Vrouwelijkheid bij mannen wordt anno 2023 nog steeds vaak afgestraft met haat, agressie en geweld. Columnist Matthijs van Els ontdekte dat dit ook zijn seksleven blijft beïnvloeden. “Blijkbaar gunde ik mezelf nog steeds niet de vrijheid alles te doen waar ik zin in heb.”
Als afsluiter van het eerste Pride-weekend in Amsterdam bezocht ik mijn favoriete queer uitgaansplek op de zondagavond: De Trut. In de rij hadden mijn vrienden en ik het over queer seks. Met name vroegen we ons af wanneer seks als dusdanig bestempeld kan worden. Ik vertelde hun over een recente date en realiseerde me dat ik (nog steeds) heteronormatieve seks heb.
Mijn date was een bekende, met wie ik al eens eerder seks had gehad. Hij was lang, gespierd en volgens traditionele normen mannelijk; ik het tegenovergestelde. Tijdens onze vorige date draaide alles om zijn dominantie over mij – terwijl ik op mijn knieën zat, kon hij zijn genot op mij botvieren – en dat voelde als natuurlijk. Dit keer stond alles in het teken van rimmen en zo lag ik niet veel later met mijn gezicht tussen zijn perfecte billen. Na daar wat minstens een half uur leek van te hebben genoten, merkte ik dat er bij hem iets veranderde. Hij liet zijn dominantie (of controle) los; hij wilde geneukt worden. Ik was verbaasd, ietwat gespannen ook. Dit had ik van tevoren niet als optie gezien tussen ons twee. Hij duwde me op mijn rug en ging langzaam op me zitten. We keken elkaar diep in de ogen, hij liet zich gaan, ik liet me gaan, en het leek alsof de wereld om ons heen er even niet meer was.
Achteraf vertelde hij dat hij dit nog nooit zo had ervaren, omdat hij standaard de top was. Voor mij gold hetzelfde: ik heb vaker getopt, maar altijd met een bepaald beeld in mijn hoofd waar ik niet aan kon voldoen, waardoor ik er niet optimaal van kon genieten. Ik schrijf regelmatig over hoe mannelijkheid en vrouwelijkheid me bezighouden, maar blijkbaar gunde ik mezelf nog steeds niet de vrijheid alles te doen waar ik zin in heb of nieuwsgierig naar ben. Het is die vanzelfsprekendheid qua rolverdeling, gebaseerd op gedrag en uiterlijke kenmerken, die me dwarszit. Zelfs al word ik let-ter-lijk met mijn neus op de mogelijk penetreerbare feiten gedrukt, dan nog komt het niet in me op dat ik de grotere, stoerdere, meer masculiene man zou kunnen neuken.
“Ik voelde me fierce en fabulous in mijn croptop, maar had tegelijkertijd de neiging op straat mijn colbert goed dicht te knopen”
De innerlijke strijd rondom mijn genderexpressie blijf ik een lastige vinden. Toen ik dit jaar naar de Winq Diversity Awards ging, droeg ik een zwarte mesh croptop. Ik voelde me fierce en fabulous, maar had tegelijkertijd de neiging op straat mijn colbert goed dicht te knopen om niet ‘te gay’ over te komen. Niet onterecht, overigens. Laatst, toen mijn beste vriend en ik juist besloten onze queerness te laten zien tijdens een wandeling in het park, werden we meteen uitgescholden door twee rotjochies. Gevoelsmatig werd ik teruggefloten naar weer ‘gewoon man’ zijn. Het zal vast voor een deel geïnternaliseerde angst en schaamte zijn, maar het is helaas óók de realiteit dat queerness en vrouwelijkheid in mannen nog steeds – hallo, het is fucking 2023 – hard wordt afgestraft, in de vorm van verbale haat en agressie, fysiek geweld of erger.
Mijn angst om door deze column bestempeld te worden als “regenboogpropagandist die al dit gendergezeik bij iedereen door de strot duwt” is groot. Waarom ga ik dan toch in tegen die heteronorm? Omdat nu eenmaal niet iedereen zo wil en kan leven, maar dat wel van hen wordt verwacht. Zodra ik écht kan doen wat ik wil en kan zijn wie ik ben, binnen of buiten de slaapkamer, zal ik stoppen met deze ‘linkse indoctrinatie’. Tot dan zeg ik: padam, padam en een fijne Pride, iedereen.
Beeld: Rob Jacobs