Een jaar geleden had Olympiër Ramsey Angela geen idee waar ‘lhbtq’ voor stond. Sinds 2022 is hij ambassadeur van stichting Pride and Sports. “Ik ben meer dan ‘die biseksuele sporter’, maar blijkbaar is mijn verhaal anders. Mensen raken daardoor geïnspireerd.”
Normaal heeft Ramsey Angela er om 12.00 uur al een training op zitten, maar vandaag is hij net wakker. Half september, vakantie. Hij komt rustig aanlopen in het rumoerige Arnhemse grand café Dudok. Hij woont in de buurt.
Zijn seizoen viel niet mee, en niet tegen. Het jaar begon voor de sprinter en hordenloper met een gescheurde hamstring, midden in de belangrijkste trainingsperiode. Hij herstelde in drie maanden weer volledig. Lastiger was om zijn zelfverzekerdheid terug te vinden. Telkens als hij aan de start stond, ging het weer door zijn hoofd: houdt-ie het nu wel?
Hoogtepunt was het halen van de halve finale op het WK atletiek in Eugene (Oregon). Het was bovendien zijn eerste individuele WK. In het begin van het jaar had hij misschien een finaleplaats verwacht, maar gezien zijn blessure was hij hier al heel blij mee.
Wat dan weer tegenviel was dat hij een maand later zonder medaille terugkwam van het EK in München. En het lukte dit seizoen niet om zijn persoonlijke record op de 400 meter en 400 meter horden te verbeteren.
“Pieken en dalen” vat Ramsey Angela het samen. Nu lag de lat ook wel hoog: 2021 was mega-succesvol. Hij won brons op het EK onder de 23 op de 400 meter horden, goud op het WK Estafette met zijn team op de 4x400 meter, en zilver op dezelfde afstand op de Olympische Spelen in Tokio.
“Daarvan moest ik echt even bijkomen”, zegt Ramsey. Een zilveren ‘1999’, zijn geboortejaar, bungelt aan zijn nek. “Vooral mentaal. Je staat ineens in the picture.” In de maanden na de Olympische Spelen werd hij vaak geïnterviewd. Hij werd herkend in de IKEA, op straat werd om de haverklap een handtekening gevraagd. Hij genoot van de aandacht, dat wel.
“Er is nooit een moment geweest dat ik me anders voelde”
Gebombardeerd tot boegbeeld
Dat de media boven op hem sprongen, had niet alleen met zijn sportprestaties te maken. In dezelfde maanden als waarin zijn internationale ster rees, werd nog een andere kant van hem zichtbaar.
Dat begon in 2021 met af en toe een casual foto met zijn toenmalige vriend. Soms met niets erbij, soms #couple, soms een hartje. Maar je moest goed zoeken. De aandacht voor zijn seksualiteit kwam in een stroomversnelling toen hij eind juni 2021 op het NK als eerste over de finish kwam op de 400 meter horden. Een fotograaf legde hem vast, juichend, met op de achtergrond een regenboogvlag. Toeval? “Ik denk het niet, nooit naar gevraagd.” ‘Took what’s mine’, zette Ramsey erbij op Instagram. Verder niets. Geen hashtag #love, geen regenboog-emoji. Toch begrepen veel mensen de hint. “En toen was het zo van: echt waar? Ja, echt waar.”
Zijn sociale media ontplofte pas echt een maand later. Hij werd wakker op het trainingskamp in Chiba, bij Tokio en had er ineens duizenden volgers bij. En die hadden wel heel vaak een regenboogje in hun naam. Algauw werd Ramsey duidelijk wat er was gebeurd: het grootste lhbtq-tijdschrift ter wereld, het Britse Attitude, bleek hem te hebben getagd in de post ‘Nine gay and bisexual male Olympians to watch out for’. “Toen was het ineens wereldwijd nieuws.”
