Decorateur John Repping is gek op kostuumdrama’s en it shows in het kleine Limburgse dorpshuis dat hij deelt met zijn partner John van Horck. Weelderige stoffen, glanzende kroonluchters, oude portretten en antiekcuriosa verraden een liefde voor de Engelse en Franse kasteelstijl, die verrassend wordt gecombineerd met de oudhollandse boerderijsfeer.
Als kind was John Repping al volop in de weer met de inrichting van zijn jongenskamertje. “Ik zocht naar leuke spullen in winkels en op rommelmarkten en veranderde mijn kamer doorlopend. Ik maakte steeds weer andere mooie stillevens op kastjes en ladekastjes, legde andere vloerkleden neer en wisselde zelfs vaak van behang. En ik maakte boeketten van droogbloemen; ik erfde de gepassioneerde liefde voor bloemen van mijn moeder.” Geen wonder dat de volwassen John een loopbaan koos als bloemist en decorateur, negen jaar geleden opende hij een eigen zaak: De Roze Engel. Zijn stijl is verre van standaard, zoals ook duidelijk te zien in zijn privéhuis, dat hij deelt met zijn partner John van Horck.
“Zes maanden lekte het dak op zeven plekken”
Good looks
Een huis met de look-and-feel van een boerderij. Dat was in 1998 de zoekopdracht die de mannen meegaven aan hun makelaar. “Uiteindelijk hebben we dertien makelaars versleten... Niemand leek te begrijpen wat we zochten, ze kwamen gewoon met flats aanzetten!” En dan, op een goede dag, is het daar: een oud huis, ooit de schuur van een boerderij uit 1818. “We vielen meteen op het ongepolijste karakter: de robuuste muren, de oude sfeer. Het huis voelde gezellig en dat gold ook voor de straat waarin het stond – een oud, klein winkelstraatje.” De woning was klein en eenvoudig, met een bijzonder minimalistische keuken, bestaande uit twee kastjes, een werkbladje en een fornuis. Maar het voelde en oogde goed en dus werden John en John de nieuwe eigenaren van het oude pandje. “Zes maanden later lekte het dak op zeven plekken; we sliepen met pannen op ons bed!”
Honderden emmers zand
Het huis van vandaag lijkt in geen enkel opzicht meer op het huis dat John en John twintig jaar geleden kochten. De voormalige badkamer, toilet en bijkeuken zijn getransformeerd tot een stijlvolle eetkamer, met openslaande deuren naar de tuin. Al een behoorlijke verbouwing in normale omstandigheden, maar nog pittiger voor de Johnen, die het meeste werk eigenhandig uitvoerden: “We hadden de oude tuindeuren al eerder gekocht, maar toen bleken ze te hoog te zijn. We wilden ze echter niet aantasten, dus hebben we de vloer uitgegraven. We hebben bijna een jaar met zand in huis gezeten.” Een prachtige keuken is gecreëerd, met een AGA-cooker en een grote servieskast, beiden goed voor een lekker landelijke sfeer. En er kwam een nieuwe badkamer, gerealiseerd in de oude kelder met zijn gewelvenplafond. En ook hier werden spieren gekweekt: “Het was een lage ruimte, dus moest de vloer verlaagd. We hebben twintig kuub zand uitgegraven. En omdat we de ijzeren tralies in het authentieke raam niet wilden verwijderen, hebben we een eindeloze reeks zware zakken vol zand over de trap naar boven gesjouwd.” Naast deze ingrijpende projecten zijn er overal in huis nieuwe eiken vloeren gelegd en nieuwe radiotoren (naar oud model) gezet, is er een open haard geplaatst in de zitkamer en zijn natuurlijk alle wanden gestuukt en van een kleurtje voorzien.
“Ik heb twee interieurstijlen gecombineerd. De nostalgische boerensfeer en de klassieke kasteelsfeer”
Off-black, grijs en groen
John opteerde voor een donker kleurenpalet: off-black in de eetkamer, drie tonen grijs in de keuken, grijs en groen in de zitkamer. “Tegen een donkere achtergrond komen meubels en accessoires veel mooier tot hun recht,” vindt de decorateur. “En zelfs nog extra wanneer je overal kaarsen brandt, zoals wij iedere dag doen! Ik hou van wit,” vervolgt hij, “maar te veel wit is te koud.” De wanden in de badkamer bleven verveloos. “Het pleisterwerk op de oude stenen muren was beschadigd, dus dat hebben we verwijderd. Het resultaat was prachtig, zo mooi robuust, dus daar hoefde niets meer aan te gebeuren.”
“Als ik eenmaal begin, is er geen houden meer aan”
Toch kwam de verfkwast ook hier tevoorschijn: op de muur achter de badkuip schilderde de selfmade stylist een engelentafereel dat eruitziet alsof het eeuwen geleden is aangebracht. Hetzelfde deed hij in de intieme zitkamer; hier werd het plafond gedecoreerd met een blauwe lucht, witte wolken en schalkse engeltjes.
Elegant en stijlvol stoer
Wat betreft de inrichting van het interieur wilde John absoluut geen volgepakt huis, maar kamers vol licht en ruimte. “Maar iedere week kwamen er meer spullen bij. Op een of andere manier werkte niks, het lukte maar niet om het huis sfeervol te maken. Op een dag heb ik alles eruit gegooid. En daarna heb ik beetje bij beetje de ruimtes aangekleed.” Hij is dol op oude spullen: “Zowel Frans als Engels, zoals oude Franse luiken, poppen en beelden en Engelse lederen fauteuils en schilderijen. Een huis kan niet zonder oude dingen, vind ik. Ze zijn nodig om een warme sfeer te creëren die bovendien je persoonlijkheid reflecteert. In ons huis heb ik twee interieurstijlen gecombineerd: de nostalgische boerensfeer en de klassieke kasteelsfeer.” Elegant en verfijnd is het resultaat, en tegelijk stijlvol stoer. Het merendeel van de inrichting is afkomstig uit Frankrijk. “Daar gaan we bijna iedere maand naartoe voor mijn winkel”, vertelt John. “Maar natuurlijk belanden er ook weleens schatten in ons huis. Sommige daarvan zijn echt uniek, zoals enkele schilderijen en een Heiligenbeeld. Die zullen altijd bij ons blijven, net als onze familiefoto’s.”
Zijden gordijnen
Kostuumdrama’s zijn een grote inspiratiebron voor John. “Ik ben er dol op!” Kijk maar naar zijn gebruik van stoffen, zoals voor de weelderige ruwzijden gordijnen, en het vele velours. Gordijnen die bovendien zijn afgezet met struisvogelveren. Voor John is het de gewoonste zaak van de wereld. “O, vind je dit een weelderig interieur?” vraagt hij lichtelijk verbaasd. “Hmm, misschien heb je gelijk. Maar daar vroeg dit huis om; het had een zekere mate van extravagantie nodig.” Maar hebben ze nog wel een beetje bewegingsruimte? “Haha, ja hoor, en schoonmaken is ook geen punt!” Als John met de poetsdoek zwaait, kan hij het niet laten om gelijktijdig het nodige te veranderen: “Spullen verplaatsen en nieuwe stillevens creëren. Als ik eenmaal begin, is er geen houden meer aan.”
Productie & tekst: Monique van der Pauw | Fotografie: Ton Bouwer