Rocher Koendjbiharie raakte vanwege zijn homoseksualiteit en huidskleur zo gewend aan afwijzing, dat hij er uiteindelijk ongevoelig voor werd. Maar in dat afwijken vond hij ook een uniek soort vrijheid. "Een die veel andere mannen niet ervaren."
Het is de maandagochtend na mijn vakantie. Met een kop koffie achter de kiezen maak ik me klaar om weer te beginnen aan het dagelijkse leven. Ik kijk naar mijn spiegelbeeld terwijl ik mijn sieraden omdoe, de parelketting als eerste. Terwijl ik friemel aan het slotje, bestudeer ik de ketting nog eens goed. Ik had ’m al langer op het oog door mijn favoriete artiest, Lana del Rey, maar twijfelde lang om ’m te kopen. Meestal wordt een parelketting geassocieerd met vrouwelijkheid, maar gezien ik door mijn homoseksualiteit volgens de meesten toch al niet voldoe aan mannelijkheidsnormen, dacht ik: waarom niet?
“Door mijn huidskleur leerde ik: wie afwijkt van de norm, wordt daarvoor afgestraft”
De queer identiteit wordt in onze maatschappij nog altijd beschouwd als afwijkend. Tijdens mijn jeugd bleven klasgenoten, mensen op straat en de rest van mijn omgeving me er met woorden als ‘mietje’ en ‘k*nkerhomo’ aan herinneren dat ik abnormaal was, dat ik geen echte man zou zijn, dat ik beter niet kon bestaan. Maar ergens in dat afwijken ontdekte ik ook een soort vrijheid die veel anderen niet ervaren.
Verstoten worden omdat je niet voldoet of conformeert aan wat de samenleving je oplegt, is pijnlijk, zeker de eerste keer. Bij mij bevestigde het de sociale regels die ik al geleerd had vanwege mijn huidskleur: wie afwijkt van de norm, wordt daarvoor afgestraft. Die afwijzing bleef zich herhalen, tot het een constante werd. Overal waar ik kwam, kwam ik ermee in aanraking. Soms in vluchtige opmerkingen, soms in expliciet geweld. Door de gebruikelijkheid ervan, werd ik er steeds minder gevoelig voor, tot ik besefte dat er altijd mensen zullen zijn die mij zullen afwijzen, ongeacht wat ik doe of draag. En dat ik daarom beter gewoon kan doen en dragen wat ik wil.
“Veel mannen wijzen vrouwelijkheid af en plaatsen woede op een voetstuk”
Het is precies die vrijheid die vaak ontbreekt bij hen die zich wél conformeren aan alle standaarden die de samenleving aan ze voorschrijft. Specifiek merk ik het op bij een grote groep cisgender heteroseksuele mannen – vaak ook de groep die een bepaalde mate van homofobie uitdraagt. Ik geloof dat die homofobie en dat gebrek aan vrijheid met elkaar samenhangen. Ik zie deze mannen tot wanhoop toe proberen om zich te conformeren aan verstikkende mannelijkheidsnormen. Ze stellen zich dominant op, wijzen alles wat ook maar op vrouwelijkheid lijkt af en plaatsen woede op een voetstuk.
Deze mannen zien, wellicht niet geheel bewust, dat queerheid vrijheid uitstraalt, de vrijheid om jezelf te zijn. Zij zien dat queer personen de ongeschreven regels afwijzen die ook hún vrijheid inperken. Het lijkt alsof ze de behoefte voelen ons daarvoor te straffen, soms op zeer gewelddadige manieren. Alsof ze door ons onvrij te maken grip op ons kunnen krijgen, zoals verstikkende normen grip hebben gekregen op hen. Volgens mij ligt de sleutel tot acceptatie erin deze mannen tot dat inzicht te brengen, terwijl we in de tussentijd de norm beetje bij beetje veranderen door als queer personen een rijk en queervol leven te leiden, bijvoorbeeld door lekker een parelketting te dragen.
Beeld: Isabell Janssen - Outsider.i