Ramsey werd gebombardeerd tot boegbeeld, zonder dat hij ooit een publieke coming-out had gehad. Of überhaupt een coming-out. Ramsey had altijd wel het idee dat hij “jongens en dames” interessant vond. “Er is nooit een moment geweest, ik kan het me in ieder geval niet herinneren, dat ik dacht: o, ik voel me anders. Ik heb het altijd geweten, denk ik, dat ik jongens leuk vind.”
“Ineens was mijn seksuele oriëntatie wereldwijd nieuws”
Moeite met zijn seksualiteit heeft Ramsey nooit gehad. Tegen sportzender ESPN zei hij: “Ik praat vaak voordat ik nadenk. Het is wel een aantal keer gebeurd dat ik het met een aantal vrienden had over een jongen en zei dat ik die knap vond. Mijn vrienden reageerden een beetje verbaasd, vroegen of ik ook op jongens val en toen zei ik gewoon ja. Zo is het een beetje gegaan.”
Zo vader, zo zoon
Ramsey groeide op in Rotterdam, in de wijk Zevenkamp. Hij heeft drie oudere zussen, die hij zijn beste vrienden noemt. “Ik kan alles met ze delen. Altijd op ze terugvallen.” Zijn ouders zijn een paar jaar geleden gescheiden.
Zijn vader was ook atleet. Hij rende de 400 en 800 meter en kwam uit voor Curaçao. Het was dus eigenlijk een kwestie van tijd voordat Ramsey ook op atletiek zat. “Ik was altijd een lui kind. Heb wel gezwommen en getennist, maar nooit veel. Toen ik atletiek ging proberen, bleek ik daar talent voor te hebben.”
Al op zijn elfde gooide hij hoge ogen op de 60 meter horden, op de clubkam pioenschappen van PAC Rotterdam. Vervolgens reed zijn vader hem jaren naar trainingen en wedstrijden door Nederland en België. “Hij was er gewoon altijd. Hij is mijn grootste supporter.”
Wat je vaak hoort over ouders die ook sporter zijn geweest is dat ze hun ambities projecteren op hun kinderen. Dat kan weleens fout gaan.
“Ja, maar dat is nooit gebeurd. Natuurlijk wil je papa trots maken. Ik herinner me wel één moment waarop ik het zat was, en mijn vader zei: ‘Als je maar niet gaat stoppen.’ Dat had hij heel vervelend gevonden.”
Misschien voelde je de druk ook minder omdat je de verwachtingen makkelijk kon waarmaken?
“Dat is zeker zo. Maar op een gegeven moment kom je in de puberteit. Ik heb verkeerde vrienden gehad ook, terwijl ik toen vier, vijf keer in de week trainde. Soms in de ochtend, en dan was ik de avond ervoor uit geweest. Drinken, roken. Dat wist m’n vader ook.”
Hij liet je dus een klein beetje vrij.
“Ja, maar op het randje dat hij me ook kon sturen. Als ik wegzakte, zei hij: ‘Hey, je doet ’t wel ergens voor.’”
“Ik was altijd een lui kind, maar voor atletiek bleek ik talent te hebben”
Als je zegt ‘verkeerde vrienden’, dan bedoel je niet drinken en roken.
“Nee, dat zou ik niet verkeerd noemen. In de zin van: zij namen mijn sport niet serieus.”
Of bedoel je ‘straatjochies’?
“Ook, daar was ik er een van.”
Wat deed je op straat? Voetballen?
“Nee, dat kon ik niet. Ik was echt slecht, mocht nooit meedoen. Ik kon hard rennen, dus dat was goed. Tja, wat deed ik dan? Vervelen, zal ik het noemen. Ik had vaak oudere vrienden, met een auto. Stonden we daar op een parkeerplek letterlijk niks te doen. Gewoon daar zijn en stoer doen.”
Heb je ooit criminele dingen gedaan?
Hij is even stil. “Ja. I did.”
Bestond het risico dat dat uit de hand zou lopen?
“Daar had ik het laatst met m’n vader over. Hij zei van wel. Hij was daar wel bang voor. Ik zeg altijd: sport heeft mij gered. Anders had ik eerder het verkeerde pad gekozen. Ik moest op een bepaald moment thuis zijn zodat m’n vader me kon brengen. Dat werd steeds vaker en serieuzer. Gelukkig zag ik dat ook. Ik besefte: wow, ik kan hier echt wat mee gaan doen. Ik kan hier wat mee worden.”
