Met zijn regiedebuut El Houb, waarmee hij afgelopen week het Gouden Kalf voor beste scenario won, wil Shariff Nasr de dialoog starten over homoseksualiteit binnen de Marokkaans-Nederlandse gemeenschap. “Ik wilde deze film per se maken, omdat ik zag dat-ie nog niet bestond.”
Stel je dit voor: een volwassen man die zijn Marokkaans-Nederlandse ouders wil confronteren met zijn homoseksualiteit gaat, om dat te bereiken, weer terug in de kast. Letterlijk. Het is het bijzondere uitgangspunt voor de nieuwe Nederlandse film El Houb, Arabisch voor ‘de liefde’, het passieproject van regisseur Shariff Nasr, die hiermee op indrukwekkende wijze zijn speelfilmdebuut maakt.
Zoals bijna elke Nederlandse film heeft El Houb een lange aanloop gehad. Het avontuur begon negen jaar geleden al, zo vertelt Shariff Nasr in een café in hartje Rotterdam, de stad waar hij nu woont en waarvan de skyline een prominente rol in de film heeft. Ik spreek hem het weekend vlak voor de premièreweek, maar hij is de rust zelve. De afgelopen maanden waren een rollercoaster voor cast en crew van El Houb, die inmiddels al door zeven landen is aangekocht voor een bioscooprelease, waaronder de Verenigde Staten. Daar ging de film eind juni ook in wereldpremière op het Frameline San Francisco International LGBTQ Film Festival. De film werd er in de iconische Castro-bioscoop, midden in de beroemde regenboogwijk, met veel liefde onthaald, zo vertelt Shariff met een glimlach. “Na afloop van de vertoning kwam er een Marokkaans-Amerikaanse jongen naar ons toe die zei: wanneer deze film in de bioscoop draait, dan neem ik mijn ouders mee. Dat wordt dan mijn coming-out naar hen toe.”
Het is een verhaal dat regisseur Shariff Nasr graag aanhaalt om duidelijk te maken waarom hij jarenlang heeft geknokt om deze film te kunnen maken: om de dialoog op gang te brengen en het zwijgen open te breken. “Ik denk sowieso dat de dialoog heel erg ontbreekt in deze tijd. Het blijft vaak bij monologen en daarna zoek je het zelf maar uit”, aldus Shariff.
Tekst gaat verder onder foto.
Het afdwingen van een dialoog, dat is ook de kern van El Houb. De film vertelt het verhaal van de Marokkaans-Nederlandse Karim – een imposante rol van Fahd Larhzaoui – die na jaren van zwijgen over zijn homoseksualiteit zijn ouders – gespeeld door Lubna Azabal (Incendies) en Slimane Dazi (Un prophète) – opzoekt en weigert weg te gaan zonder dat ze met elkaar in gesprek zijn gegaan hierover. Als ze dat weigeren en hem het huis uit sturen, verschanst Karim zich in de kast onder de trap, vastbesloten om niet te vertrekken voordat er een gesprek is geweest over iets wat voor hem zo fundamenteel is: zijn identiteit en seksualiteit.
“Ik wilde deze film per se maken, omdat ik zag dat deze film nog niet bestond”, vertelt Shariff. “Het beeld wat je meestal ziet in de media over lhbtiq+ personen in de MENA community [mensen uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika – red.] is vaak zwart-wit: of je kiest voor je familie, of je kiest voor je geaardheid. Maar wat als je beide wil? Omdat we dat niet zien, lijkt het alsof dat niet bestaat. Terwijl ik ook heb gemerkt dat er een veel liefdevollere Arabische wereld is die door de media niet wordt getoond.”
“Woest word ik, van mensen die aanstoot nemen aan zoenende mannen. Hoe kan liefde aanstootgevend zijn?”
El Houb is om veel redenen een belangrijke film. Niet alleen omdat er over dit onderwerp nog nooit een Nederlandse film is gemaakt – “zelfs internationaal niet”, vult Shariff aan – maar ook omdat de hoofdrolspeler het heft in eigen handen neemt. Als kijker zit je op het puntje van je stoel wanneer je merkt dat Karim met zijn grote stoere verschijning zich niet weg laat sturen. Geen slachtofferrol, maar de regie pakken en een gesprek afdwingen. De meeste mensen die Shariff in de voorbereiding van de film sprak, hadden zo’n gesprek nooit gehad.
