Richard Groenendijk is terug, na een sabbatical en een lange, onverwachte coronapauze. Hij tiktbijna de 50 aan, hoe kijkt hij naarzichzelf en zijn carrière?
Richard Groenendijk oogt ontspannen, halverwege een maand lang Luxor. Vijf keer per week speelt de nog nét 49-jarige cabaretier voor een uitverkochte zaal zijn nieuwe theatervoorstelling Voor iedereen beter. Zijn tiende soloshow markeert zijn rentree op het podium na een afwezigheid van bijna drie jaar. In het seizoen 2019-2020 nam Groenendijk een sabbatical, daarna dwong de coronacrisis hem tot een extra theaterpauze van twintig maanden. Pas toen hij februari 2022 weer op het toneel stond, merkte hij dat hij het publiek had gemist.
“Ik zag bij collega’s stress en paniek door de gesloten theaters, maar ik kan blijkbaar goed relativeren”, vertelt Groenendijk op het balkon van het luxe appartement met uitzicht over de Maas. Sinds twee jaar woont hij hier met zijn man Marko – de verhuizing bood inspiratie voor een van de grappigste scènes in zijn voorstelling. “Ik heb in coronatijd veel gefietst met mijn vader, we hebben veel in ons vakantiehuisje gezeten. Financieel heb ik de afgelopen twintig jaar gelukkig een buffer opgebouwd.” Toen de cabaretier het punt naderde dat hij zijn spaargeld moest aanspreken, zei hij ‘ja’ tegen het SBS-programma Think inside the box, waarin BN’ers moesten raden wie of wat er verborgen zat in een grote LED-box. “Al was ik ook enthousiast over het hele idee van het programma”, voegt hij daar met klem aan toe. De zender haalde de show na vier weken van de buis vanwege tegenvallende kijkcijfers. “Ik heb het oprecht met plezier gemaakt, maar soms pakken dingen niet uit zoals je hoopt. Ik snáp dat SBS dan zegt: we kiezen eieren voor ons geld. En ik ben natuurlijk niet afhankelijk van televisie. Mijn corebusiness is theatermaken. Ik zou het erg vinden als ik werd gebeld: jongens, we moeten een deel van de tournee schrappen omdat er niemand op komt dagen.”
In zijn voorstelling haalt Groenendijk wijlen Adèle Bloemendaal aan die hem adviseerde dat dingen die je zelf maakt altijd op de eerste plaats komen. “Ik ben in de eerste plaats cabaretier, in het theater vertel ik wat ik te zeggen heb. Alles dat zich verder aandient is mooi meegenomen en het verdient vaak goed, maar de soloprogramma’s maken mij echt gelukkig. Daarom heb ik na drie jaar pauze ook aanbiedingen voor diverse musicals afgehouden.”
Alles voor de roem
Lege zalen is iets waar Groenendijk anno 2022 geen last meer van heeft. Toen Winq de cabaretier tien jaar geleden sprak, merkte hij op dat een nieuw theaterprogramma niet automatisch een uitnodiging voor De Wereld Draait Door opleverde. Twee dagen nadat hij in 2012 de Poelifinario [belangrijke cabaretprijs – red.] won voor zijn voorstelling Alle Dagen, moest een avond in Hoogeveen worden gecanceld – er waren maar elf kaarten verkocht.
In die tijd greep Groenendijk elke gelegenheid aan om op televisie te komen en zichzelf in de kijker te spelen van nieuw publiek. “Ik heb zo vaak met een productiemeisje aan de telefoon gezeten die zei: we willen toch een bekendere naam. ‘Maar als je nooit anderen vraagt, dan komen er nooit nieuwe bekende namen bij’, wierp ik dan altijd tegen. Nu zet ik als ik dat nodig vind een quote op Instagram. Daar kunnen alle showbizzrubrieken en bladen hem zo vanaf plukken.”
Heb je dat soort optredens niet meer nodig om volle zalen te trekken?
“Vroeger greep ik elke kans aan om bekender te worden. En ik sta over het algemeen echt wel journalisten te woord als ze me aanspreken op een première. Maar de lezers van Weekend of Privé zijn niet de mensen die kaartjes voor mijn voorstellingen kopen. De belangrijkste manier om meer mensen enthousiast te krijgen, is door elke avond het publiek een topavond te bezorgen. Dan zegt driekwart van de zaal tegen vrienden en collega’s: daar moet je eigenlijk óók eens heen gaan.”
