Met Ik denk dat ik ontvoerd ben schreef Pim Lammers zijn eerste dichtbundel. Daar loopt de regenboogfamilie, net als in zijn andere werk, als een rode draad doorheen. “Deze gedichten zijn heel persoonlijk en daarmee heel queer.”
Moederkoppels, vaderkoppels, een homoseksuele broer, een non-binaire tante. De moderne familie vormt – opnieuw – een belangrijk thema in deze bundel. Zat er voor jou een missie achter Ik denk dat ik ontvoerd ben?
“Aan de ene kant wel, namelijk: meer diversiteit brengen in kinderliteratuur. Net als in al mijn andere boeken wil ik kinderen laten zien hoe mooi en divers de wereld en de liefde zijn. Aan de andere kant is het geen bewuste missie: dit is simpelweg de wereld zoals ik die beleef. Ik zie non-binaire mensen om mij heen, dus voor mij is de stap naar een gedicht over een non-binair persoon niet zo groot. Ik schrijf ook over mijn eigen jeugd, er zit veel van mezelf in. Jeugdherinneringen, dingen die ik zelf heb gemist.”
Zoals?
“Een heel concreet voorbeeld is ‘Kriebelen’, een gedicht waarin een meisje uit de kast komt bij haar opa. Dat heb ik nooit kunnen doen bij mijn eigen opa. Ik hoop dat kinderen dat gedicht kunnen gebruiken om hun ouders of grootouders te vertellen dat ze op hetzelfde gender vallen – als ze dat überhaupt nodig vinden, natuurlijk.”
Is het gedicht over de jongen die heimelijk verliefd is op zijn meester ook gebaseerd op jouw jeugd?
“Ik was niet verliefd op een meester, maar dat had mij wel kunnen overkomen. Ik zat als kind altijd te dromen. Wel was ik overigens stapelverliefd op een klasgenoot. Daarover heb ik ook een gedicht in de bundel opgenomen. ‘Dit gedicht gaat over jou’, heet het. Ik gebruik in zekere zin de bundel om dat aan hem kenbaar te maken. Ik heb deze gedichten heel persoonlijk gemaakt en daarmee zijn ze automatisch heel queer geworden.”
Waar begon deze bundel voor jou?
“Ik ben in eerste instantie een beetje per ongeluk de kinderliteratuur ingerold. Mijn eerste prentenboektekst, Het lammetje dat een varken is, wilde mijn uitgever alleen publiceren onder de voorwaarde dat ik meer kinderboeken zou gaan maken. Zo geschiedde, maar ik was de laatste tijd erg aan het zoeken naar mijn stem, naar wat voor soort boeken ik wilde schrijven. Ik merkte dat ik een beetje vastraakte in die zoektocht. Toevallig kwam poëzie op mijn pad. Ik werd gevraagd door een organisatie of ik weleens dichtte en of ik iets wilde voordragen. Dat heb ik geprobeerd en die vorm paste me als een warme jas. Ineens had ik weer volop plezier in het schrijven.”
“Een school trok ooit een uitnodiging te komen spreken in toen ze ontdekten dat mijn boek over trans zijn ging”
Was het schrijfproces anders dan bij je vorige boeken?
“Ja. Het fijne van gedichten is dat ze korter zijn dan een boektekst. Ik kon er makkelijker tussendoor aan doorwerken. Ook had ik hier een schijnbaar onuitputtelijk hoofdonderwerp te pakken: familie. Er zitten meer dan vijftig gedichten in deze bundel.”
In die veelheid aan gedichten komen ook veel diverse ervaringen en identiteiten aan bod.
“Het fijne van familie: het is voor iedereen belangrijk in diens leven. Iedereen heeft een familie – al heeft niet iedereen er contact mee. Het is zo’n divers thema, waarmee je zoveel subthema’s kunt aanstippen. Sarah van Dongen, de illustrator, heeft mijn teksten dan ook verrijkt met heel veel diverse prenten: moeders met een hoofddoek, kinderen van kleur, mensen met een beperking. In mijn gedichten zoek ik die diversiteit ook op: soms is in mijn gedichten duidelijk of het om een jongen of een meisje gaat, heel vaak laat ik dat juist bewust in het midden.”
