De eerste anderhalf jaar maakten Rikkert van Huisstede (30) en Ali (33) het zo’n beetje elke maand uit; inmiddels hebben ze samen een baby. “Lange tijd nam ik mijn biseksualiteit niet serieus: bij Rikkert vond ik meer queerness.”
Rikkert: “We zijn aan elkaar gekoppeld door mijn beste vriend en huisgenoot, met wie jij aan het daten was.”
Ali: “We waren alle drie bij een avond in cultureel centrum De Balie over de vraag: kunnen mensen die crossdressen zichzelf zijn in Amsterdam? Jij trad daar op. Jouw huisgenoot had mij inmiddels gedumpt, dus ik was boos op hem.”
R: “Dus ik ben gewoon een rebound!”
A: “Haha, ja, eigenlijk wel. Ik had niet gedacht dat we een relatie zouden krijgen, omdat jij daar niet voor open stond. Jij zei: ‘Nee, ik ben een levenskunstenaar, ik heb een relatie met iedereen.’”
R: “Ik wilde het vrijblijvend houden, want ik was bang dat ik mezelf zou verliezen in een relatie. Ik was al zo blij met wie ik was.”
A: “Je was bang dat je je creativiteit zou verliezen. Als kunstenaar dacht je dat je zelfstandig moest leven. Ik wilde me focussen op mijn carrière, want ik was net begonnen met mijn opleiding psychiatrie. In de eerste anderhalf jaar hebben we het elke maand wel een keer uitgemaakt.”
R: “Tot we alles wel een keer besproken hadden. We vinden het heerlijk om in zo’n crisis te duiken, het te analyseren, al die emoties te voelen.”
Typisch bi
A: “Ik had ook behoefte aan meer queerness, wat ik bij jou vond. Ik had mijn eigen biseksualiteit lange tijd niet serieus genomen. Ik voel me niet comfortabel bij typische girly expressie en heterodynamieken. Door heteromannen werd ik geobjectiveerd, daar was ik klaar mee.”
“Ik was heel benieuwd: kan een man-vrouwrelatie ook queer zijn?”
R: “Jij moest eraan wennen dat ik tijdens de seks niet de hele tijd opmerkingen over je uiterlijk maakte.”
A: “Heel bevrijdend vond ik dat. Maar jij geloofde eerst ook niet dat ik jou leuk vond. In De Balie flirtte ik al met jou.”
R: “Ik herkende dat toen niet. Ik had een catsuit aan met hoge hakken, het kwam niet in me op dat je mij leuk zou kunnen vinden.”
A: “Dat is typisch bi. Dat getwijfel de hele tijd. Ik was niet op zoek naar een typische man. Jouw vrouwelijke vormen, je lange benen en je mini-borstjes vind ik allemaal heel aantrekkelijk.
R: “Mijn ervaring was: als ik een jurk aan heb, kopen mensen daar een kaartje voor, maar ze willen niet met me daten. Ik voel me gesteund in Boys Won’t Be Boys, de theatervoorstelling die ik heb gemaakt over diversiteit onder mannen. De voorstelling loopt synchroon met onze relatie. Ik moest leren om jou de leiding te laten nemen. Tijdens de seks zei ik een keer dat ik het leuk zou vinden als jij dominant bent. Toen reageerde jij: ‘Oké. Wat wil je dat ik doe?’ Haha!”
A: “We hebben elkaar geholpen in het doorbreken van die genderrollen.”
R: “Als ik met mannen date, dan gaat dat vanzelf. Ik was heel benieuwd: kan een man-vrouwrelatie ook queer zijn?”
A: “Dat is echt onze zoektocht geweest. Voor de buitenwereld zijn we een kerngezin, zeker nu we ook nog een baby hebben.
R: “Met alle privileges van een kerngezin. Als ik op straat in een jurk loop, en jij houdt mijn hand vast, dan ben ik veiliger dan wanneer ik in m’n eentje ben, of wanneer een man m’n hand vasthoudt.
Overal tussen
A: “Als ik op mijn werk in de psychiatrie zeg dat ik een vriend en een kind heb, gaan ze uit van een typisch heterogezin. Maar als jij dat in het theater zegt, dan gaan mensen van een heel ander scenario uit.”