“Ik zal nooit meer rotzooi afleveren”
Op Instagram heb je 180.000 volgers. Zet een bericht op Insta meer zoden aan de dijk dan een optreden in bijvoorbeeld RTL Boulevard?
“Ja, want dat is een groep mensen die oprecht geïnteresseerd is in wat ik doe. Met deze groep communiceer ik open en gericht. Ik plaats nauwelijks posts over mijn privéleven. Af en toe zet ik er een leuke foto met Marko op, maar het gaat vooral over mijn voorstellingen. Als er een extra show bijgeboekt wordt, dan meld ik dat even op Instagram.”
Ik heb het idee dat je ook minder grote interviews doet dan vroeger.
“Ja, dat klopt. Je moet tegenwoordig zó op je hoede zijn over wat je zegt en hoe je het formuleert. De media schrijven alles van elkaar over, zodat alle nuance volledig verloren gaat.”
Kun je daar een voorbeeld van geven?
“Ik stond op een première waar een aardige mevrouw van de Weekend op mij afkwam. Dat was in de periode dat er verhalen de ronde deden over Carlo Boszhard en mogelijk ongewenst seksueel gedrag. ‘Wat vind je daarvan?’ vroeg ze. Ik zei, naar eer en geweten: ‘Ik ga daar niets over zeggen. Ik ken de details van de zaak niet, er is geen proces geweest en ik wil niet bij de 18 miljoen mensen horen die menen zelf rechter te moeten spelen’. Dat werd een kleine quote in de Weekend waar Mediacourant vervolgens van maakte: Richard Groenendijk neemt het op voor Carlo Boszhard. Dat wordt dan weer behandeld door Roddelpraat. En daar mag de hele goegemeente in de comments losgaan hoor: ‘Hij zal zijn lul zelf wel in een kind hebben gestopt!’. Allemaal anoniem, onder het mom van: we leven in een vrij land en je mag alles zeggen. Wat heb ik dan te winnen bij zo’n interview?”
Bad Boys
Behalve de volle zalen is het grootste verschil tussen Groenendijk in 2012 en nu de trouwring die sinds 19 juli 2019 aan zijn vinger prijkt. Op die dag gaven hij en zijn zeven jaar jongere liefde Marko elkaar het jawoord, in het Torenmuseum op Goeree-Overflakkee. De mannen leerden elkaar ruim tien jaar geleden kennen via Grindr; in eerste instantie zag de cabaretier in Marko geen ‘wedding material’. Maar langzaam maar zeker snapte Groenendijk, die tien jaar terug nog stelde het best in zijn eentje te gedijen in het leven, hoe goed de twee mannen eigenlijk bij elkaar pasten. Hij lacht bij het terughoren van zijn oude quote: “Dat heb ik inderdaad geroepen. En ik zou Marko niet meer willen missen. Maar als ik om wat voor reden dan ook toch weer op eigen benen kom te staan, dan zal ik het ook redden.”
Waarom sloeg de vlam tussen jullie niet meteen in de pan?
“Ik vond het meteen een ontzettend knappe man. Als mens was hij niet direct mijn type, veel te lief, veel te zacht. Ik viel altijd op bad boys . Maar op een gegeven moment snapte ik: a ja, bad boys, het woord zegt het al. Word je daar gelukkig mee? Misschien moet ik toch eens een andere weg inslaan, qua mannen.”
Loslaten van vastgeroeste ideeën was ook het thema van je voorstelling Om Alles!
“Veel gays houden lang vast aan een idee van een soort prins op het witte paard die volledig aan alle gewenste criteria voldoet: gespierd, knap, rijk. Ik zeg niet dat je voor minder moet gaan. Maar leer eens ánders naar mensen kijken. Kijk eens voorbij die platvoeten of dat buikje. Opeens zag ik hoe verschrikkelijk leuk en lief Marko is. En het is zo gezellig met hem, hij maakt me aan het lachen. En hij brengt rust. Waarom zou ik me dan blijven vastklampen aan een soort waanidee dat bad boys ideaal zijn?”
