“Verankering in de Grondwet biedt een garantie dat we ook over vijftig of honderd jaar nog van onze zwaarbevochten rechten kunnen genieten”, zegt COC-voorzitter Astrid Oosenbrug. “Dat we ook in de toekomst nog kunnen trouwen, kinderen kunnen opvoeden en beschermd zijn tegen discriminatie. Ook als de politieke of maatschappelijke wind onverhoopt draait in het nadeel van de regenbooggemeenschap.”

Oosenbrug noemt de Grondwetswijziging ook een ‘opdracht voor de politiek van vandaag, om discriminerend geweld, pesten op school en andere vormen van discriminatie aan te pakken’.

Het COC is de indieners van het wetsvoorstel – Alexander Hammelburg (D66), Laura Bromet (GroenLinks) en Habtamu de Hoop (PvdA) en hun voorgangers – dankbaar voor het wetsvoorstel en hun vele werk.

Nederland loopt achter

Verankering van lhbtq mensenrechten in de Grondwet is al een feit in landen als Zweden, Portugal, Malta, Mexico en Zuid-Afrika. In ons land is dat nog niet het geval, terwijl Nederland in 2001 bijvoorbeeld wel als eerste land ter wereld het huwelijk openstelde voor paren van gelijk geslacht. Het gebrek aan een Grondwettelijk lhbtq-discriminatieverbod is één van de redenen dat Nederland op de dertiende plaats in Europa bungelt van landen waar lhbtq-mensenrechten goed geregeld zijn.

Een Grondwetswijziging moet twee keer door Kamer en Senaat worden aangenomen, de tweede keer met een twee derde meerderheid. De behandeling in de Senaat van dinsdag is de laatste stap in dit lange proces.

Regenboogakkoorden

Het COC pleit al bijna 20 jaar voor verankering van lhbtq-rechten in de Grondwet. De strijd begon in april 2004 met een oproep aan de Tweede Kamer. Er volgenden diverse nota’s en rapporten, maar de regering kwam niet met een voorstel. In 2010 dienden D66, GroenLinks en PvdA een initiatiefwetsvoorstel in. Destijds kon dat voorstel nog niet op een twee derde meerderheid rekenen. Die kwam er na COC’s Regenboogakkoorden van 2017 en 2021 en een grote publieksactie bij Pride Amsterdam.

Het voorstel van D66, GroenLinks en PvdA voegt de termen ‘seksuele gerichtheid’ en ‘handicap’ toe aan artikel 1 van de Grondwet. De toevoeging van ‘handicap’ is een fel gekoesterde wens van Iederin, de organisatie voor mensen met een beperking of chronische ziekte. Het COC staat daar vanzelfsprekend achter 

Genderidentiteit en geslachtskenmerken

In artikel 1 worden godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras en geslacht nu al expliciet genoemd als verboden discriminatiegrond. Op aandringen van het COC bevestigden de regering en de indieners tijdens de behandeling van dit wetsvoorstel vele malen dat het Grondwettelijk verbod op discriminatie wegens ‘geslacht’ mensen ook Grondwettelijk beschermt tegen discriminatie op grond van genderidentiteit, genderexpressie en geslachtskenmerken.

Het wetsvoorstel dat de Kamer nu behandelt, werd oorspronkelijk ingediend door Boris van der Ham, Naïma Azough en Anja Timmer en eerder verdedigd door Vera Bergkamp, Nevin Özütok en Kirsten van den Hul. Het COC is alle indieners en hun medewerkers bijzonder dankbaar voor het vele werk dat ze in dit voorstel hebben gestoken.