Vroeger sekste columnist Matthijs van Els in het donker om zijn onzekerheid te verbloemen. Ironisch genoeg vond hij zelfvertrouwen in seks met een blinddoek. “Deze ervaring gaf mijn ogen de vrijheid niet te hoeven oordelen."
Vroeger, toen ik nog jong en onbezonnen was, wilde ik enkel seks hebben in het donker. Ik was simpelweg te onzeker om mezelf in volle naakte glorie te laten zien aan andere mensen. Hoewel ik het tegenwoordig steevast met de lichten aan doe en dacht dit stadium gepasseerd te zijn, ontdekte ik onlangs dat deze onzekerheid nooit volledig is verdwenen.
Jaren geleden schaamde ik me ontzettend voor mijn lichaamsbeharing: tijdens (seks)dates dacht ik alleen maar aan de niet-geschoren delen van mijn lijf. Ook mijn zogenaamde vetjes en ongespierde torso moesten het ontgelden. Mezelf blootgeven was een obstakel en zo werd de duisternis mijn grote vriend. In het donker kon ik mijn ingebeelde onvolmaaktheden wegmoffelen en vermeed ik tegelijkertijd de aanblik van de perfectie van de ander.
De afgelopen jaren ben ik gelukkig wijzer geworden – ik noem het de voordelen van ouder worden. Vandaag de dag zie ik graag wie er in mijn bed ligt en wat er gebeurt. En als ik iets geil vind, dan is het oogcontact. Naar mezelf kijken blijft echter geen pretje. De lichten zijn weliswaar aan, maar ik zorg ervoor dat ik buiten de spotlight blijf. Ik richt me altijd op het lichaam van de ander en het genot dat ik hém zou kunnen geven. Zo heb ik mezelf onbewust wijsgemaakt dat ook hij liever niet naar mij kijkt.
Laatst sprak ik af met een bekende, iemand die ik al langer ken en vertrouw, en met wie ik vaker fijne (experimentele) seks heb. Hij stelde voor mij te blinddoeken en me vervolgens te verwennen – zelf zou ik geen vin mogen verroeren. Dit voorstel zou de rollen omdraaien en dat vond ik lastig; ik was bang controle te verliezen over zijn blik, over de tekortkomingen die hij zou ontdekken aan mijn lijf zonder mijn medeweten.
“Daar zat ik, nog steeds naakt en hulpeloos, maar allesbehalve onzeker”
Toch ging ik de uitgaging aan. Hij dirigeerde me naar een stoel die klaarstond voor een grote spiegel en gebood me plaats te nemen met mijn handen op mijn rug. Daar zat ik dan; naakt, hulpeloos en onzeker. Mijn blik in de spiegel vermeed ik. Hij zoende me en vervolgens ging de blinddoek over mijn ogen. Mijn ademhaling versnelde en mijn hartslag steeg. Nog een zoen. Op mijn mond, in mijn nek, en tegelijk streelde hij met een hand mijn bovenlichaam. Langzaam zakte mijn nervositeit. Geluiden klonken harder, geuren roken sterker en aanrakingen voelden intenser; dit was een ander soort duisternis dan ik gewend was. Al zoenend reisde hij van mijn mond richting mijn kruis. Ik had geen andere keus dan me aan hem over te geven – het was me verboden om ook maar één vinger uit te steken. Tijdens het halfuur dat volgde ontspande ik volledig en genoot ik van alles wat me overkwam, tot de blinddoek weer af ging. Ik bekeek mezelf in de spiegel. Daar zat ik, nog steeds naakt en hulpeloos, maar allesbehalve onzeker.
Deze ervaring gaf mijn ogen de vrijheid niet te hoeven oordelen. Ik mag er zijn, ook in de spotlight, en daar mag ik van genieten ook. Grappig dat ik een blinddoek nodig had om dat in te zien.
Beeld: Rob Jacobs