Wat had je gedaan als je niet goed was in sport?
“Dan was ik de luchtvaart in gegaan. Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in vliegtuigen. Met mijn vader ging ik naar Schiphol of Zestienhoven in Rotterdam vliegtuigen kijken. Naarmate ik ouder werd, ben ik me daar meer in gaan verdiepen: hoe de hele operatie werkt, van landen tot opstijgen. En toen kwam ik erachter dat er een studie voor is: Aviation Operations Officer. Dat heb ik anderhalf jaar gedaan, maar ik moest stoppen voor de sport. Op een gegeven moment moesten we 42 uur per week stage lopen, en ik kon niks regelen met mijn topsportstatus.”
Ramseys ogen lichten op als hij het over vliegtuigen heeft. “Eergisteren zat ik nog in een vliegtuig dat helemaal vernieuwd was. Dan ben ik helemaal blij.”
Wat was er nieuw?
“Dit was in de nieuwe Boeing 737. Ik vlieg altijd met KLM. De hele cabine was vernieuwd. Dat was sowieso het plan voor eind 2022, dat had ik al gelezen, maar ik had het nog niet gezien. Nieuwe stoelen, nieuw licht. Echt perfect.”
Ambassadeur
Ramsey koos uiteindelijk voor het Johan Cruyff College in Roosendaal, waar topsporters hun carrière met een studie kunnen combineren. Het werd marketing en communicatie. Het meeste volgde hij op afstand; hij woont inmiddels in Arnhem, vlak bij Papendal. Een jaar geleden haalde hij zijn diploma. Omdat hij de eerste student was die een medaille op de Olympische Spelen had gewonnen, kreeg hij een plekje op de Wall of Fame op de school.
Dat hij nooit moeite heeft gehad binnen de sport met zijn seksualiteit, wijt Ramsey aan de atletiek. “Die sport is van zichzelf al heel divers. Of je nu dik of dun bent, waar je ook vandaan komt: heel de wereld doet aan atletiek. Als je daarnaast homo bent, of iets in die richting, dan valt dat niet zo op.”
In het begin begreep hij daarom al die aandacht voor zijn seksualiteit niet zo. De interviews na de Olympische Spelen, met Spijkers met Koppen, de Volkskrant, ESPN, gingen allemaal óók daarover. “Ik voelde me heel uneducated.”
“Mijn vader is mijn trouwste supporter”
Een jaar eerder had hij niet eens geweten waar de letters lhbtq voor stonden, en van een ‘lhbtq-gemeenschap’ had hij nog nooit gehoord. “Vorig jaar kwam ik er pas achter dat er ook echt gayfeesten zijn”, zegt Ramsey. Hij hoorde over de gaysauna. “Ik dacht: oh my god, where was I?” Vrienden die gay waren had hij niet. Op een Pride is hij nog nooit geweest.
En nu wordt Ramsey Angela ambassadeur van Stichting Pride and Sports, maakt hij met dit interview bekend, de vrijwilligersorganisatie die zich inzet voor een veilig sportklimaat voor lhbtq sporters. Pride and Sports vormt ook een aparte commissie tijdens de Pride Amsterdam.
Van iemand die zich eigenlijk nooit verdiepte in de lhbtq-wereld, naar ambassadeur. Hoe is dat zo snel gegaan? Naarmate het aantal volgers met ‘regenboogjes’ groeide, begon Ramsey zich meer te verdiepen in de community. Hij keek coming-outvideo’s op YouTube, sprak met zijn volgers op Instagram over hun ervaringen. “Ik besefte dat het allemaal niet zo makkelijk is voor iedereen. Dat deed mij wel wat. Rob Jetten [de huidige klimaatminister – red.] zei eens tegen mij: ‘Had ik maar iemand zoals jou op de middelbare school.’” Dan had hij kunnen zien hoe Ramsey ermee om was gegaan, bedoelde hij. Op school werd weleens ‘homo’ naar hem geroepen. “Maar ze konden dat niet echt maken bij mij. Er kwam altijd ruzie van.” Daarna gebeurde het niet meer.