R: “Iemand zei eens: wat leuk dat je met de draagmoeder van je kind samenwoont. En waar is de andere vader? Ze begrijpen het niet.”
A: “In de queerscene voel ik me vaak niet queer genoeg. Omdat wij in dat kerngezinframe kunnen duiken. Maar als ik bij vriendinnen met baby’s ben, dan voel ik ook: bij ons is het toch net anders. Ook omdat we een open relatie hebben. We zitten overal tussen. Ik vind het fijn dat er niet die druk is om al die stappen af te werken: eerst gaan we een huis kopen, dan samenwonen, een baby…”
R: “Je vergeet trouwen.”
A: “O, trouwen natuurlijk. Zie je wel, ik weet niet eens meer de volgorde.”
R: “Bij ons gaan alle stappen een beetje per ongeluk. We hadden zeker een kinderwens, maar nog geen concrete timing daarvoor. Jij had ecologische condooms gekocht, in zo’n groene verpakking, maar die waren zo biologisch afbreekbaar dat er een scheurde, haha. We zeiden: stel, de zwangerschapstest is negatief, zijn we dan teleurgesteld? Het antwoord was ja. Ik keek in jouw ogen en ik zag jou denken: ik zou dit niet alleen aankunnen. Ik ben erbij, dacht ik. Let’s do it.”
A: “Dat voel ik nog steeds. Het is alsof we twee vriendinnen zijn met een kind. Dat is zo fijn voor mij. Jij wil niet de hele tijd weg, bier drinken in een kroeg. Je vindt de intimiteit van een baby opvoeden niet eng. Jij hebt evenveel moedergevoelens als ik.”
Genderstress
A: “Ik had wel doodsangsten toen ik erachter kwam dat ik zwanger was. Ik was alleen thuis, jij was op tour met een orkest. Ik werd overweldigd door gevoelens van: ik kan helemaal geen goede moeder zijn.”
R: “Jij zei ook: jemig, nou ben ik ineens weer heel erg een vrouw.”
A: “Ik had er opnieuw een soort genderstress van. Mijn heupen werden breder en mijn borsten nóg groter. Een voedende vrouw, dat is echt zo’n typisch Maria-plaatje. Maar ik vind het heerlijk om te doen. Het is wel lastig om queer te zijn in deze periode van borstvoeding geven. Ik ben helemaal niet aanwezig in de scene. Ik hoop dat we op den duur een middenweg vinden.”
R: “De scene is niet echt babyvriendelijk. Maar het is zo mooi om de onvoorwaardelijke liefde van onze baby te voelen. Dat ben ik echt niet gewend. Zij oordeelt niet over wie wij zijn. Daardoor is het echt een safe space hier thuis.”
Rollenspel
A: “Door de baby draait onze relatie nu wel veel om logistiek. We proberen dat romantisch aan te vliegen. We noemen onszelf voor de grap Ali en Rikkert Logistics BV.”
R: “Klinkt niet heel sexy.”
A: “Is ook niet heel sexy. De liefde zit nu in andere dingen. Als ik een zware nacht heb gehad en jij brengt me ’s ochtends een cappuccino en ontbijtje op bed, dan is dat precies wat ik nodig heb. Dus even geen hot steamy seks. Het is een andere liefdestaal.”
R: “Toen de baby net geboren was, hadden we thuis een date met elkaar georganiseerd. Samen eten, want je moet toch eten, maar daar kan je ook iets van maken, met kaarsjes en zo. In onze mooiste kleren.”
A: “Het was een soort rollenspel, alsof we een eerste date hadden en elkaar nog niet kenden.”
R: “Wow, ik vond jou echt fantastisch.”
A: “Ja, we werden weer helemaal verliefd op elkaar, zoals in het begin.”
R: “Ik dacht ook: wat een volwassen vrouw opeens. Jij had dat zwart-witte ding aan, met dat grote decolleté en wijde pijpen. En ik een rode jurk met grote oorbellen. Jij kwam uit de slaapkamer en ik uit de logeerkamer. Heel spannend.”
A: “Misschien moeten we het nog eens doen.”
R: “Ik heb er nu alweer zin in.”
Beeld: Jasper Koekoek