En makkelijk is het allerminst. “Er bestaat niet eens een degelijk woord voor homoseksueel in het Arabisch. Geen respectvol woord in elk geval. Dat betekent dat zelfs de taal niet eens een opening biedt voor een gesprek”, aldus Shariff. “80 procent van de Nederlanders met een Marokkaanse achtergrond vindt dat homoseksuelen een leven moeten kunnen leiden zoals zij willen en slechts 9 procent vindt van niet. Maar ruim de helft van deze groep vindt het een probleem als hun eigen kind homoseksueel zou zijn. Volgens mij is wat er tussen die cijfers mist: de dialoog. En in Nederland zelf zijn we er ook nog niet. Minder dan 10 procent heeft er moeite mee als zijn of haar kind gay is, maar een kwart van de Nederlanders vindt het nog steeds aanstootgevend als twee mannen op in het openbaar zoenen. Daar kan ik echt woest van worden. Hoe kan liefde aanstootgevend zijn?”
Die woede heeft Shariff Nasr op knappe manier in de film verwerkt. Als kijker voel je enorm mee met Karims worsteling over zijn seksualiteit en de uiteindelijke acceptatie van zichzelf, en met de stormachtige relatie die hij aangaat met Kofi, een stoere gespierde Ghanese man – overtuigend gespeeld door Emmanuel Ohene Boafo – die hij op een gayfeest leert kennen. “Ik wilde voor deze rol iemand die ook visueel Fahd (Karim) omver kon blazen” legt Shariff uit. Al ging de casting voor de rol van de love interest niet gemakkelijk. “Het was voor mij vooral belangrijk dat het iemand was die ongeveer dezelfde problemen heeft gehad in eigen land. We hebben eerst in Roemenië gecast met grote acteurs die vaak al sterren in hun land waren en erg geliefd bij vrouwen. Maar deze Roemeense mannen wilden allemaal die rol niet spelen. De casting-agent die we daar hadden, zei tegen mij: we hebben deze film ook hier heel hard nodig. Vervolgens kwam Fahd met het idee van een man uit een Afrikaans land. Toen ik bij de casting Emmanuel zag, rockte hij de auditie”, zegt Shariff lachend. “Je voelt dat hij dezelfde strijd heeft gehad als Karim. Daarin vinden ze elkaar.”
“Expliciete seks tonen had afgeleid van wat ik hier wilde laten zien: de pure liefde tussen twee mannen”
Wat El Houb verder bijzonder maakt, is het volstrekt normaal maken van een gayfeest waar gedanst en gecruised wordt, met verwijzingen naar de in de gayscene bekende Rapido- en Funhouse-feesten en naar de befaamde (Z)onderbroek avonden in de Amsterdamse Club Church. Shariff draaide in coronatijd en kon daarom niet naar een echte clubavond toe. Wel kreeg hij een uitgebreide rondleiding in Club Church, dwars door de darkroom met slings en andere seksspeeltjes. Toch zitten er geen seksscènes in de film. “Het ging mij er vooral om dat je als kijker wordt meegenomen in de liefde en de bijbehorende emoties” zegt Shariff. “Expliciete seks zou alleen maar afleiden van wat ik hier wil laten zien: de pure liefde tussen twee mannen.”
En daar slaagt El Houb glansrijk in, mede door de sterke regie, de natuurlijke dialogen en het mooie script van de hand van Shariff Nasr zelf, die het samen met Philip Delmaar (Keizersvrouwen, Zuidas) schreef. Maar vooral de cast maakt van El Houb een kijkervaring die onder je huid kruipt met confronterende scènes tussen Karim en zijn ouders die aan alle kanten knetteren, maar uiteindelijk in een emotionele climax eindigen. Shariff is een optimist, al is het soms tegen de klippen op. “Ik hoop vooral dat de film een dialoog op gang brengt, en dat het mensen hoop biedt. Als maker hoop ik ook op een groot bereik vanwege het onderwerp. Ik ben dan ook heel blij dat Pathé de film gaat draaien. De trailer wordt nu zelfs meer gedeeld dan veel internationale blockbustertrailers op de insta van Pathé, dus dat is positief. Nu maar hopen dat die mensen ook naar de bioscoop durven gaan in plaats van wachten tot hij op een streamingdienst komt, want dan kunnen dit soort films niet meer gemaakt worden.”
Beeld: Gusto Entertainment