Jullie bruiloft leverde het prachtige nummer ‘Ik hoop het wel’ op, dat werd genomineerd voor de Annie M.G. Schmidtprijs. Je omschrijft hierin hoe de bakker van jullie bruiloftstaart klanten verloor omdat het een taart voor twee mannen was.
“Ja, het lied is geschreven door Jan Beuving. Ik vertelde hem dat verhaal tijdens een lunch en hij zag meteen een lied voor zich: heel schilderachtig, die oude bakkerij die langzaam is meegegroeid met de moderne tijd. De foto van Marko en mij stond trouwens op Facebook, die hing niet in de winkel. Maar die foto in de winkel is natuurlijk een veel mooier beeld. Een paar klanten – leden van de kerk – hadden de bakkerij om die reden ontvolgd. Dat is de clou van het lied geworden.”
“Vroeger greep ik elke kans aan om bekender te worden”
Ik was zo verbaasd dat je de tekst niet zelf had geschreven.
“Ik kán dat niet! Smartlappen en carnavalsnummers gaan mij prima af. De rap in mijn voorstelling stond in vijf minuten op papier – het is de grootste hit van de show geworden. Maar dit soort ontroerende teksten klinken bij mij altijd larmoyant, pathetisch. Het is soms goed als je weet wat je níét kan, of wat je anderen beter kan laten doen.”
Geen rotzooi
Tegelijkertijd heeft Groenendijk geen enkele onzekerheid meer over alle sketches en grappen om die ontroerende liedjes heen. De zalen zitten niet alleen vol, ook de critici liepen de afgelopen tien jaar met elke nieuwe show weg: de vier- en vijfsterrenrecensies waren niet aan te slepen. De komiek bulkt nu alweer van de ideeën voor zijn volgende show waarmee hij pas in het najaar van 2024 gaat try-outen. “Ik heb de afgelopen tien jaar geen rotzooi meer afgeleverd en dat zal ik ook nooit meer doen. Niet elke show valt helemaal op zijn plek en over smaak valt te twisten. Maar een bezoeker krijgt bij mij wel een zeker hoog basisniveau.”
Is er nooit meer de angst: hoe maak ik wéér zo’n geweldige voorstelling?
“Bij Voor iedereen beter wordt elke avond de tent afgebroken. Dat legt wel druk op mijn schouders: wordt het de volgende keer wel net zo goed? Maar dat gevoel houdt je ook scherp.”
Volgens mij hebben je beste voorstellingen een erg persoonlijk thema als kapstok.
“Programma’s werken voor mij het beste als ik een helder thema heb als uitgangspunt. Mijn huidige voorstelling gaat over de dubbelheid die in mij zit: ik wil gezien worden versus laat me met rust. Die dubbelheid zit ook in de maatschappij, daar kan ik dan goed op voortborduren. Iedereen denkt maar een mening te moeten hebben, terwijl je soms echt beter je mond kan houden. Alle Dagen ging over jezelf kunnen overgeven. Om Alles! over loslaten.”
Wat is de rode draad over twee jaar?
“Schaamte en schaamteloosheid. Het is een onderwerp waar ik in de breedste zin van het woord mee aan de slag kan. Van schaamte over hoe mensen er soms uitzien tot de schaamteloosheid van een man als Poetin, die gewoon, omdat hij er zin in heeft, een heel land overhoop schiet. Ik heb ook al een titel: Gelukkig heb je mij nog... Maar hoe ik de lijntjes met elkaar ga verbinden, weet ik nog niet. Dat suddert en spookt nu in mijn hoofd.”
Je vertelt in deze voorstelling weer prachtige verhalen, over ontmoetingen met bijvoorbeeld Corrie van Gorp en Adèle Bloemendaal. Maak jij gewoon heel veel mee of sta je altijd áán om in bijzondere momenten inspiratie te vinden?
“Ik ben wel iemand die altijd openstaat voor alles wat ik meemaak. Ik heb altijd mijn telefoon bij me en schrijf alles op wat ik hoor. Alles wat ik mooi vind, alles waarvan ik denk: daar kan ik wat mee. Het kan een zin zijn, een grap, een paar woorden die een aanzet vormen tot een sketch. Maar ik moet het wél opschrijven, anders ben ik het kwijt.”
