Geen grap, maar waargebeurd: in de jaren tachtig moesten Nederlandse profvoetballers verplicht scheenbeschermers dragen omdat men bang was dat ze elkaar via bloederige scheenblessures met hiv zouden besmetten. Er was zelfs een campagne: ‘Draag een scheenbeschermer, stop aids’.
Wat bijna niemand meer weet, is dat het dragen van scheenbeschermers in 1988 verplicht werd gesteld omdat voetbalbond FIFA bang was dat voetballers elkaar via bloederige scheenblessures met hiv zouden besmetten.
Nooit aangetoond
De relatie tussen een scheenblessure en hiv overdragen is nooit aangetoond, en veel sportbonden waaronder de KNVB geloofden er ook helemaal niks van, maar dat weerhield de FIFA er niet van om met een campagne genaamd ‘Draag een scheenbeschermer, stop aids’ de scheenbeschermer te introduceren en ook meteen verplicht te maken. Daar moet iemand heel veel geld mee verdiend hebben, zou je zeggen… maar ook dat is niet aangetoond.
Voetbalgeschiedenis
Het verhaal van de campagne is te lezen in het nieuwe boek van sporthistoricus Jurryt van Vooren, De gele kaart van Neeskens. Hierin beschrijft hij de Nederlandse voetbalgeschiedenis aan de hand van 111 dingen die voor het eerst gebeurden. Winq mocht het hoofdstuk over de beenbeschermers integraal opnemen in dit artikel.
‘Draag een scheenbeschermer, stop aids’
De FIFA had in de beginjaren van aids geen idee wat ze moest doen om verspreiding tegen te gaan. Eind 1987 kwam de medische commissie van de wereldvoetbalbond daarom met een opmerkelijk advies: “Bloedende scheenbeenwonden zijn de meest voorkomende blessures in het voetbal. En aangezien bij de verzorging ervan dikwijls gebruik wordt gemaakt van de allesbehalve steriele natte spons, is het voorkomen van verwondingen door het dragen van scheenbeschermers een goede zaak.”
Door zulke verwondingen, zo meende de FIFA, liepen voetballers een groot gevaar om te worden besmet met het hiv-virus. Opmerkelijk, want er was wereldwijd geen enkel geval bekend van een voetballer die dat inderdaad tijdens een wedstrijd was overkomen.
KNVB-arts Frits Kessel erkende het belang van scheenbeschermers, maar dan wel ter voorkoming van botbreuken, infecties en andere complicaties. Dat het zou helpen tegen de verspreiding van aids verwierp hij dan weer. “Ik geloof er geen moer van dat je hiermee iets kunt voorkomen. De felicitatiepartijen na een doelpunt zouden dan ook verboden moeten worden, want je loopt de kans dat twee wondjes op elkaar komen.”
In maart 1988 werden de scheenbeschermers toch verplicht door de FIFA, met als primeur het voetbaltoernooi op de Olympische Spelen in Seoul. Kessel begreep er niets van. “We hebben er geen enkele zeggenschap over gehad.” De slogan ‘Draag een scheenbeschermer, stop aids’ vond hij helemaal idioot.
En ook buiten de voetbalwereld was er verbazing. “Een aantal mensen binnen de medische commissie van FIFA heeft er blijkbaar belang bij om op de voorgrond te treden en in de publiciteit te komen,” zo hoonde sportarts Peter van Beek, tevens voorzitter van de medische commissie van de Europese volleybalbond.
Volgens Ernst Roscam Abbing, directeur van de GGD in Rotterdam, was de maatregel juist gevaarlijk. “Ik denk dat de FIFA inspeelt op angstgevoelens. Ze zullen gedacht hebben zo een goede beurt te maken, maar ze versterken paniekgevoelens.”
Op 15 september 1988 speelde het Nederlands elftal voor de eerste keer verplicht met scheenbeschermers. Feyenoorder
Sjaak Troost vond het een onnodige maatregel, ook al was hij niet opgesteld. “Als je geen scheenbeschermers wil, is dat je eigen verantwoordelijkheid. Nu zou dat opeens moeten? Ik draag ze niet, nee. Ik vind ze irritant, het zit niet prettig, maar als het moet, dan moet het. Net als met die autogordels.”
De gele kaart van Neeskens
Auteur: Jurryt van de Vooren
SKU: 9789083272030
Verschenen: 22-03-2023
Leverbaar: Direct
Levertijd (NL): Op werkdagen voor 18:00 uur besteld, morgen in huis
Druk: 1e druk
Productvorm: Zachte kaft
Taal: Nederlands
Uitgever: Vesper Publishing
Aantal pagina's: 249
Hier te koop voor € 21,95
Coverbeeld: iStock