Op Instagram vind je de 29-jarige Nik Leenders (@happyplnts) als plant daddy. Deze wijze vader weet precies hoe je jouw groene kinderen kunt laten slagen in het leven: niet steeds maar water geven.
Als kind mocht ik met mijn moeder mee naar het tuincentrum en dat vond ik heel erg leuk. Nu had mijn moeder geen groene vingers dus thuis was het geen plantenparadijs. Wij gingen vooral als de lente begon, om de tuin op orde te krijgen. Maar ik had al wel meteen plantjes in mijn slaapkamer. Iets wat groeit, om voor te zorgen.”
Nik was 15 jaar toen de liefde voor de flora ontsproot. In het schitterende Brabantse dorp Bergeijk, waar hij geboren is en nu nog steeds woont. De plantenvader houdt het dicht bij huis want ook zijn vriend Stijn Vos (26) komt uit Bergeijk. “Hij woonde he-le-maal aan de andere kant van het dorp dus dat was toch ver weg natuurlijk, haha.” De twee huren een woning boven cafetaria d’n Bol (“Het verschil tussen eten en smullen”). Stijn werkte in het cafetaria en zo wisten de twee ‘via via’ een jaar geleden hun handen te leggen op de ruime woning met een dakterras van tachtig vierkante meter. Draagt wel een risico met zich mee: wonen boven een friettent. “Ik ben écht een frietfan en ik zou iedere dag wel een snack uit het vet kunnen eten. Maar Stijn houdt mij wel in toom.”
Voor iedereen die zijn planten telkens dood ziet gaan zonder aanwijsbare reden, ontvouwt Nik zijn geheimen. “Het gaat om kijken – hoe meer je kijkt, hoe meer je ziet – en voelen. In de plant community weten wij: er is geen enkele plant die je elke week water moet geven, zoals ze je in het tuincentrum zeggen. Dat is gewoon niet zo. Hoe vaak je water moet geven ligt aan het soort plant, de potgrondmix, de grootte van de wortels… Je moet je vinger in de potgrond steken. Dan kun je voelen of ze water nodig hebben. Steek je vinger er zeker twee kootjes in, en als het dan nog vochtig is, moet je geen water geven. Je kunt ook hydrometers nemen natuurlijk. Luisteren naar je plant, noem ik dat. Als afscheidscadeau van het cafetaria kreeg mijn vriend een plant cadeau die al bijna overleden was. Ik heb ’m uit de pot getrokken en zag toen dat de grond veel te nat was; de wortels waren al aan het rotten. De bladeren en de rotte wortels knip ik dan weg en daarna zet ik ’m met nieuwe potgrond in een kleinere pot, in de hoop dat-ie weer bij gaat trekken.” De vingers van Niks wederhelft zijn net iets minder groen. “Als ik weer eens een plantje koop, wordt hij soms een beetje boos. Het is nu wel genoeg, vindt hij. Er staan hier tenslotte zo’n negentig planten. Dan tel ik alleen de planten die in potgrond staan. Dus niet de stekjes of de planten op het dakterras.”
Het woord viel al een keer: plant community, voor velen een onbekende subcultuur. “Die is echt heel groot, dat had ik nooit kunnen denken. Ik heb een vriendin die echt plantengek is, maar ik ben inmiddels nog verder doorgedraaid. Met haar ga ik vaak naar tuincentra en ik stuur haar weleens plant updates via WhatsApp. Dat fanatisme is uitgegroeid tot mijn Instagramaccount @happyplnts. Ik beheer de social media van onder andere de modewinkel waar ik werk, maar ook van Lytel Blue – een hotel van een vriendin – dus ik ben veel met social media bezig.
Niks planten kunnen dit artikel niet lezen en kennen geen jaloezie, dus durft hij ons wel zijn favoriet in te fluisteren. “Elke week is dat weer een andere plant, maar nu is dat mijn Philodendron Pastazanum. Die heb ik uit Ecuador geïmporteerd. Via een volger hoorde ik van ecuagenera.com; daar kun je planten kopen die in Nederland bijvoorbeeld tweehonderd euro kosten – daar kun je je niets bij voorstellen, toch? – maar op die site slechts 37 euro. Je betaalt dan twintig euro verzendkosten en soms duurt het twee maanden voor ze er zijn. Zoek wel sterke planten uit want ze komen uit Ecuador en ondergaan dus een lange reis. Sommige Philodendrons kun je overal kopen maar er zijn er ook die heel bijzonder zijn, bijvoorbeeld door hun kleuren. Die wil ik dan hebben."
Beeld: Dario & Misja