“Iedereen denkt maar een mening te moeten hebben, terwijl je soms beter je mond kan houden”
In een hilarische sketch blik je terug op de uitreiking van de Musical Awards. Hoe werkt dat dan op zo’n avond: je schrijft op ‘gekke situatie met Ivo van Hove’?
“Ja, daar heb ik genoeg aan. ‘Ivo van Hove, gekke uitreiking, en Maartje de productieassistent is hysterisch’. Dat bouw ik dan later uit tot een conference van tien minuten. Ik lieg nooit op het podium, maar ik maak de waarheid wel wat mooier.”
Je bent inmiddels een veteraan in je vak. Krijg je veel verzoeken van jonge collega’s die je vragen om adviezen?
“Dat valt wel mee. Het zijn meestal berichtjes of mailtjes van jonge gays die behoefte hebben aan een schouder of een positief woord. Ik heb nu contact met een lieve trans jongen die ik heb leren kennen via de podcast van Paul de Leeuw, die wilde graag een keer een dagje met mij meelopen. Een heel schrijnend verhaal: hij is door zijn familie de deur uit getyft. Natuurlijk help ik zo iemand dan.”
Wat is de meest gestelde vraag van jonge cabaretiers die iets willen leren?
“‘Hoe werkt publieksinteractie?’, of ‘Kun je me een cursus podiumuitstraling geven?’. Natuurlijk zijn er we een paar trucjes: sta rechtop, kijk altijd de héle zaal aan. Maar de essentie kun je niet leren – dat zit in je of niet. Ik had dat vroeger in de klas al, altijd wist ik met een grap mijn reet te redden. Ik ben iemand die heel intuïtief speelt. Ik heb nooit een opleiding gedaan, ben overal afgewezen. Maastricht, Arnhem, Amsterdam – niemand wilde me hebben.”
Waar haalde je de energie en overtuiging vandaan om tóch vol te houden? “Gek hè? Iedereen om mij heen zei altijd: ga wat anders doen, het gaat je niet lukken. Ik dacht zelf altijd: het komt goed. Altijd, wat er ook gebeurde. Geen idee waarom.”
The big 5-0
Het is op 24 september een halve eeuw geleden dat Richard Groenendijk op aarde kwam, in het pittoreske plaatsje Dirksland dat vaak figureert in zijn voorstellingen en conferences. Het bereiken van deze mijlpaal maakt de cabaretier niet reflectiever dan hij doorgaans al is. En de big 5-0 schrikt hem niet af, integendeel.
Maar het moment doet hem wel meer en meer beseffen dat de periode op aarde eindig is. “Ik vind ouder worden niet moeilijk, ik heb me nooit echt onderdeel van de jonge garde gevoeld”, legt hij uit. “Ik had altijd al oudere vrienden. Maar ik vind ouder worden wel lastig omdat je je realiseert dat er steeds minder tijd is om te genieten. Vijftig klonk altijd als iets dat ver weg was, nu kan ik dat niet meer zeggen. Er ligt al heel veel achter mij.”
Je hebt met een beetje geluk nog een half leven voor je. Hoge leeftijden zijn eerder regel dan uitzondering in je familie, vertelde je ooit.
“Jawel. Maar ik zie mijzelf niet, zoals ik in de show ook zeg, tot mijn 92ste op het podium staan. Iedereen moet doen wat goed voelt, maar ik geloof niet dat ik op mijn zeventigste nog vol overtuiging de waarheid sta te verkondigen. Ik zie 65 toch als een soort moment waarop je serieus over pensioen gaat nadenken. Dan heb ik dus nog vijftien jaar. Dan ben ik qua carrière over de helft heen.”
“Kijk eens voorbij die platvoeten of dat buikje”
Wordt het leven leuker naarmate je ouder wordt?
“Ik vind het leven nu heel lekker gaan, ja. Ik had sowieso nooit veel te klagen. Maar het zit nu in álle zalen vol, niet alleen in Rotterdam. Ik heb – mede door Marko – een soort rust gevonden in mijn leven en in mijn vak die ik graag vijftien jaar eerder had willen hebben.”