Sterker, Ramsey Angela was zélf een pestkop, geeft hij toe. “Ik pestte mensen niet omdat ze lelijke kleding aan hadden of geen vrienden hadden, maar omdat ze kwetsbaar waren. Ze waren een makkelijk doelwit.” Dat is “superfout”, zegt hij, maar het zette hem onlangs wel aan het denken over waarom hij nooit heeft geworsteld met z’n seksuele oriëntatie. Was dat omdat hij zich niet kwetsbaar opstelde? “Maar het is ook lullig om te zeggen: jij hebt meer last gehad van je seksualiteit omdat je je kwetsbaar opstelde. Dat is het niet.”
Het verhaal van Ramsey Angela
“Blijkbaar is mijn verhaal anders en raken mensen daardoor geïnspireerd”, zegt Ramsey. Dus als hij een voorbeeld kan zijn voor hen, bedacht hij, waarom zou hij dat dan laten? “Guys”, zei hij tegen zijn teamgenoten in Tokio, een week voor hun zilveren medaille. “Ik moet iets doen. Ik moet iets posten, maar ik weet niet wat. Ik heb nu een supernetwerk dat ik wil aanspreken, maar I don’t know how, what, where.”
Ook riep hij de hulp in van Rob Jetten. Iemand die, zeker als Kamerlid, zijn seksualiteit inzet binnen zijn voorbeeldfunctie. Ze kwamen in contact doordat Jetten ook atletiek deed. “Ik keek altijd naar hem op. Hij doet gewoon z’n baan, maar komt er wel voor uit dat hij gay is.”
Verder is Ramsey ook “politiek ingesteld”, zegt hij, maar “dat is iets tussen mij en m’n beste vriend.”
Ramsey wilde dus iets posten, maar geen “lap tekst”, of “dat ik heel erg voor inclusiviteit sta”. “Het moest zo dicht mogelijk bij mezelf blijven. De boodschap moest ik zo subtiel mogelijk overbrengen.” Het werd uiteindelijk een foto van Ramsey in actie, met een estafettestokje in zijn hand, en daaronder de tekst: “Accepting myself, being myself and loving myself made people see me as Ramsey Angela. The crazy friend, lover, photographer and now Olympian. It’s possible.” Mét regenboog-emoji.
“Superfout, maar ik pestte vroeger anderen die zich kwetsbaar opstelden”
Tegen de Volkskrant zei je: “Ik wil niet in een hokje geduwd worden. Ik ben niet zo erg van de wij, de homogemeenschap – ik ben gewoon ik.”
“Waarom zei ik dat? Haha. Nee, dat klopte wel. Ik hou niet van het label omdat alles wat ik doe, hoe ik eruitzie, wat ik zeg, dát maakt mij Ramsey Angela. Ik ben niet alleen ‘de gay sporter’ – ik ben trouwens niet eens gay, maar bi – of ‘de atleet met een Olympische medaille’. Dat zijn slechts onderdelen van het verhaal van Ramsey Angela. Ik wil dat mensen mij ook zo zien. In al die opzichten.”
Wat zijn die andere opzichten?
“Waar we het al een beetje over hebben gehad. Ik ben niet alleen biseksueel. Ik ben een persoon die ergens goed in is, met meerdere talenten. Waaronder fotografie, en pianospelen. Een persoon met een grote mond. Die graag een inspiratie wil zijn. Dat is hoe ik wil dat mensen over mij praten.”
Nu laat je je interviewen door Winq. Waak je ervoor om te veel met queer media te praten?
“Er zal op een gegeven moment een lijn moeten worden getrokken, maar pas wanneer het te veel is. Nu is dat nog niet het geval.”
