Tel Aviv. “Ten opzichte van de rest van het land is Tel Aviv een roze bubbel, maar zelfs die bubbel laat voor sommigen te wensen over.”
Hebreeuwse popmuziek, dragqueens, blote basten en dansende pride-bezoekers. Ik ben in een kelderclub in Tel Aviv beland, samen met een groepje Europese journalisten met wie ik eerder die dag de parade heb bezocht.
In de loungeruimte raak ik aan de praat met een Palestijns lesbisch koppel dat hun heil heeft gezocht in Tel Aviv. Ze vertellen me zich hier vrijer dan ooit te voelen, ook al ervaren ze discriminatie op basis van hun etniciteit: “Als gay Palestijn val je in Israël tussen wal en schip, je wordt zowel beschermd als onderdrukt”, vertelt een van de vrouwen. “Ik heb het gevoel dat ik mijn Palestijnse identiteit moet verbergen”, vult haar vriendin aan. “Laatst was ik op een Arabisch queer feest en daar besefte ik dat ik mezelf was kwijtgeraakt – ik spreek nog amper Arabisch.”
“Van meerdere kanten werd me afgeraden te gaan; Ik zou gezien kunnen worden als propaganda-instrument”
De pride in Tel Aviv wordt omgeven door een zweem van controverse. Zo zou er sprake zijn van pinkwashing: Israël zou zich middels het evenement lhbtq-vriendelijker voordoen voor economisch en politiek gewin. Toen ik een maand geleden werd uitgenodigd Tel Aviv Pride te bezoeken, twijfelde ik dan ook even. Van meerdere kanten werd me aangeraden niet te gaan of er in ieder geval niets over te posten op sociale media. Ik zou gezien kunnen worden als propaganda-instrument dat het land hielp aandacht af te leiden van mensenrechtenschendingen en het Arabisch-Israëlisch conflict. Ik vind dat ik me als journalist moet onderdompelen in situaties alvorens erover te schrijven, dus ik besloot toch op de uitnodiging in te gaan. Een beslissing die me tientallen volgers kostte en op boze berichten kwam te staan.
Tel Aviv voelt in eerste instantie aan als een lhbtq-vrijhaven; het enige waar ik me zorgen over maak is de hoeveelheid water en zonnebrandcrème die ik bij me heb. Maar hoe langer ik er ben, hoe meer barsten er beginnen te ontstaan in deze regenboogutopie. Zo ontmoet ik, naast het eerdergenoemde Palestijnse koppel, in een jeugdopvang voor lhbtq personen een trans meisje dat door haar orthodox-joodse familie uit huis is gezet, en wordt de Pride Walk begeleid door een groot aantal militairen met kalasjnikovs.
Mijn gids vertelt dat de stad ten opzichte van de rest van het land een roze bubbel is, maar dat zelfs die bubbel te wensen over laat. “Israël is het lhbtq-vriendelijkste land in de regio, maar veel is niet in orde. Mijn dochter is bij gebrek aan opties via commercieel draagmoederschap in India verwekt en als homokoppel kun je hier niet trouwen.”
“Vergeleken met de rest van de regio is Tel Aviv een walhalla”
Lang niet elke lhbtq persoon in Israël leidt een onbekommerd leven. Volgens het onafhankelijke Amerikaanse onderzoeksbureau Pew Research denkt 45 procent van de Israëli’s negatief over homoseksualiteit. De lhbtq-gemeenschap krijgt in Israël dan ook regelmatig te maken met fysiek en verbaal geweld. Zo vond er in 2009 een aanslag plaats op een lhbtq-jeugdcentrum in Tel Aviv en werd in 2015 tijdens Jeruzalem Pride iemand neergestoken door een ultraorthodoxe jood.
Toch zijn velen dankbaar dat deze bubbel bestaat. “Hier in Tel Aviv proberen we te leven en laten leven”, vertelt een bezoeker van gaybar Shpagat me. Vergeleken met de rest van de regio is Tel Aviv een walhalla. Een plek waar het langslepende Arabisch-Israëlische conflict soms nauwelijks lijkt te bestaan. Heb ik spijt dat ik gegaan ben? Nee, maar dubbel voelt het wel – om pride te vieren in een stad als deze.
Beeld: Celso de Sanders / Grooming: Emma Blok