De rechten van lhbtq personen worden definitief verankerd in artikel 1 van de Grondwet. De Senaat stemde op dinsdag 17 januari december in grote meerderheid voor een wetsvoorstel van D66, GroenLinks en PvdA. Het COC, dat bijna 20 jaar voor de wetswijziging heeft gepleit, is gelukkig en spreekt van een historische overwinning voor de regenbooggemeenschap.
‘‘Dit is een historische overwinning voor de regenbooggemeenschap en een kroon op de jarenlange inzet van het COC”, aldus een gelukkige COC-voorzitter Astrid Oosenbrug. “We zijn Alexander Hammelburg, Laura Bromet, Habtamu de Hoop en hun voorgangers ontzettend dankbaar voor hun vele werk aan dit wetsvoorstel.”
“Het was een emotioneel moment toen de Senaat vanmiddag, na al die jaren, in grote meerderheid vóór Grondwettelijke erkenning stemde”, aldus Oosenbrug. “Eindelijk worden LHBTI+ rechten trots genoemd in artikel 1 en niet meer weggemoffeld.” Volgens Oosenbrug is de Grondwetswijziging een ‘opdracht voor de politiek van vandaag, om discriminerend geweld, pesten op school en andere vormen van discriminatie aan te pakken.’
“En verankering in de Grondwet is een garantie dat we ook over vijftig of honderd jaar nog van onze zwaar bevochten rechten kunnen genieten,” aldus Oosenbrug. “Dat we ook in de toekomst nog kunnen trouwen, kinderen kunnen opvoeden en beschermd zijn tegen discriminatie. Ook als de politieke of maatschappelijke wind onverhoopt draait in het nadeel van de regenbooggemeenschap.”
Het COC pleit al bijna 20 jaar voor verankering van lhbtq rechten in de Grondwet
Tijdens een hoofdelijke stemming dinsdag stemden de Senatoren van D66, GroenLinks, PvdA, VVD, CDA, SP, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, 50PLUS, Fractie-Otten en de OSF vóór het voorstel van Alexander Hammelburg, Laura Bromet en Habtamu de Hoop. Tegen stemden de Senatoren van de Fractie-Nanninga, PVV, SGP, Fractie-Frentrop en Forum voor Democratie. In totaal kreeg het voorstel 56 stemmen vóór en 15 stemmen tegen.
Het COC pleit al bijna 20 jaar voor verankering van lhbtq rechten in de Grondwet. De strijd begon in april 2004 met een oproep van COC’s Landelijke Werkgroep Politiek aan de Tweede Kamer. Er volgden diverse nota’s en rapporten, maar de regering kwam niet met een voorstel. In 2010 dienden D66, GroenLinks en PvdA hun initiatiefwetsvoorstel in. Destijds kon dat voorstel nog niet op de benodigde twee derde meerderheid rekenen. Die kwam er na COC’s Regenboogakkoorden van 2017 en 2021 en een grote publieksactie in 2019 bij Pride Amsterdam.
Verankering van lhbtq mensenrechten in de Grondwet is al een feit in landen als Zweden, Portugal, Malta, Mexico en Zuid-Afrika. In ons land zijn lhbtq rechten nog niet Grondwettelijk verankerd, terwijl Nederland in 2001 bijvoorbeeld wel als eerste land ter wereld het huwelijk openstelde voor paren van gelijk geslacht. Het gebrek aan een Grondwettelijk lhbtq discriminatieverbod is één van de redenen dat Nederland tegenwoordig op de dertiende plaats in Europa bungelt van landen waar lhbtq mensenrechten goed geregeld zijn.
Een Grondwetswijziging moet twee keer door Tweede Kamer en Senaat worden aangenomen, de tweede keer met een twee derde meerderheid. De behandeling in de Senaat van dinsdag was de laatste stap in dit lange proces.
Het voorstel van D66, GroenLinks en PvdA voegt de termen ‘seksuele gerichtheid’ en ‘handicap’ toe aan artikel 1 van de Grondwet. In artikel 1 worden godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid ras en geslacht al expliciet genoemd als verboden discriminatiegrond. De toevoeging van ‘handicap’ is een fel-gekoesterde wens van Iederin, de organisatie voor mensen met een beperking of chronische ziekte. Een wens die het COC uiteraard van harte steunt.
Genderidentiteit en geslachtskenmerken
Op aandringen van het COC bevestigden de regering en de indieners tijdens de behandeling van dit wetsvoorstel vele malen dat het verbod op discriminatie wegens ‘geslacht’ – dat al in de Grondwet is vastgelegd - mensen ook Grondwettelijk beschermt tegen discriminatie op grond van genderidentiteit, genderexpressie en geslachtskenmerken.
Het wetsvoorstel dat de Kamer nu heeft aangenomen, werd oorspronkelijk ingediend door Boris van der Ham, Naïma Azough en Anja Timmer en eerder verdedigd door Vera Bergkamp, Nevin Özütok en Kirsten van den Hul. Het COC is alle indieners en hun medewerkers bijzonder dankbaar voor het vele werk dat ze in dit voorstel hebben gestoken.
Bron: COC Nederland
Winq gebruikt doorgaans de afkorting 'lhbtq', COC Nederland gebruikt de afkorting 'lhbti+'. In het citaat van voorzitter Astrid Oosenbrug hebben we daarom de afkorting 'lhbti+' laten staan.