Waren er duidelijke inspiratiebronnen bij het schrijven van deze gedichten?
“Ik heb veel gehad aan het werk van Kees Spiering, die kinder- en jeugdgedichten schrijft. Als ik vastzat, hoefde ik maar een van zijn gedichten te lezen om weer in de juiste sferen te komen. Ook aan het werk van Edward van de Vendel heb ik veel gehad – niet alleen een collega, ook een van mijn beste vrienden. Het is fijn om geïnspireerd te raken door het werk van mensen om wie je geeft. Edward weet op een mooie manier met humor belangrijke boodschappen over te brengen, zoals in Wat je moet doen als je over een nijlpaard struikelt. Ik heb – net als hij – gezocht naar een goede mix van grappig en ontroerend. Soms vallen die twee samen in één gedicht.”
Zijn er – naast degene die je net noemde – nog meer gedichten in de bundel die voor jou een bijzondere lading hebben?
“Ik moet gelijk denken aan ‘Tante Ben’, dat gaat over een non-binair persoon. Non-binaire personen hebben ook recht op een plek in de kinderliteratuur, maar komen daar nog nauwelijks in voor. Maar in elk gedicht zit wel iets wat mij aan vroeger doet denken. Ik heb ook hier en daar een knipoog voor volwassenen opgenomen, zodat de bundel niet alleen kinderen aanspreekt, maar ook de volwassenen die het eventueel aan hen voorlezen. Kinderpoëzie kan ook voor ‘grote mensen’ leerzaam, grappig of ontroerend zijn.”
Begint er in jouw beleving de laatste jaren meer ruimte te ontstaan voor (seksuele en gender)diversiteit in kinderboekenland?
“Ik merk vooral dat er steeds meer aandacht voor is. In november verschijnt bijvoorbeeld een kinderversie van queerboeken.nl, waar ik ook titels voor aan mocht dragen. Ik was daarbij zo blij te zien hoeveel titels er de afgelopen twee, drie jaar verschenen zijn. Die verschuiving gaat me alleen niet snel genoeg. Zo verscheen er dit jaar pas voor het eerst een prentenboek met een non-binair kind in de hoofdrol, Durf! van Harry Woodgate. Superfijn dat het er nu is. Aan de andere kant: het is 2022, rijkelijk laat, en waarom is er nog maar één? Daarbij gaat die diversifiëring gepaard met een steeds harder tegengeluid – zij het niet per se in de kinderliteratuur. Sommige politici, media en wetenschappers lijken op een kruistocht tegen trans personen. Ik kreeg af en toe al kritiek op een boek als Het lammetje dat een varken is; ik verwacht dat die de komende tijd toeneemt. Zo trok een school vorig jaar een keer een uitnodiging om te komen spreken in toen ze ontdekten dat het boek over transgender zijn gaat.”
Wat is het mooiste dat het schrijven van deze dichtbundel je gebracht heeft?
“Het heeft een vorm helpen vinden die goed bij me past. Dat betekent niet dat ik vanaf nu alleen nog maar poëzie zal uitbrengen. Momenteel schrijf ik bijvoorbeeld aan een 10-plusboek, een jeugdroman. Wel heb ik nu alweer zin om verder te gaan met poëzie. Ik heb hiermee iets gevonden waar ik zelf veel plezier en geluk uithaal. Gedichten zijn ook fijne gespreksopeners, zowel wanneer ik spreek met volwassenen als met kinderen. In een paar regels kun je belangrijke kwesties vatten of uitdiepen en empathie oproepen.”
Bestel Ik denk dat ik ontvoerd ben (Querido) van Pim Lammers nú via Bol.com.