André van Duin maakte rond zijn zestigste de switch naar serieuzere rollen.
“Ja, dat heeft hij heel slim aangepakt. Misschien is hij daarin wel een voorbeeld, er zijn natuurlijk meer komieken die dat hebben gedaan – denk aan Peter Sellers. Maar ik zie mijzelf geen Betty White worden die op haar 98ste nog in series speelde. Ik kan me goed voorstellen dat er een moment komt dat we de hele boel hier opdoeken. Dat we ons appartement verkopen en lekker naar Portugal gaan. Nu zijn mijn ouders er nog en Marko’s moeder leeft nog. Maar we hebben een kleine familie, we hebben geen kinderen. Dus er komt een punt waarop we in principe overal heen kunnen gaan zonder mensen hier achter te laten.”
Merk je fysiek dat je ouder wordt?
“Op het podium zelf valt het wel mee. Maar de dag daarna moet ik wel herstellen, dan ben ik best moe en stijf. Dan merk ik echt dat twee uur over het podium rennen mij meer moeite kost dan tien jaar geleden. Als ik niet optreed, ga ik naar de sportschool. Maar als ik mijn show vijf, zes keer per week speel heb ik daarmee wel genoeg beweging. Je traint je lijf ook voor een bepaalde afgebakende periode van inspanning, net zoals je op de sportschool bijvoorbeeld rekening houdt met elke dag twee uur beuken. Mijn grootste angst is dat er iets met mijn stem gebeurt. Na de reeks in het Luxor ga ik alleen maar in een hangmat liggen en een maand lang niets meer zeggen.”
In je nieuwe voorstelling zeg je dat je niet graag het middelpunt van de belangstelling bent. Hoe ga je de grote dag vieren?
“Toen ik 40 werd, heb ik een etentje georganiseerd voor veertien vrienden. Ik wil de 50 niet ongemerkt voorbij laten gaan. Niet alleen voor mezelf, maar ook voor mijn ouders. Ze hebben maar één kind, die wordt maar één keer vijftig – ik wil het ook voor hen vieren. Het wordt een feestje in het Oude Luxor, met grote tafels op het toneel. Een mannetje of honderd. Maar diep in mijn hart zou ik net zo lief met Marko op de bank zitten in een huisje in Zuid-Frankrijk. Dat gaan we de weken daarvóór doen.”
Heb je nog concrete ambities, behalve elke twee, drie jaar een mooie nieuwe voorstelling maken?
“Als er een mooie kans langskomt, wil ik nog wel een keer in een musical staan. Als The Prom het lang genoeg uithoudt, is de rol van Barry Glickman natuurlijk voor mij gemaakt. Of een keer een serieuze rol in een film of serie – denk aan Pleidooi of Oud Geld, dat niveau. Maar daarvoor zit ik niet in de kaartenbak. Dan moet je iemand vinden die echt in je gelooft en die dat aandurft.”
Je bent binnenkort wel op het witte doek te zien, in Casa Coco. Je speelt een heteroseksuele Feyenoord-fan met relatieproblemen. Dat is niet het soort rol waar ik jou meteen aan zou koppelen.
“Die producent heeft het inderdaad aangedurfd, ja – daar ben ik hem heel dankbaar voor. Ik was in eerste instantie gecast als de vrolijke homokok. Maar bij een lezing viel de acteur weg die een demente man speelde en probeerden we wat uit – Gijs de Lange, die in mei is overleden, nam die rol over en ik deed zijn rol. Dat pakte heel goed uit en daarom hebben we die switch gemaakt. Ik vind zelf dat het heel goed heeft uitgepakt. Misschien moet ik in de toekomst wat meer de hort opgaan en mensen erop wijzen dat ze me daar óók voor kunnen vragen.
Richard Groenendijk speelt tot zomer 2023 zijn voorstelling Voor iedereen beter door het hele land. de speellijst staat op www.richardgroenendijk.nl. Casa Coco is vanaf half november in de bioscopen te zien.
Tekst: Robbert Blokland | Beeld: Oof Verschuren | Styling: Amber van Strien | Grooming: Annemiek Bohnenn