Nog lang niet: eind vorig jaar benaderde de voorzitter van Stichting Pride and Sports hem voor een ambassadeurschap. “Een kans om mijn voorbeeldfunctie te koppelen aan een organisatie”, zegt Ramsey. “De diversiteit binnen de atletiek vind ik bijzonder, maar helaas kan je dat niet over elke sport zeggen. Daar wil ik me graag over uitspreken.”
Waarom wil je zo graag een rolmodel zijn?
“Voldoening. Het is een extra motivatie om te doen waar ik goed in ben. Net als dat ik elke dag opsta om mijn vader trots te maken, zo zou ik ook anderen trots willen maken die mij zien als voorbeeld.”
Wat hoop je dat anderen in jou zien?
“Klinkt misschien een beetje simpel, maar zoiets als: hij is echt zichzelf. Dat je trots moet zijn op jezelf.”
Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, geeft hij toe. Het was voor hem ook een hele taak om te begrijpen waarom zo veel mensen wél moeite hebben om zichzelf te kunnen zijn. “Jezelf zijn is soms moeilijk, maar ik denk dat velen het moeilijker maken dan nodig. Soms moet je dat inzien, en ik denk dat ik daar invloed op kan hebben.”
Wat hebben mensen zelf in de hand, vind je?
“Hoe ze omgaan met de meningen van anderen.”
“Rob Jetten zei eens tegen mij: ‘had ik maar iemand zoals jou op de middelbare school’”
Ga je je nu ook meer uitspreken als je in landen komt waar homoseksualiteit nog strafbaar is?
“Ik ben nog niet in zo’n situatie terechtgekomen. Maar in zo’n land voel ik me wel ongemakkelijk denk ik. Ik zou dan niet op Instagram zetten: it’s so nice to be here. Tom Daley [Britse schoonspringer – red.] spreekt zich hier meer over uit. Volgens mij liep hij ook met een regenboogvlag aan het begin van de Commonwealth Games. Dat vond ik wel mooi, want binnen de Commonwealth zijn nog genoeg landen die same sex-liefde nog niet accepteren.
Ineens schrikt hij van zichzelf. “Dit had ik nooit geweten twee jaar terug. Hahaha! Oh god…”
Er is één ding wat Ramsey Angela “eng” vond aan zijn nieuwe imago. “Of ik nog wel kans maakte bij de dames.”
De Volkskrant, Spijkers met Koppen, zelfs Wikipedia: overal staat dat Ramsey Angela ‘gay’ is. “Volgens mij heb ik dat nooit gezegd. Maar prima, ik ben daar niet zo moeilijk in. Als ik voor diegene gay ben, ook goed.”
Zeg je dan niet in zo’n interview: nee, ik ben bi?
“Ik dacht er toen niet zo over na. Er kwam veel op me af. Ik zat bovendien nog in een relatie en dacht: het zal wel.”
Nu is hij vrijgezel, of nou ja: hij is aan het daten. Met een vrouw. “Toen we gingen daten, dacht zij: o, dan zal hij wel niet gay zijn.”
De vraag of hij last heeft van vooroordelen over biseksuele mensen snapt hij niet zo goed.
“In welke zin?”
Dat zodra biseksuelen een relatie krijgen, ze voor de buitenwereld altijd homo of hetero zijn, bijvoorbeeld. Of dat bi-zijn een fase is, of interessant-doenerij. Ramsey heeft er nog nooit van gehoord.
Ik voel me bijna schuldig dat ik je nu met deze nieuwe kennis opzadel.
“Ik heb alleen dat mensen me nu tegenkomen en zeggen: o, ik dacht dat je op jongens viel. Wat wil je dat ik daarop antwoord?”
Mensen willen je graag labelen.
“Ja, en dat werkt voor mij sowieso niet.”
Sinds dit najaar is Ramsey Angela een van de ambassadeurs van Stichting Pride and Sports, het nationale platform voor lhbtq personen in de sport, dat zich inzet voor een veilig sportklimaat voor alle sporters, ongeacht hun seksuele oriëntatie, genderidentiteit, genderexpressie of geslachtskenmerken.
Fotografie: Ruud Baan / Styling: Kim Keizer